Probleem 8 Flashcards
De gemene rechtsleer
het privaatrecht is in beginsel van toepassing op alle rechtsverhoudingen, dus ook op die tussen overheid en de burger, tenzij uit het publiekrecht anders voortvloeit. Het bestuursrecht staat dus als bijzonder recht tegenover het algemene recht; waar het ruimte laat, gelden de privaatrechtelijke regels.
Kritiek op de gemene rechtsleer
1 overheid door gebruik te maken van het privaatrecht, de publiekrechtelijke waarborgen voor burgers kon doorkruisen.
2 de positie van de derde-belanghebbende; zij zijn geen partij bij een overeenkomst en hebben derhalve niet de mogelijkheden van inspraak en rechtsbescherming die zij in publiekrechtelijke procedures doorgaans wel hebben
De invullende rechtsleer
De invullende rechtsleerde overheid geen keuzevrijheid heeft tussen publiek- en privaatrecht. Aan het privaatrecht kunnen dan ook geen bevoegdheden voor de overheid worden ontleend om publieke belangen te behartigen.
De gemengde rechtsleer
kunnen in één rechtsverhouding
zowel normen van publiekrechtelijke alsVolgens de gemengde rechtsleer kunnen in één rechtsverhouding zowel normen van publiekrechtelijke als
privaatrechtelijke herkomst van toepassing zijn.
De gemeenschappelijke rechtsleer
Publiekrecht en privaatrecht bestaan naast elkaar, en het algemeen recht staat hierboven.
De leer van de onaanvaardbare doorkruising
Eerst dient te worden bezien of de wet zelf een uitdrukkelijk antwoord geeft op de vraag of de privaatrechtelijke weg is toegestaan.
criteria om vast te stellen of gebruik van het privaatrecht is toegestaan
- De inhoud en strekking van de betrokken regeling
- De wijze waarop en de mate waarin in het kader van die regeling de belangen van burgers zijn beschermd
- Of de overheid door gebruikmaking van de publiekrechtelijke regeling een vergelijkbaar resultaat kan bereiken