psychopathologie Flashcards
verstandelijke beperking
intellectual disability is characterised by significant limitations both in intellectual and in adaptive behaviour as expressed in conceptual social and practical adaptive skills . de disability starts before 18
pervasieve ontwikkelingsstoornis
kwalitatieve beperkingen in de social interacties en in de communicatie, met een begin voor het 3e levensjaar.
altenale oorzaken
spelen al voor de geboorte een rol bij het ontstaan van de verstandelijke beperking. het kan gaan om genetische aandoeningen, stofwisselingsziekten, alcohol of drug gebruik en infecties tijdens de zwangerschap.
fragiele X syndroom
meest voorkomende erfelijke oorzaak van een verstandelijke beperking.
velocardiofaciaal syndroom
sprake van deletie op chromosoom 22. ongeveer de helft van de mensen met dit syndroom heeft een verstandelijke beperking. het syndroom kan herkend worden aan moeilijkheden bij het functioneren van het zachte gehemelte, hartproblemen en aan gelaatkenmerken
williamssyndroom
lichte verstandelijke beperking. oorzaak van dit genetische syndroom is kleine deletie op chromosoom 7. deze mensen hebben vernauwing hart en long aders, hoog calcium gehalte in het bloed, botbreuken bij de gewrichten, krommingen wervelkolom en maagdarmproblemne
syndroom van rett
x chromosomaal gebonden syndroom. de vroege ontwikkeling tot 6-18 Maanen is normaal daarna volgt een knik een stilstand en een achteruitgaan in de ontwikkeling. combinatie van epilepsie, scoliose, slikproblemen, afasie, apraxie , autisme spectrum problemen en ernstige verwtandijke beperkingen.
prater-willissyndroom
ontbreekt een stukje erfelijke info op chromosoom 15. verhoogde eetlust met eetbuien, woedeaanvallen, spierslapte, kleine gestalte, skin picking en verhoogde kwetsbaarheid voor psychoses en depressies
syndroom van angelman
ontbreekt stukje genetisch materiaal chromosoom 15/13. ontbreekt de materialen imprinting van het genetisch materiaal. opvallend zijn vaak lachen, vrolijke stemming en fascinatie voor water en glimmende voorwerpen. cognitieve beperkingen zijn ernstig. epilepsie ataxie en add en stereotiep gedrag komt veel voor
lujan-frynssyndroom
x-chromosomaal gebonden syndroom. kenmerkend zijn milde tot matige verstandelijke beperking en een marfanuiterlijk; lange dunne gestalte met naar verhouding lange armen en benen
perinatale oorzaken
oorzaken vanaf het begin van de bevalling tot 28 dagen na de geboorte. vroeggeboorte, problematische bevalling met zuurstoftekort of hersenbloeding
postnatale oorzaken
oorzaken vanaf 28 dagen na de geboorte.
gedragstherapie
wordt ervan uitgegaan dat gedragsproblemen ontstaan door twee vormen van leren: klassieke leren en operante leren. interventie gericht op externe controle
cognitieve gedragstherapie
toegepast bij mensen met lichte verstandelijke beperking. versterken van controle en zelfsturing.
emdr
behandelmethode voor ptss bij mensen met normale intelligentie. centraal in de methode staat de reactivering van de traumatische herinnering en het op gang brengen van het gestagneerde verwerkingsproces.
common disease\common variant genetisch model
multifactoriele erfelijkheid, waarbij een groot aantal risicogenen die elk een klein effect hebben in combinatie met elkaar de erfelijke sturing op add vormen
major variant model
in nog onbekende aantal gevallen zijn genetische variaties van belang die zeldzaam zijn, maar een sterk effect hebben
copy number variations
een variabel aantal herhalingen van stukje DNA, waardoor genen niet zoals gebruikelijk in twee kopiën aanwezig zijn maar er drie of meer kopieen (duplicatie) kunnen zijn of er slechts een of geen kopie (deletie) zijn
adolescence limited
na de adolescentie is er bi het type dat pas in de adolescentie begint meer kans dat het antisociale gedrag ophoudt
life-course persistent
wanneer kinderen voor het 10e levensjaar odd of conduct disorder bestempeld krijgen blijft het gedrag meestal aanhouden
deviancy training
het risico op aansluiting bij de predelinquente en delinquente groep leeftijdsgenoten. in deze groep wordt het praten over regelovershchrijdend gedrag positief bekrachtigd
minor physical anomalies
duiden op een embryonale ontwikkelingsstoornis in het tweede trimester van de zwangerschap
systemizing
de E-S theorie refereert aan deze drive om de regels structuren en concepten te willen ontdekken als systemizing. door systemizing kan het individu de structuur en regels van de sociale interactie leren herkennen maar ook van e niet-sociale wereld, waardoor situaties minder onvoorspelbaar worden.
emphathizing-systemizing theory
kernsymptomen van de autismespecturm stoornissen niet alleen worden verklaard door de cognitieve component van empathie waar de theory of mind sterk op leunt maar dat ook een affectieve component van empathie meespeelt bij het beoordelen van iemands mentale toestand.
weak-central-coherence-theory
veronderstelt dat het kerndefect in een gestoorde gestaltwaarneming ligt waardoor mensen met een autismespectrumstoornis moeite hebben ‘gehele in onderlinge samenhang’ waar te nemen. dit zou een gevolg zijn van een te sterke focus op details in het waarnemingsveld
executive-dysfunction theory
gaat ervan uit dat er onderliggend aan de gedragsproblemen sprake is van niet-optimaal functionerende treinprocessen die normaliter cognitieve controle en gedragsregulatie mogelijk maken zodat gestelde doelen in de toekomst bereikt kunnen worden
coprolalie
het repetitief en buiten de context eggen of roepen van sociaal ongepaste woorden en schuttingtaal
cognitieve tics
repetitieve gedachten (of gedichtenspelletjes) die geen angst oproepen maar juist de neiging toe te geven of gevolg te geven aan provocatieve auditieve, visuele, tactiele provocatieve stimuli of inwendige impulsen
premonitory urge
optreden van een onaangename sensatie in de spier of spiergroep voorafgaand aan tics
cortico-striato-thalamo-corticale circuits
verantwoordelijk voor het genereren van gewenste motoriek en het afremmen en uitfilteren van ongewenste motoriek// moduleren van gedrag, bewegingen en emoties // theorie voor OCD
habit reversal gedragstherapie voor tics
betekent letterlijk het omkeren van een gewoonte. behandeling bestaat uit twee fasen: bewustwording van de tic en het aanleren van een tegengestelde beweging. tics worden 1 voor 1 aangepakt.
exposure en responspreventie gedragstherapie voor tics
blootstelling aan premonitore sensaties, vervelende sensaties voorafgaand aan de tic, in combi met het voorkomen van de daarop volgende tic (responspreventie). alle tics worden tegelijkertijd aangepakt
morfodysfore stoornis
preoccupatie met vermeende onvolkomenheden in het uiterlijk die door anderen niet waarneembaar zijn of door anderen als onbeduidend worden beschouwd, repetief gedrag of vermijding in reactie op ongerust over het uiterlijk, een groot deel van de dag wordt besteed aan het denken over of bekijken van onderzoeken en camoufleren van de misvorming
bipolaire-I-stoornis
depressie in combinatie met manie
bipolaire-II-stoornis
depressie in combinatie met hypomanie maar nooit met manie
cyclothyme stoornis
wisselende milde depressieve en hypomanische symptomen zonder ooit volledige stemmingsperioden
remming bipolair
gedaalde stemming, negatieve kijk op zichzelf en een verminderde activiteit en vitaliteit
ontremming bipolair
verhoogde expansieve stemming, zelfoverschatting en een teogenpmen activiteit en vitaliteit
state
typisch voor episodisch optredende stemmingsstoornissen
trait
typisch voor continu aanwezige persoonlijkheidsstoornissen
rapid cycling
frequenter recidieven doormaken tot zelfs verscheidene episoden per jaar of een haast onafgebroken reeks van stemmingsepisoden
brain-derived neurotrophic factor
beschermende functie voor neuronen en zorgt voor groei van neuronen.// spiegels zijn bij bipolair verlaagd
kindling-theorie
van de interactie tussen psychosociale stress en neurobiologische veranderingen zou het recidiverende beloop van de bipolaire stoornis kunnen verklaren. dit model veronderstelt dat levensgebeurtenissen een grote rol spelen bij de eerste ziekte-episoden, maar dat in het latere beloop van de ziekte de episoden een meer autonoom karakter krijgen als gevolg van streessensitisatie en episodesensitisatie. in het brein wordt er een geheugenspoor getrokken, waardoor er steeds minder stress nodig si om een volgende episode te luxeren
zeitgebers
extern fenomeen dat de interne biologische klok synchroniseert met de licht-donkercyclus van de aarde
hyperthym temperament
gekenmerkt door een in aanleg aanwezige optimistische, extraverte en energieke stijl, is mogelijk geassocieerd met het in een latere fase optreden van bipolaire symptomen
behavioural approach sysstem
disregulatie in dit systeem bij bipolaire stoornis //systeem dat de formatie van doelgericht gedrag aanstuurt. bij relevante prikkels wordt de BAS geactiveerd en stuurt het doelgericht gedrag aan door een toename van de stemming, het zelfvertrouwen , het energie niveau en de spraakzaamheid: gedragingen om het doel te kunnen nastreven
severe mood dysregulation
voorloper van de diagnose disruptive mood dysregulation disorder. verschil met dmdd is dat er bij sms naast de driftbuien en prikkelbare stemming, sprake moet zijn van verhoogde arousal.
