KNP interventies Flashcards
enzyme activity
is the conversion of one molecule into another, namely a substrate into a product.the substrates fore ach enzyme are unique and selective, as are the products.
suicide inhibitor
the irreversible type of enzyme inhibits which binds irreversibly to the enzyme. it permanently inhibits it and therefore essentially killes it by making the enzyme nonfunctional forever
reversible enzyme inhibitor
an enzyme’s substrate is able to compete with psychotropic drugs currently used in clinical practice namely the MAO, acetylcholinesterase and glycogen synthase kinase
pharmacokinetics
the study of how the body acts upon drugs, especially to absorb, distribute, metabolise and excrete them
pharmocodynamic actions of drugs
account for th therapeutic effects and side effects of drugs
cytochrome P450 enzym system
follow the same principles of enzymes transforming substrates into pdroducts. cup in the gut wall or liver convert the drub substrate into a biotransofmred product in the bloodstream. after passing through the gut wall and liver, the drugs will exist partially as unchanged drug and partially as biotransofmrd product in the bloodstream
polymorphic
when not all individuals have the same CYP enzymes
CYP enzyme 1A2
several antipsychotics and antidepressants are substrates for 1A2(as are caffeine). an inhibitor of 1A2 is the antidepressant fluvoxamine. this means when substrates of 1A2, are given concomitantly with an inhibitor of 1A2, the blood and brain levels of 1A2 substrates could rise
CYP enzye 2D6
antipsychotics and antidepressants. this enzyme converts 2 drugs, resperidone and venlafaxine into active drugs rather than inactive metabolites.
CYP 3A4
metabolises several psychotropic drugs as well as several of the HMG-CoA reductase inhibitors (statins) for treating high cholesterol
zorgstandaard
beschrijft de norm waaraan multidisciplinaire zorg moet voldoen. Het beperkt zich niet tot de inhoud van de zorg, maar richt zich ook op de organisatiestructuur van het zorgproces (de ketenorganisatie) en de bijbehorende kwaliteitsindicatoren.
richtlijn
beschrijft in detail de inhoud van de zorg. Het is een advies dat het ‘wat, wanneer en waarom’ beschrijft en is, evenals de zorgstandaard, gekoppeld aan een diagnose.
richtlijn stappen
- Persoonlijke diagnose naast classificatie
- Probleem-georiënteerde & oplossingsgerichte naast symptoomgerichte behandeling
- Symptomatisch, functioneel, maatschappelijk en persoonlijk herstel
- Ondersteuning van naastbetrokkenen
nadelen declaratiesysteem diagnose behandel combinatie/ zorgzwaartepakketten
- Allerlei verschillen maakten het moeilijk om de zorg te organiseren
- Véél administratieve lasten
- DBC’s sluiten onvoldoende aan op geleverde zorg/beperkt onderscheid
- Zorgvraag patiënt is niet meer zichtbaar
zorgprestatiemodel met invoering vanaf 2022
✓prestaties zijn herkenbaar en controleerbaar voor de patiënt ✓minder administratieve lasten
→Betere weerspiegeling van de geleverde zorg
indeling persoon op 5 verwijscriteria in gezondheidszorg
- Vermoeden DSM stoornis
- Ernst van de problematiek
- Mate van risico
- Complexiteit
- Het beloop van de klachten
KOP model
KlachtenOmstandighedenPersoonlijke stijl. biedt structuur voor behandeling. Op basis van een analyse van de anamnese gericht op klachten, omstandigheden en persoonlijke stijl komen de huisarts en poh-ggz samen met de patiënt tot een acceptabele en begrijpelijke probleemdefinitie/holistische theorie.
kop model in 5 stappen van probleem naar oplossing
K=klachten O=omstandigheden P=persoonlijke stijl
1 Creëren van overzicht met het KOP-schema
2 Bespreken van samenhang: beschrijvende diagnose (K = O + P)
3 Formuleren van doelen en een plan van aanpak
4 Uitvoeren van het plan van aanpak
5 Terugvalpreventie
persoonlijke stijl (draagkracht)
habituele manier van reageren (tekortschietende coping)
wat voorkom je met het KOP model?
- ingaan op omstandigheden die niet direct hebben geleid tot de klacht
- langere behandelduur dan nodig
- een beperkt overzicht voor de cliënt wat nu ontregeling geeft
- een passieve houding van de cliënt
gecontracteerde zorg
- Zorgverlener declareert naar de zorgverzekeraar
- Verzekeraars stellen de tarieven vast (en zitten soms onder de NZA maximale tarieven)
- Veel ervaren regeldruk voor de zorgverleners (contracteringsproces/ verwerking gegevens ed)
ongecontracteerde zorg
- Zorgverlener declareert direct naar de cliënt
- Gehouden aan maximale tarieven (NZA)
- Dient de client hierover goed te informeren.
