psychose, persoonlijkheid - 3/4 Flashcards
Persoonlijkheidsstoornissen
Beschrijf ‘persoonlijkheidsstoornis’
Langer bestaande klachten en moeilijkheden op het gebied van relaties, zelfbeeld- en waarde, emotie-regulatie en gedrag die meestel star en duurzaam patroon hebben, en waarbij deze afwijken van de culturele verwachting
Waar zijn persoonlijkheidsstoornissen een gevolg van?
Een combinatie van concrete omgevingsfactoren (gezin van herkomst) en eigen factoren (+ trauma)
Geef een paar voorbeelden van psychische klachten en symptomen bij persoonlijkheidsstoornissen
Depressie, stemmingswisselingen, angsten, spanning, eetstoornissen, middelenmisbruik, seksuele problemen, impulsiviteit
Onder welke categorie valt ‘borderline persoonlijkheidsstoornis’?
Type B: impulsiviteit, emotionele dysregulatie, externaliseren
Welke 2 andere types persoonlijkheidsstoornissen buiten type B
Type A: excentriek, vreemde indruk. Weinig contact met anderen. Weinig hulpvraag.
Type C: Angstig, conflict- en relatievermijdend, moeite met zelfstandigheid.
Wat is de DSM definitie van borderline PS?
Een diepgaand patroon van instabiliteit in intermenselijke relaties, zelfbeeld en affecten en van duidelijke impulsiviteit, beginnend in vroege volwassenheid en tot uiting komend in diverse situaties (blijkt uit 5 of meer van 9 soorten gedragingen)
9 gedragingen behorend bij borderline PS
- Proberen voorkomen in de steek gelaten te worden
- Wisselingen overmatig idealiseren en kleineren
- Identiteitsstoornis (instabiel zelfbeeld/zelfgevoel)
- Impulsiviteit (die men kan schaden)
- Terugkomende suïcidale gedragingen of automutilatie
- Affectlabiliteit als gevolg duidelijke reactiviteit vd stemming
- Chronisch gevoel van leegte
- Moeite kwaadheid te beheersen
- Paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve verschijnselen
Wat is de ‘echte kern’ van borderline?
(Waaraan kun je borderline PS first and foremost aan herkennen?)
Massale angst om verlaten te worden
3 onderdelen psychodynamische focus voor borderline PS
- Zelf-anderen
- Omgaan met emoties
- Basisgevoel van onveiligheid
Waar gaat ‘zelf-anderen’ over?
Zwart-wit, weinig ruimte voor nuance: idealiseren, devalueren; alles aankunnen, niets waard zijn. Geen stabiel zelf-gevoel, verwarring rond wie ben ik?
Waar gaat ‘omgaan met emoties’ over?
Niet weten wat je voelt, dat je voelt. Niet herkennen van emoties, geen woorden voor gekregen, afsluiten van gevoel na trauma/verwaarlozing, contact met innerlijke wereld is verdwenen.
Wat doet iemand met de innerlijke spanning die hij/zij/hen voelt bij Borderline PS?
Afreageren, ‘uit-ageren’, zelf-destructief gedrag, uiten van gevoel in de ander (projectieve identificatie)
Waar gaat ‘een basisgevoel van onveiligheid’ over?
Moeilijk tot rust bij zichzelf en fundamenteel wantrouwen ten opzichte van anderen: onvoorspelbare anderen, onbeschikbaar.
2 kenmerken van Dialectische gedragtherapie (Linehan)
- Vaardigheden om met eigen gedrag om te leren gaan
- Intensieve, vaak ambulante behandeling
2 kenmerken psychodynamische psychotherapie
- Op zoek naar innerlijke psychische dynamieken
- Focus op basale veiligheid, mentaliseren, object-relaties