probleem 4: attitudes leerdoel A: persuasion Flashcards
Third-person effect
Veel mensen denken dat ze minder beïnvloedbaar zijn dan anderen bij advertenties (terwijl ze in werkelijkheid even gevoelig zijn).
Persuasion
het proces waardoor houdingen veranderen.
Als je iemands houding over een kwestie wilt veranderen, zou je dit waarschijnlijk proberen door een overtuigende communicatie. Persoon, internet, media, geschreven woord, foto, video.
Persuasive communication
een boodschap die bedoeld is om iemands houding en gerelateerd gedrag te veranderen.
the elaboration-likelihood model of persuasion (elm) / dual-process model of persuasion
Er zijn 2 verschillende benaderingen van persuasion:
1) Central route to persuasion, het proces waardoor mensen hard en kritisch nadenken over de inhoud van de communicatie en worden beïnvloed door de kracht en kwaliteit van de argumenten.
2) Peripheral route of persuasion, het proces waardoor mensen niet hard en kritisch nadenken (niet goed) over de communicatie en worden beïnvloed door oppervlakkige aanwijzingen.
Heuristic-systematic model (HSM)
Dit model maakt een verschil tussen systematic prossesing van de boodschap en heuristic prossessing.
Mensen gebruiken cognitive heuristics om makkelijk informatie te verwerken. ‘mental short-cuts’ vb: statistieken liegen niet, lang argument zal wel goed zijn ect. Mensen gebruiken de heuristieken zolang ze tevreden zijn met de houding die zij aannemen. Als ze te weinig vertrouwen hebben over op systematic processing.
sleeper effect (onderdeel yale attitude change approach)
Na verloop van tijd wordt de boodschap effectiever en beïnvloed het ons, niet direct. Je hebt een boodschap ergens een keer gelezen op dat moment niet belangrijk. Later heb je het hierover en dan denk je er weer aan terug (bron is niet meer bekend) maar je neemt sneller aan dat het waar is omdat je het eerder (onbewust) hebt gezien.
Yale Attitude Change Approach
studie waarbij gekeken werd wanneer mensen het snelst hun houding veranderen na overhalende berichten -> niet duidelijk welke aspecten van persuasive communication belangrijker waren dan anderen.
Factoren:
Source, wie?
- Geloofwaardige sprekers (expertise)
- Aantrekkelijke sprekers
- Snelheid van praten, mensen die snel praten hebben meer invloed dan mensen die langzaam praten, want het geeft de indruk dat mensen weten waarover ze praten.
- Trust-worthy
- Status maatschappij
- Gelijkenis
- Uiterlijk
- Sleeper effect
Als je meer geïnteresseerd bent (hoge involvement), zijn bijzaken (source) minder belangrijk.
Message, wat?
- Boodschappen die niet lijken te beïnvloeden, beïnvloeden juist. (
- Tweezijdige communicatie, geen eenzijdige
- Als er speechen worden gegeven achter elkaar, kun je het beste als eerste zodat mensen nog niet discussiëren eerste speech meeste indruk
- Taalkracht, krachtige taalstijl werkt overtuigender, dan machteloze stijl negatieve indruk
- Angst, (fear-arousing communication) berichten die angst opwekken kunnen erg effectief werken. Te veel angst opwekken werkt averechts. Juist vertellen wat je kan doen om de angst te verminderen. (Oplossing)
- Herhaling van de boodschap
- Lengte boodschap, kort maar kracht, alleen toegevoegde waarde centrale route. Langdradig peripheral route.
- Levendigheid, persoonlijk verhaal werkt beter dan cijfers.
- sleeper effect
Audience, aan wie?
- Afgeleid publiek is sneller overgehaald
- Lage intelligentie en matig zelfbeeld is sneller overgehaald (self-esteem)
- Zelfverzekerheid lastiger om overgehaald te worden
- Extra beïnvloedbaar tussen 18-25
- Positieve emoties, goed humeur werkt alleen bij peripheral route
- Cultuur: individualistische culturen zijn sneller overtuigd door een individualistische boodschap (en zo ook bij collectivistische samenleving)
- Leeftijd, nieuwe fase van je leven juist op zoek naar verandering.
- Persoonlijkheid