- Cliënt betaalt de behandeling zelf.
routine outcome monitoring ROM
de methodiek waarbij regelmatig metingen gedaan worden van de toestand van de cliënten met het oog op evaluatie en eventueel bijsturing van de behandeling.
4 functies van ROM
- behandelen en begeleiden
2,. leren en evalueren - onderling vergelijking met andere zorgaanbieders
- onderzoeken
cliëntgerichte therapie
carl rogers. zelfgenezing, omgeving van respect, warmte. afwending van psychoanalyse
waarom is rogers zo belangrijk geweest voor de psychotherapie?
Heel belangrijk geweest in het opstellen van de voorwaarden van de therapeutische relatie
• Essentieel element voor alle behandelingen:
✓Onvoorwaardelijke positieve aandacht
✓Oprechtheid
✓Empathisch begrip
behaviourism
1900, enkel naar gedrag gekeken, gedachtes en gevoelens = black box
cognitivisme
1965, gedrag kan worden verklaard door enkel en alleen in stimulusrespons-termen te denken., ekening gehouden worden met cognities (informatie, opinies, waarden, etcetera) die het gedrag beïnvloeden
psycho-educatie
- Positieve invloed op stemming en de kwaliteit van leven
- Stelt de patiënt in staat om op verantwoorde wijze te beslissen over evt. verdere behandeling
- Bevordert therapietrouw
fase van verwerking na NAH
Fase 1 Terugverlangen
Fase 2 Bewust worden
Fase 3 Vooruitkijken zonder toekomstperspectief
Fase 4 Opbouwen nieuwe toekomst
NAH informatiebehoefte in fase
- beginfase (nadruk medische info)
- revalidatiefase(vragen over maatschappelijke veranderingen gebied financieen),
- chronische fase (gevolgen die dan meer zichtbaar worden op gebied van seksuele veranderingen, of emotie gedrag)
psychologische interventies voor stemming-en angststoornissen
CGT, IPT, MBCT, psycho-dynamische therapie, EMDR, DBS, CBASP, schematherapie
voor wie is CGT geschikt
angststoornissen, stemmingsstoornissen, impulcontrole stoornissen & verslaving, somatoforme stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen
CGT
tegenwoordig ook gericht op processen van info verwerkin (hoe selecteren interpreteren en archiveren mensen hun waarneming en heoe beïnvloedt dit hun gedrag?) hier en nu, client maken tot co-therapeut, functieanalyse (wat levert het gedrag op?), betekenisanalyse (wat betekent het gedrag?)
gedragsexperimenten
toetsen de cognities en alternatieve cognities van de patiënt en helpen de patiënt om zich minder angstwekkende cognities eigen te maken. Het is een als-dan toets.
opzetten van gedragsexperiment in stappen:
- het bepalen van de angstwekkende-niet helpende cognitie,
- het formuleren van een alternatieve cognitie,
- het bepalen van gedrag dat de angstwekkende-niet helpende cognitie onwaarschijnlijk zal maken,
- het maken van een voorspellingen
- het vast stellen van een oefensituatie.
functieanalyse
waarmee een verondersteld verband wordt aangegeven tussen disfunctioneel gedrag en consequenties van gedrag // wat levert het gedrag op
betekenis analyse
om een aangeleerde associatie tussen twee prikkels in beeld te brengen
schematherapie
manier hoe je situaties ervaart en interpreteert (schema), patronen herkennen begrijpen en doorbreken, gekeken naar herkomst van de patronen en waarom deze steeds terugkeren,
uitgebreide cognitieve model
overtuigingen -> assumpties -> coping strategieën -> situatie -> automatische gedachten -> gedrag
extinctie
conditioned stimulus herhaaldelijk aangeboden wordt zonder de geassocieerde aversieve prikkel
derde generatie cgt
richt zich op het leren van mindfulnessvaardigheden, acceptatie en effectiever leren omgaan met emoties en cognities zonder ze rechtstreeks te willen veranderen
cognitieve technieken
decatastroferen, reattributie, herdefiniëren, decentralisatie, meerdimensionaal evalueren
decatastroferen
De “wat als” techniek. Helpt bij anticipatieangst. Doel: afname vermijding
reattributie
Veranderen van automatische gedachten en assumpties.
herdefiniëren
Ingezet als pt het gevoel heeft er geen controle over te hebben→ herdefiniëren van een probleem
decentralisatie
Vooral toegepast bij angstige ptn die geloven dat ze de focus van andermans aandacht zijn.
protocol comet training
• Allereerst wordt gekeken waar iemand precies ontevreden over is. Dus wat houdt het negatieve zelfbeeld precies in.
• Vervolgens wordt geïnventariseerd wat het incompatibel tegenbeeld is, dus welk beeld van jezelf is in tegenspraak met je negatieve zelfbeeld.
