Perinatale sterfte 3/4 Flashcards

perinatale rouw

1
Q

Wordt rouw wel of niet gezien als stoornis? + waarom?

A

In principe niet, omdat rouw een deel van het leven is. Maar er is wel een DSM diagnose voor verschillende redenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt in de DSM gewijd aan rouw?

A

‘Prolonged Grief Disorder’ = langer dan cultureel de gewoonte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het nut van een diagnose in de DSM?

A

Terugbetalen, hulp kunnen ontvangen (met DSM diagnose kun je bv CBT krijgen), onderzoek etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kan een reden zijn voor de afwezigheid van rouw?

A

Primitieve defensie
bv. Ontkenning dat het kind is overleden, projectie, dissociatie, splitting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 aspecten van perinatale rouw

A
  • Verdriet, irritabiliteit, schuld, somatische symptomen
  • Depressie en angst
  • 1-2 jaar (maar 7 jaar is ook geen uitzondering + je hele leven mee)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is er langere rouw bij perinatale sterfte?

A

Langere rouw bij minder sociale omkadering en een psychiatrische voorgeschiedenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij hoeveel % is er PTSS bij de volgende zwangerschap? En waar kan dit mee te maken hebben?

A

20% + mogelijk te maken met té rechtstreekse confrontatie: vasthouden overleden kind?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2 kenmerken van perinatale rouw bij vaders

A
  • Lagere gemeten ‘rouwsymptomen’
  • PTSS wel ook 20% (mogelijk door het vasthouden?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat maakt dat er een risico op relatiebreuk is?

A

Incongruentie of on-afgestemd rouwen (verschillende ritmes, dynamieken, aangeleerde coping)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kunnen bestaande kinderen (jonger of ouder) de perinatale sterfte/rouw ervaren?

A
  • Jongere kind: schuldgevoel ervaren zelf vs schuldgevoel van ouders ervaren
  • Oudere kinderen die er al zijn: zélf rouwen en hier niet in gezien worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke 2 manieren kan het ‘vervangingskind’ ontvangen worden?

A
  • Idealisering: De lang verwachtte, het wonder, erg beladen met projectie/omnipotentie
  • Devaluatie: Nooit zo goed in de realiteit als het gehoopte/overleden kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 kenmerken vh ‘kwetsbare kind’

Kwetsbaar kind: eerst volgende kind na perinatale sterfte

A
  • Kwetsbaarheid érg nadrukkelijk ervaren
  • Alles doen ter bescherming
  • Bescherming vs afscherming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2 ‘soorten’ eerst volgende kind na perinatale sterfte

A
  • Vervangingskind
  • Kwetsbare kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar wordt een desorganisatie in ervaren bij het eerst volgende kind na perinatale sterfte?

A

in de vroege hechting: nabijheid triggert rouw/herbeleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk advies voor mensen die perinatale sterfte hebben meegemaakt?

A

Wachten 6mnd tot 1 jaar tenzij bepaalde indicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

2 aspecten van vroege interventie bij perinatale sterfte/rouw

Wanneer we zeker zijn dat het kind gaat sterven

A
  • Duidelijkheid en volledigheid medische informatie
  • Betrokken in medische beslissing
17
Q

Wat is belangrijk om te realiseren bij ‘betrokken in medische beslissing’?

A

Het is een erg kwetsbare, verstoorde situatie die impact heeft op mentaliseren en helder denken. Kan de beslissing tot stop behandeling aan de ouders overgelaten worden dan?

18
Q

4 gevolgen van betrokkenheid in beslissing

A
  • Geen verminderde rouw
  • Wél minder boosheid, irritabiliteit en sociale isolatie (moeders)
  • Wél minder slaapstoornissen, verlies van eetlust, verdriet en depressie (vaders)
  • Hulpeloosheid
19
Q

5 aspecten ‘contact met overleden foetus/kind’

A
  • Zien/vasthouden
  • Naam geven
  • Foto’s
  • Ceremonie
  • ‘sterrenkindje
20
Q

Wat blijkt toegenomen bij contact met overleden kind?

A

Depressie en PTSS

21
Q

Waarom verkiezen ouders toch voor contact met hun overleden foetus/kind als het meer depressie en PTSS tot gevolg heeft?

A

Herinnering met pijn (realiteit) is belangrijker, het is belangrijker om de realiteit te voelen dan om het te ontkennen (+ autonomie van ouders)