probleem 1: head in the clouds Flashcards
common sense theorie
stimulance→ emotie→ arousal
Verdriet: eerst innerlijk voelen, later pas huilen.
James-Lange theorie
stimulance→fysieke reactie→ emotie
Eerst iets doen daarna erbij denken waarom je dat doet of voelt:
Slang zien→ hartslag stijgt→ angst voelen.
Canon Bard theorie
stimulance –> brein activiteit –> emotie en arousal tegelijk.
Verschillende emoties hebben dezelfde lichamelijke reactie –> lastig te onderscheiden welke emotie je voelt.
Schachter en Singer theorie
stimulatie→ arousal→ label de arousal, beïnvloed door omgevingsfactoren→ emotie.
De emotie wordt later gelabeld dan de arousal die ervaren is. Het labelen van de emotie wordt sterk beïnvloed en kan anders worden geïnterpreteerd dan bedoeld was.
two-factor theorie
1) Het ervaren van een vorm van arousal
2) Cognitive interpretation die de arousal labelen en vaststellen welke emotie en waarom die ervaren wordt.
Je voelt de arousal en je brein koppelt dit gevoel aan een emotie. Misattributie is mogelijk gevolg.
emotional lability
Soms heb je te maken met arousal wat onverklaarbaar is en als verschillende emoties kan worden ervaren. Dit is afhankelijk vanuit welk perspectief je de oorzaak verklaar voor wat je ervaart.
Excitation-transfer model: (misattributie)
het uiten van een emotie is een functie van
1) aangeleerd agressief gedrag
2) opwinding of opwekking van een andere bron
3) de interpretatie van de persoon in welke vorm van arousal hij/zij zich moet uiten.
Verschil tussen missattributie en excitation-tranfer model is dat missattrubutie gelijk plaatsvindt en excitation-transfer gebeurt later.
Zillmann’s theorie: een vorm van arousal in een eerdere situatie kan leiden tot bepaald gedrag in een andere situatie. Terwijl deze situaties in eerste instantie niks met elkaar te maken hebben.