Psychologie en seksualiteit - 3/6 Flashcards

psychologie van het post-partum

1
Q

Wat is kenmerkend aan het moment van geboorte t.o.v. andere dieren?

A

Mensen hebben fysiologische vroeggeboorte, worden eigenlijk te vroeg geboren om te kunnen overleven maar kan niet langer blijven zitten omdat het anders niet meer door het bekken past

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het gevolg van de fysiologische vroeggeboorte?

A

Mensen hebben nood aan intense zorg om te overleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt getriggert door hulpeloosheid en vitale afhankelijkheid vd baby?

A

Archaïsche beleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf ‘archaïsch’

A

Voorafgaand aan het oeidipale, voorafgaand aan taal en betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is er wel, als er geen taal is?

A

Lichaamscontact, projectie, porjectieve identificatie
Motherese, mentaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat ontstaat er tussen baby en ouder in de post partum periode?

A

Ontstaan van (bijna) grenzeloos geven en grenzeloos krijgen
De eigen nood aan tederheid, geborgenheid, contact wordt opzij geschoven of net gerealiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke 2 dingen bestaat ‘het vasthouden’?

A

Holding (Winnicott) en containing (Bion)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 elementen bevat het holding en containing?

A
  • Lichamelijk gewaarworden omhullen
  • Het denken omvatten
  • Transitionele ruimte doen ontstaan (richting zelfstandigheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt motherese en mentaliseren (in context moeder-kind) in?

A

Taal die ouders naar hun kinderen spreken (universeel?) -> Aanspreken, de hoogte in, herhaling, gerichtheid, contact, richting een derde bv een spiegel (dat ben jij!)
Het spreken, invullen, raden, suggereren van innerlijke beleving

In babystem proberen raden wat het kind voelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschrijf ‘mentaliseren

A
  • Het in gedachten houden vd gedachten, het voelen vh voelen; van zichzelf en van anderen
  • Het waanermen en interpreteren van gedrag van anderen en het toeschrijven van emoties, intenties, affecten, noden, verlangen, bezorgdheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geeft een voorbeeld van hoe contingente gemarkeerde spiegeling kan klinken

A

‘Dit is wat ik zie, zou het … kunnen zijn?’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar gaat het gedeelte ‘gemarkeerd’ over?

A

Iets anders waardoor verschil jouw en mijn emotie
Het gaat over het aanduiden dat ik iets anders voel dan jij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kan er gebeuren als het spiegelen misgaat?

A

Ontwikkeling van Alien self, fragmentatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk twee soorten ‘vertrouwen’?

A

Ontstaan van basic trust (Erikson) + background of safety (Sandler)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar gaat ‘basic trust’ over?

A

Een persoonlijke en unieke manier waarop mensen de wereld zien en ervaren, op basis van eigen geschiedenis en psyche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly