Pre- en perinatale infecties: viraal Flashcards

1
Q

Herpes simplex virus (HSV), eigenschappen

A

lage incidentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Herpes simplex virus (HSV), symptomen

A

neonatale herpes

gedissemineerde infectie met hoge mortaliteit (convulsies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Herpes simplex virus (HSV), diagnose

A

inspectie en evt. kweek/PCR 3e trim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Herpes simplex virus (HSV), therapie

A

keizersnede of antivirale middelen bij letsels >36 w

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Herpes simplex virus (HSV), preventie

A

niet veralgemeend, tenzij bij gekende recidiverende herpes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Herpes simplex virus (HSV), transmissie

A

perpartale besmetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Herpes simplex virus (HSV), risicofactoren

A

primo-infectie
herpes letsels
asymptomatische virusuitscheiding tijdens zs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

HIV, transmissierisico

A

30% transmissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

HIV, symptomen

A

miskraam
vroeggeboorte
doodgeboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

HIV, diagnose

A

virale lading bepalen op 36w

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

HIV, therapie

A

moeder:
HAART en keizersnede wanneer er virale lading detecteerbaar is op 36w anders vaginaal mogelijkheid

neonatus: Retrovir en geen BV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

HIV, risicofactoren

A
  • moeder: ↑seksuele contacten, endemisch, drugs, CD4+ aantal, stadium, modus partus, duur ROM, andere SOA
  • virus: fenotype/lading
  • foetus: prematuriteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

HIV, preventie

A

Na informed consent iedereen testen en ook screenen op andere SOA en cervixCA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rubella, eigenschappen

A

lage incidentie

druppelinfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rubella, symptomen

A
microcefalie
oogaantasting
cardiale”  (open DA)
hepatosplenomegalie
infecties
doofheid 
botletsels
purpura
convulsies
12-16: enkel doofheid
>17w: geen sequellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rubella, diagnose

A

moeder: IgM én IgG bepalen

Bij kind: IgM en virusisolatie, IgG tot 1 j

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Rubella, therapie

A

Bij vermoeden recente infectie 1e trim interruptie voorstellen of bijkomende testen op foetus

18
Q

Rubella, preventie

A

Vaccinatie

Dus wanneer vrouw weet dat ze zwanger wil worden en IG -, laten vaccineren.

19
Q

Rubella, transmissierisico

A

voor 13w 88%
13-16w 55%
16-17w 40%
kind is infectieus tot 1 jaar

20
Q

Hepatitis B, eigenschappen

A

Frequenter
DNA virus
seksueel, bloed, perinataal of placentair

21
Q

Hepatitis B, risicofactoren

A

etniciteit, IV-druggebruik

22
Q

Hepatitis B, symptomen

A

preterme geboorte bij maternele infectie 3e trim

meestal milde hepatitis, maar 90% blijft drager met mortaliteit 25%

23
Q

Hepatitis B, diagnose

A

HBsAg en wanneer + verder uitwerken

24
Q

Hepatitis B, therapie

A

pasgeborenen van HBsAg + moeders worden zowel actief als passief gevaccineerd

25
Q

Hepatitis B, Preventie

A

alle screenen, hoog risico herscreenen 3e trim

26
Q

CMV, eigenschappen

A

frequent!
DNA virus
transmissie via speeksel, bloed, sperma, cervixsecreet, urine, placentair

27
Q

CMV, risicofactoren

A

↓SES

↑seksueel contact

28
Q

CMV, transmissie

A

bij moeder met primo-infectie: 40%

29
Q

CMV, symptomen

A
  • 15% slecht (handicap nadien): hydrops, calcificaties, ventriculomegalie, hepatosplenomegalie, Icterus en purpura, IUGR, microcefalie, poly/oligohydramnion, echogene darmen, infecties
  • 85% asymptomatisch
30
Q

CMV, diagnose

A

kweek
IgM en IgG
foetale echo
isolatie uit amnionvocht

31
Q

CMV, preventie

A

moeilijke discussie (niet elk kind gaat slecht)
Seronegatieve risicogroepen tips geven
elke vrouw in B begin van zs
serologie

32
Q

Herpes zoster virus (HZV), eigenschappen

A

zeer infectieus

minder frequent

33
Q

Herpes zoster virus (HZV), symptomen

A
  • embryopathie met hydrops, hartafw en huidletsels

- bij neonaat (↑mortaliteit!)

34
Q

Herpes zoster virus (HZV), diagnose

A

antigen
IgM en IgG
foetale echo

35
Q

Herpes zoster virus (HZV), therapie

A
  • aciclovir igv kliniek

- partus: uitstellen

36
Q

Herpes zoster virus (HZV), preventie

A

serologie onbekend: IgG

afwezige IgG: VZIG

37
Q

Parvovirus, eigenschappen

A

transmissie via respiratoire secreties

  • bij volw rash tot RAAA
  • kind: eryth inf.
38
Q

Parvovirus, symptomen

A

miskraam, anemie, hydrops, doodgeboorte

wanneer overleven: geen sequellen

39
Q

Parvovirus, therapie

A

Bij hydrops en anemie navelstreng-punctie met evt. transfusie

40
Q

Parvovirus, diagnose

A

IgM en IgG bij vermoeden

echo om 2 w bij bewezen infectie 10 w

41
Q

Parvovirus, preventie

A

niet screenen

42
Q

Parvovirus, transmissierisico

A

33%