probleem 2: risico- en oorzakelijke factoren (alle 3) Flashcards
biologische factoren
- Kans op anorexia binnen families is 11,4 keer groter en voor boulimia 3,7 keer groter.
- Gen op 1ste chromosoom restricing anorexia, en gen op 10de chromosoom boulimia nervosa. Niet genoeg bewijs hiervoor.
- Eetstoornis is mogelijk gelinkt aan genen die gaan over regulatie van serotonine (eetgedrag en stemming). Serotonine stuurt boodschappen naar hypothalamus, door verstoring eetstoornis. Vooral boulimia, want door verstoring snakken naar koolhydraten (nog te weinig bewijs en onderzoek naar gedaan).
- Er is veel overlap tussen anorexia en boulimia mogelijk veroorzaakt door zelfde genetische factoren (nog niet precies duidelijk welke).
- Mogelijk dat genetische factoren een grotere rol spelen na de puberteit, omdat deze bepalen hoe iemand reageert op psychosociale risico factoren. Dit speelt meer een rol na puberteit.
hersenafwijkingen + setpoint
- Hypothalamus belangrijk regulatie eetgedrag. Stimulatie laterale hypothalamus eten (zelfs als je vol zit & reactie op angst), er is nog niet genoeg bewijs dat deze betrokken is.
- Schade aan frontale en temporale cortex (invloed lichaamsbeeld en geur en smaak) bijdrage ontwikkeling anorexia of boulimia.
- Lichaam heeft een set point gewicht. Hongergevoel is stimulatie om meer te eten en aan te komen en weer rond setpoint gewicht te komen. Anorexia patiënten onderdrukken dit gevoel. Boulimia patiënten dit hongergevoel eetbuien.
Socioculturele factoren
- Westerse culturen ideaalbeeld wordt steeds slanker sociale druk bij mensen met hoge SES. Anorexia meisjes voelen druk om te voldoen aan dit beeld.
- Niet-westerse landen iets dikker is mooi, want dun representeert ziekte/armoede.
ideaalbeeld veranderd door komst westerse tv. - Onderzoek: 3 minuten kijken naar dunne modellen symptomen van eetstoornis en gevoelens van stress, depressie, schaamte en onzekerheid. (geldt vooral voor al onzekere meiden en voelen sociale druk)
- Mensen uit directe omgeving die praten over afvallen spelen ook rol.
Familie-invloeden
- 1/3 van mensen met anorexia komt uit stijf, minder samenhangend gezin met slechte communicatie.
- Ouders: voorkeur voor goed uiterlijk, dunheid, diëten en zijn perfectionistisch.
- Sterk controlerende ouders
- Boulimia patiënten zien hun gezin als minder samenhangend dan ouders. En hoge verwachtingen ouders, kritiek van familie op gewicht & diëten grotere kas
- Mensen met BED komen vaak uit familie waar dit ook voorkomt.
- Persoon met eetstoornis heeft positieve of negatieve invloed op gezin.
individuele risicofactoren deel 1
Geslacht: vrouwen hebben een groter risico op ontwikkelen van anorexia en boulimia. Ook homoseksuele mannen hebben een grotere kans (seksueel en aantrekkelijk uiterlijk). Mensen in een relatie kleinere kans.
Internaliseren dunne ideaal: ‘dun’ wordt soms gezien als goed of succesvol en als schoonheidsideaal. Mensen gaan een dieet volgen = internaliseren van schoonheidsideaal. Dit kan een vroeg component zijn in het ontwikkelen van een eetstoornis.
Perfectionisme: het hebben van hoge standaarden en tekortkomingen niet accepteren groetere kans op ontwikkelen eetstoornis (vooral anorexia). Het heeft ook een genetische basis. Mannen met eetstoornis zijn minder perfectionistisch als vrouwen. Persoonlijkheidseigenschappen lijken soms te ontstaan door eetstoornis en na herstel weer te verdwijnen, dit is bij perfectionisme niet het geval.
individuele risicofactoren deel 2
Negatief zelfbeeld: door socioculturele druk veel meisjes ontwikkelen een verkeerd, negatief beeld over hun lichaam. En veel meiden hebben het idee dat anderen hun lichaam beoordelen. Ontevredenheid ontstaat door lichaam afwijkt aan norm.
Diëten: 39% vrouwen en 21% mannen dieet om gewicht te verliezen. Dit kan omslaan naar eetstoornis. De meerderheid van anorexia en boulimia heeft in verleden diëten gevolgd. Niet iedereen die dieet ontwikkelt stoornis, dit hangt samen met andere factoren.
Negatieve emotie: negative affect (zich slecht voelen) kritischer op zichzelf negatief zelfbeeld verhoogd risico op ontevredenheid met lichaam meer focus andere negatieve aspecten en dit wordt overdreven. Depressie en negatieve gevoelens zijn belangrijke voorspellers en zorgen voor het behoudt van eetbuien (bij stress en verdriet).
Seksueel misbruikt in kinderjaren: werkelijke band is nog niet bewezen, maar mogelijk er is mogelijk een indirect verband. Het zorgt voor andere risicofactoren zoals, slechter zelfbeeld of mogelijke depressies. Behoefte aan controle speelt ook een rol.