verhoogde arousal
kan zich voordoen in de vorm van slapeloosheid, agitatie, verhoogde afleidbaarheid, gedachtevlucht, spreekdrang en intrusies gedrag
corticotropin-releasing hormoon in de hypothalamus
normaal gesproken wordt CRH geremd door cortisol door een negatief feedbackmechanisme, maar dit mechanisme werkt bij depressieve patiënten niet goed.
learned helplesness model
kan bij mens en dier ontstaan als ze lang genoeg worden blootgesteld aan onaangename situaties waarover ze geen controle hebben
benzodiazepinen
worden gebruikt bij behandeling van angst en slaapklachten. positief effect op depressie is niet bewezen
antipsychotoische medicijnen
worden gebruikt om psychotische verschijnselen te bestrijden die in het kader van een depressie voorkomen
lithium
wanneer antidepressivum alleen onvoldoende effectief is, kan een zogenoemde stemmingsstabilisator worden toegevoegd, nog voordat Mao-remmer wordt geprobeerd.
elektroconvulsie therapie
opwekken van convulsie onder algehele anesthesie (zowel narcose als spierverslapping). toedienen van polsstroom van 0,8 tot 0,9 amper gedurende enkele seconden. meestal 2x per week. effectieve behandeling bij de ernstige vormen van depressie, te weten de depressieve stoornis met melancholische kenmerken en de depressieve stoornis met psychotische kenmerken.
CGT
gedragsmatige model ziet de depressieve stoornis als depressief gedrag, dat veranderd kan worden. inactiviteit is niet goed en vooral plezierige activiteiten moeten worden uitgebreid. het cognitieve model van depressie recht zich p de relatie tussen gedachten en gevoel . negatieve gedachten die iemand over zichzelf heeft, worden ter discussie gesteld en de patient krijgt de opdracht mee ze op hun juistheid te onderozeken
interpersoonlijke psychotherapie
is symptoomgericht en legt sterk de nadruk op de relatie tussen de depressieve klachten en stressvolle sociale en interpersoobkiijke relaties. de mogelijke focussen zijn: rouw, interpersoonlijke conflict, rolverandering of interpersoonlijk tekort
mindfulness cognitive based therapie
worden cognitieve technieken gecombineerd met mediatieoefeningen. het laatste heeft vooral tot doel ruïneren over het verleden of piekeren over de toekomst tegen te gaan. lijkt vooral effectief om terugval te voorkomen
psychodynamische psychotherapie depressie
worden depressieve klachten gezien als het resultaat van innerlijke, deels onbewuste, conflicten waarin iemand is vastgelopen. hierbij wordt ook gekeken naar de relatie tussen patient en therapeut, de overdrachtsrelatie, waarin deze conflicten ook zichtbaar worden.
diepe hersenstimulatie
meest veelbelovend. betreft een invasieve vorm van neurostimulatie. DHS wordt ruime tijd gebruikt bij parkinson en andere bewegingsstoornissen. het wordt ook gebruikt voor de behandeling van ernstige medicatie resistente obsessieve compulsieve stoornis en sinds kort voor de behandeling van patiënten met een ernstige medicatieresistente depressie . DHS brengt dunne elektroden in de hersenen in tijdens neurochirurgische ingreep. bij depressie worden ze in de nucleus accumbens geplaatst.