• Dit wordt geïllustreerd met concrete tegenvoorbeelden.
• Vervolgens wordt gericht op het emotioneel versterken van het “nieuwe”
zelfbeeld, onder andere middels imaginatie, zelfspraak en muziek.
• Dit zal verstevigd worden middels contraconditionering; situaties die een trigger zijn voor je negatieve zelfbeeld worden gekoppeld aan een positief zelfgevoel.
• Tenslotte wordt geleerd van een negatief zelfgevoel over te schakelen naar positieve zelfwaardering.
typen exposure
in vitro (imaginaire taken), in vivo (in de werkelijkheid)
interoceptieve exposure
Het opzettelijk ervaren van beangstigende fysieke sensaties
Toepasbaar bij cliënten die angstig raken bij het ervaren van fysieke symptomen (versnelde hartslag, duizeligheid, benauwd voelen).
Vaak toegepast bij de Paniekstoornis.
huidige verklaring werkzaamheid exposure
- Belang van de context
- Exposure is effectief als nieuwe associaties sterker worden dan oude associaties.
- Je leert door exposure niet iets af maar iets bij!
exposure is soms nog beter werkzaam als
• Als de pt. de controle krijgt zelf te bepalen hoe lang hij zich in een angstige situatie bevindt.
• Als er korte exposure opdrachten gegeven worden.
• Als er een sterke variatie is in context en random angstvariaties.
- mogelijkheid om veiligheidsgedrag te gebruiken
CGT bij jeugdigen
cognitieve herstructurering, vaardigheidstraining en ontspanning, plannen voor het voorkomen van een terugval, model-leren, beloningsschema’s
onderzoek CGT bij jeugdigen
- Toevoegend effect van ouderrol bij behandeling angst is nog niet duidelijk.
- Betrokkenheid van angstige ouder bij behandeling angstig kind lijkt noodzakelijk.
anosognosie
kwijtraken van de referentie wat normaal is
veranderingen in denkstijl bij NAH patiënten wat CGT bemoeilijkt
oordeels-en kritiekstoornissen(maken de toetsing van eigen gedrag en andermans gedrag moeilijk) , anosognosie(kwijtraken referentie normaal), meer zwart-wit denken
behandeling depressie - van belang bij keuze behandeling :
- Duur en ernst van de depressie
- Is het een recidief of een eerste episode?
- Resultaat van evt. eerdere behandelingen
- Voorkeur patiënt
(en altijd psychologie-educatie geven)
behandeling depressie korter dan 3 maanden (niet te ernstig
kortdurende interventie, zoals zelfhulp of activerende begeleiding, kortdurende gestructureerde behandelingen
behandeling depressie langer dan 3 maanden of ernstige klachten// bij zeer ernstige depressei
keuze maken tussen psychotherapie of medicatie // voorkeur medicatie
behandeling bipolaire stoornissen
Psychologische behandeling (altijd in combinatie met farmacotherapie en in rustige fase)
▪ Psycho-educatie
▪Cognitieve gedragstherapie
▪Interpersoonlijke- en gezinsgerichte therapie
▪Bevorderen regelmatig dagritme (ivm risico’s van circadiaanse verstoring)
oplossingsgerichte therapie
Uitgangspunten:
Het is niet altijd nodig om inzicht te hebben in het ontstaan van problemen om ze te kunnen oplossen.
Als de therapeut maar aansluit bij de manier van samenwerken van de patiënt is er altijd sprake van samenwerking.
3 typen relaties tussen therapeut en patient
- “De bezoeker”; door een ander verwezen naar de therapeut (ervaart zelf nog geen probleem)
- “De klager”; ervaart een probleem maar externaliseert de oorzaak van het probleem
- “De klant”; ervaart een probleem en ziet zichzelf als onderdeel van het probleem
De therapeut dient technieken in te zetten om het type relatie “klant” te verkrijgen.
protocol tussen client en therapeut
• Kennismaking (vragen om te ontdekken wie de cliënt is)
• Probleeminbreng (Wat brengt u hier? Na een verhaal wordt de vraag gesteld ; Hoe is dit een probleem? Uitzonderingen op het probleem? Wat heeft u al geprobeerd en wat heeft daarvan u geholpen?
• Doelformulering (stellen van de wondervraag)
• Uitzonderingen (Wat zijn momenten waarop het al een klein beetje lijkt op de
gewenste toekomst?)
• Schaalmeting (Hoe is je huidige functioneren?)
• Samenvatten door therapeut over de krachten en oplossingen.
• Therapeut geeft een gedragssuggestie of observatiesuggestie.
• Vervolggesprek: Wat is er beter gegaan?
EMDR
zou worden opgewekt door een ontspanningsreactie uitgelokt door oogbewegingen. Die zouden lijken op oogbewegingen tijdens de REM-slaap.Er treden meer aspecten op waaronder cognitieve fenomenen zoals spontane veranderingen in betekenisverlening van de traumatische gebeurtenis. De R van Reprocessing.
stappen emdr
- Introductie
- ‘Scherpstellen’ (Assessment)
- Desensitisatie
- Installatie van de PC (Positieve Cognitie)
- Body scan
- Flashforward
- Future template
- Positief afsluiten
stap 2 scherpstellen(assessment) -. 4 domeinen bij het in emdr
- Controle
- Veiligheid
- Zelfwaardering
- Verantwoordelijkheid/ schuld
adaptive information processing model voor EMDR
Shapiro’s verklaringsmodel , ptss is als een ontwrichte ervaring die ten tijde van de gebeurtenis worden opgeslagen (fear memory networks). deze networks kunnen in het heden gemakkelijk worden geactiveerd door een variëteit aan stimuli. Dit kan zich uiten in flashbacks, nachtmerries maar ook in emotionele reacties en gedrag.. EMDR zou het natuurlijke verwerkingssysteem activeren en stimuleren.
interhemisferische communicatie
Bilaterale oogbewegingen leiden tot een toename van interhemisferische informatie overdracht
▪ > Positief effect op het ophalen van episodische geheugenrepresentaties. beide horizontale & verticale oogbewegingen voldoen.
werkgeheugen taxatie theorie EMDR
door herinneringen in het werkgeheugen te brengen worden ze labiel en maken ze ruimte voor positieve cognitieve veranderingen die opgeslagen worden in het lange termijn geheugen
hoe heelt mindfulness ; zelfregulatie
- Lichaamsbewustzijn
(betere zelfzorg, ook herkenning van emoties) - Regulering van de aandacht (verbetering executieve functies/mentaal)
- Emotieregulatie
(uitdoving en non-reactiviteit, metacognitief gewaar zijn gedachtenregulatie) - Ander perspectief op het Zelf (non-identificatie)
strategisch onderhoudsgedrag bij depressie waardoor depressie in stand blijft
- Vermijden door gedrag:
je terugtrekken, affectisolatie, jezelf afleiden, onderdrukken. - Vermijden door denken:
elaboration;
rumineren, oplossingen bedenken, negatieve gedachten
verschil CGT en midnfulness
CGT: • Verandert inhoud van de cognities en overtuigingen
• rationeel
midnfulness: • Verandert de relatie tot de cognities en overtuigingen
• experientieel
mbct en actuele depressie
• Depressieve klachten nemen af na MBCT • Vooral door: - afname rumineren en piekeren, - toename innerlijke houding van ‘acceptatie en zelfcompassie - meta-awareness
hoe de hersenen veranderen door mbct
- amygdala wordt rustiger (limbisch systeem, gevarendetector, actief bij : angst, depressie, PTSS)
- anterior cingulate cortex reguleert gedachten emoties en gedrag, inhibieert amygdala
- insula cortex: verbinding geest-lichaam
insula
centrale rol bij de beleving van representaties van het lichaamsschema, en de hiermee verbonden subjectieve belevingen.// neemt in omvang toe bij mediteren// activiteit neemt toe waardoor terugval depressie minder wordt —-»> maar wel nog veel onduidelijk over!!!!
up down regulatie
Met up- en downregulatie wordt in de biologie doorgaans gedoeld op de regulatie van de activiteit van bepaalde op cellen gelegen receptoren door hormonen. Met downregulatie bedoelt men vermindering van de activiteit, gevoeligheid of het aantal van deze receptoren, met upregulatie de vergroting hiervan.
cafeïne is een substraat voor
leverenzym CYP1A2 (als je rookt, broccoli eet, kool en gegrild vlees eet wordt dit leverenzym geïnduceerd en verkort je daarmee de halfwaardetijd van cafeïne) (als je de pil neemt grapefruitsap drinkt enz inhibttert dit de werking van leverenzymen en kan daarmee de piekplasma waarde verhogen en de halfwaardetijd van cafeïne aanzienlijk verlengen)
substraat
Een substraat is in de biochemie een stof die via een chemische reactie wordt omgezet met behulp van een enzym als katalysator. Het enzym gaat daarbij tijdelijk een verbinding aan met het substraat. Nadat het substraat is afgebroken komt het enzym weer vrij.
enzym
after a substrate binds to an enzyme, it is turned into a product which is then released from the enzyme
maximale plasmaconcentratie
maximum bereikte concentratie in het bloed
(Tmax)
tijd van max waarde van de plasmaconcentratie ; belangrijk voor werkingssnelheid en verslaving (bijv cocaïne en ritalin)
halfwaardetijd
tijd tot de helft van de stof is uitgescheiden. T1/2 o.a. belangrijk voor werkingsduur en ontwenning (bijv methadon, prozac)