transcraniele magnetische stimulatie
stroomt een sterke elektrische stroom door de spoel van koperdraad die boven het hoofd van de proefpersoon of patient wordt gehouden. deze stroom genereert een magneetveld dat gemakkelijk door de schedel van de proefpersoon gaat. dit korte magneetveld induceert een stroom in het brein, waardoor vervolges neuronen worden geactiveerd .
nervus-vagusstimulatie
elektrode geplaatst in linker-nervus vagus verbonden met pulsgenerator. het is een hersenzenuw die voornamelijk verbonden is met organen in de thorax en het abdomen. niet effectief
puur dysthym syndroom
betrokkene voldoet aan de criteria voor PDS, maar heeft daarnaast in de afgelopen twee jaar niet voldaan aan de criteria voor een depressieve stoornis (voormalige dysthymie)
PDS met persisterende depressieve stoornis
betrokkene heeft de afgelopen twee jaar zowel voldaan aan de criteria voor PDS als aan de volledige criteria voor een depressieve stoornis (voormalige chronische depressieve stoornis)
PDS met intermitterende depressieve stoornis, met huidige episide
betrokkene voldoe aan de criteria voor PDS en momenteel ook aan de volledige criteria voor een depressieve stoornis. in de afgelopen 2 jaar zijn echter ook perioden van minstens 8 weken geweest waarin men niet voldeed aan de volledige criteria voor een depressieve stoornis (voormalige dubbele depressie)
PDS met intermitterende depressieve stoornis, zonder huidige episode
betrokkene voldoet aan de criteria voor PDS, maar momenteel niet aan de volledige criteria voor een depressieve stoornis. Er hebben in de afgelopen 2 jaar echter wel een of meer depressieve episoden plaatsgevonden
cognitive behavioural analysis system of psychotherapy,
integratie vorm van psychotherapie die speciaal ontwikkeld is voor de beginneling van chronische depressie
covariatiebias
mensen met specifieke fobieën hebben ook de neiging de relatie tussen fobierelevante stimuli en negative uitkomsten te overschatten
fear of fear anxiety sensitivity
heeft betrekking op individuele verschillen in de mate waarin mensen bang worden wanneer zij angstsymptomen ervaren
interoceptieve conditionering
een persoon die al een paniekaanval heeft meegemaakt, leert dat milde lichamelijke symptomen een voorspeller kunnen zijn van een paniekaanval
cognitive therapy package
hierbij ligt benadruk op de cognitieve herinterpretatie van de panieksensaties: catastrofale cognities worden opgespoord en uitgedaagd door middel van socratisch dialoog . vervolgens vinden gedragsexperimenten. plaats om de cognitieve verandering te bestendigen
panic control treatment
patienten leren eerst een aantal copingssrategieen waaronder ontspanning en ademhalingregulatie, waarna zij met behulp van provocaties worden blootgesteld aan de gevreesde lichamelijke sensaties en daarbij de geleerde strategieën toepassen om de sensaties onder controle te krijgen
applied relaxation
de Patienten leren de vroege signalen van paniek te herkennen om deze vervolgens met behulp van eerder aangeleerde ontspanningstechnieken te beheersen
delirium met volgende symptomen
verminder bewustzijnsniveau, perceptuele storingen, verstoringen van slaap-waakritme, toegenomen of afgenomen psychomotorische activiteit, desoriëntatie met vetrekking tot tijd, plaats of persoon, geheugenstoornissen
cholinerge deficientietheorie
sommige ouderen met een delirium bleek een verhoogd serumanticholinerge activiteit bij afwezigheid van anticholinerge medicatie te hebben
mild cognitive impairment
beschrijft de toestand van geheugenstoornissen zonder interferentie met degelijk functioneren, hebben vooral problemen met activiteiten buiten de dagelijkse routine o en voelen zich dan dikwijls angstig en onzeker.
cognitive impairment, no dementia CIND
betrekking op een situatie van een cognitieve stoornis zonder interferentie . niet beperkt tot alleen geheugenstoornissen
HMPAO SPECT
INDRUK GEEFT VAN DE MATE VAN DOORBLOEDING VAN VERSCHILLENDE HERSENGEBIEDEN EN ZO INDIRECT VAN HUN ACTIVITEIT
reality orientation training
wordt gepoogd de intacte cognitieve functies te stimuleren om aldus desoriëntatie en verwarring tegen te gaan
reminiscentietherapie
systematische herinneringen terug gehaald. heeft invloed op de houding van patiënten jegens hun verzorgers en niet zozeer op het cognitief functioneren
validatie voor dementie
op begrijpende en invoelende wijze de belevingswereld van de patient te verkennen en te bereiken dat de patient zich zekerder en meer geaccepteerd voelt
type 1 trauma
eenmalige kortdurende chokkende ervaring zoals natuurrampen bombardementen een verkrachting
type 2 trauma
langdurige en herhaalde traumatische ervaringen zoals herhaaldelijk seksueel misbruik en lichamelijke marteling
cortico-striataal-thalamisch-cortucaal circuit
circtuit dat vanuit de cortex n de richting van de basale ganglia (striatum ) loopt, om vervolgens via de thalamus terug te worden geprojecteerd naar de cortex. functie van moduleren an gedrag, bewegingen en emoties
moleculair genetisch netwerk
genen gerelateerd aan neuronale migratie en groei
autisme
neurobiologische ontwikkelingsconditie. problemen in sociale interacties, moeite met (oncontroleerbaarheid) van onvoorspelbaarheid, sensorische gevoeligheden
sociale angst
aanhoudende angst negatief beoordeeld te worden door anderen.
structureel en functioneel autisme verklaringsmodl
verminderde connecties / synchronisatie tussen frontale en posterieure cordiale gebieden en subcorticale gebieden.
theory of mind
vermogen om mentale toestanden aan zelf en anderen toe te kennen en te begrijpen dat anderen andere overtuigingen kunne hebben dan jijzelf
centrale coherentie (lokaal/globaal)
andere perceptuele organisatie (beperking in t focussen op t gestalt en/of een sterker vermogen om te focussen op details)
interventie autisme
gericht op persoon autisme + systeem, andere levenbgebieden, transitiemanagement, specialistisch, fluctureren over tijd
aanvullende behandeling kinderen : hometraining, TEA_CH(treatment and education of autistic and related communication handicapped children), ToM training, sociale vaardigheidstrainng, biomedische behandeling
interventies autisme volwassenen
familie onderstuning, trainng sociale vaardigheden, cognitieve gedragstherapie, arbeidshulpverlening, biomedische behandeling
delier
plotseling (uren tot dagen) optredende en vaak fluctuerende verwardheid. (bewustzijnsverandering- desoriëntatie, verminderd besef omgeving, verminderd vermogen om aandacht te richten, vast te houden)
cognitieve uitval bijvoorbeeld geheugen, taal, of waarneming, er zijn aanwijzingen door anamnese, lichamelijk onderzoek of labuitslazgen dat er een directe pathofysiologische oorzaak is (lichamelijke ziekte, intoxicatie of ontrekkng van een middel, medicatie)
endocrinologie
vakgebied dat zich richt op hormoon- en stofwisselingsziekten
schildklierfuncties
thyroxine,
thyroxine
van groot belang voor de stofwisseling van de cellen (verbranding)
hyperthyreoïdie
hyperactieve schildklier -> teveel thyroxine, zwelling schildklier + uitpuilende ogen, gejaagdheid/slapeloosheid hartkloppingen, overmatig transpireren, gewichtsverlies, snel geïrriteerd
hypothyreoïde
inactieve schildklier -> tekort thyroxine ‘niet vooruit te branden’, vermoeidheid, inactief-passief, kouwelijk, traag in denken en handelen, gewichtstoename, obstipatie
HPA-as
belangrijk systeem hormoonhuishouding, groeihormonen, lactatie , uterus-contractie, urine-uitscheiding (nieren), schildklierhormonen, bijnierhormonen
hypercortisolemie
ontregeling cortisol, Cushing syndroom.veroorzaakt o.a. hyperglykemie -> extra productie insuline, vochtvasthouden -> hypertensie. vetophoping nek, gewichtstoename romp, trage wondgenezing, slaapproblemen, depressie, angst
primaire oorzaken van ontregeling cortisol
bijnier insufficiëntie bijv TBC of auto-imuunziekte, gebruik van corticosteroïden
secundaire oorzaken ontregeling cortisol
hypothalamus (overmatig afgifte van het hormoon CRH), goedaardige tumor adenoom in de hypofyse, longcarcinomen kunnen soms ACTH produceren
diabetes Mellitus type 1
defect insuline aanmaak, jonge leeftijd, insuline spuiten + leefstijl, verhoogd risico op vaatijiden
diabetes mellitus type 2
insuline resistentie, ouderdomsdiabetes, leefstijl + insuline, verhoogd risico op vaatlijden