GKE pneumologie Flashcards
Piekstroommeting
=> PEF (met wright stroommeter): enkel eerste 1/10e sec van belang! 3x doen en hoogste waarde meenemen
ND: maakt geen verschil tss restr of obstruc longlijden + indien normaal, geen garantie voor normale functie
INDICATIES:
- therapie effect,
- voor dreigende exacerbatie,
- bij asthma voor en na B2-mimetica (ook handig bij diagnose!)
ABG (arteriële bloedgasmeting)
= Arterieel bloed in gehepariniseerde spuit
OPMETKING: capillair bloed is betrouwbaar voor pH en PaCO2 maar NIET voor PaO2
1) NORMAALWAARDEN: pH: 7,35 - 7,45 pO2: 75 - 100 mm Hg pCO2: 35 - 45 mm Hg HCO3- (bicarbonaat)/tCO2: 22 - 26 mmol/L Base Excess: -2 - 2 mmol/L O2 saturatie: 95 - 98% streefwaarde 100 %
2) kan ook bepaald worden voor opsporen van eventuele hemoglobinevarianten:
-Carboxymethemoglobine (CO-intox)
-Methemoglobine (door:
bepaalde medicijnen, zoals sulfonamiden;
exogene stoffen, zoals nitriet;
erfelijke factoren, zoals een deficiëntie van het NADH-methemoglobinereductase enzym of
sommige hemoglobinopathieën (b.v. HbM)
-Suflhemoglobine (medicamenteus vb sulfonamiden)
Pleurapunctie
- steeds thv BOVENZIJDE rib (aan onderzijde liggen V A N)
- onderzoek dit biochemisch:
EIW, glucose, LDH, hyaluron, bacteriol, cytologisch (aantal cellen, diff cellen, maligne cellen?) - eventueel daarna biopsie of pleuroscopie
Verdedigingsmechanismen van de longen
aerodynamisch,
mucociliair transport,
respiratoire reflexen,
niet-specifiek humoraal (Fe-bindende molec, complement C3C5, surfactant),
niet-specifiek cellulair (alveolaire macrofaag, neutrofiel granulocyten),
humorale immuno mechanismen (IgA, IgG (IgG2)),
cellulaire imm mechanismen (T-lymfocyten)
Statische longvolumina
= onafh van snelheid ademhalen
VC, RV, TLC (VC+RV), TV, FRC
Dynamische longvolumina
=snelheidsafhankelijk
ESW, Tiffeneau (ESW/VC), MAMV
acuut - subacuut- chronisch
Acuut : < 3w // subacuut: 3-8w // chronisch: > 8w
Tracheitis symptomen
- HOEST! (Van afwezig tot productief )
- retrosternale pijn
- 1a2 d koorts
- eventueel piepende/brommende ronchi
- vnl dr adenovirus, infl virus, mycoplasma
Tracheitis therapie
- meestal zelflimiterend
- symptomatisch, eventueel hoestwerend middel, warme dampen, geen mucolytica
- indien mycoplasma doe doxy, mino, marcrolide
Astma bronchiale pathologie
- diffuse luchtwegOBSTRUCTIE:
- Verdikking dr oedeem, hyperemie, cellul infiltratie;
- Samentrek bronch gladde spiercellen;
- Opstapelen secreties; chronische INFLAMMATIE van de luchtwegen; associatie met luchtwegHYPERRESPONSIVITEIT (overmatige reactie, bronchoconstrictie na stimuli),
- REVERSIEBEL
Types:
- intermittent,
- mild persisterend,
- matig persisterend en
- ernstig perst)
Vnl dominatie van T-lymfocyten, eosinofielen en mastcellen)
Ernst afh van dyspnoe, spreken, ADHfreq, pols/HR, PEF, O2 saturatie (<90% ernstig! Doe dan SABA en solumedrol)!
Astma bronchiale symptomen
- dyspnoe, piepende ADH, hoest, benauwdheid: vnl ’s nachts + vroege morgen, knn uitgelokt w dr prikkels
- diffuus verspreide piepende ADH
- nachtelijk dyspnoe aanval
- dyspnoe dr verhoogde lucthwegwrs
- horizontale stand ribben + sec ADHspier
- ‘ernstig’ vanaf verstoring nachtrust en ADL
astma bronchiale diagnostiek
- Aanval: verlengd expirium, wheezing!!
-anamnese!!
-ausc: verspreidde piepende rhonchie, intermittent
-PIEKSTROOMMETING!!
Hoge variatie
Reversibiliteit na toedienen sympathicomimeticum!
-spirometrie: reversibiliteit van 1secwaarde
-test niet-specifieke bronchiale reactie
-allergische astmacontrole (huid-test, RAST, bronchiale allergeenprovocatie)
Astma bronchiale therapie
*CAVE: geef GEEN propranolol (b-blokker) gezien meer luchtwegvernauwing; geef GEEN cholinerge stoffen gezien toename bronchoconstrictie
- CHRONISCH
* ONDERHOUDSTHERAPIE- inhalatiecorticoiden (ICS) !!! FLIXOTIDE > pulmicort, budesonide
- cromoglycaat
- langwerkende sympaticomimetica (bronchusverwijd + bescherm) STEEDS ASSOCIEËREN AAN cortico’s !!
- Combi: symbicort
- Theofylline: CAVE: spiegel volgen (nauwe therapeutisch-toxische marge)
- Leukotrienes: Montelukast
- Anti-IgE monoclonaal SC
- NOODMEDICATIE
- kortwerkende inhal sympaticomimeticum: VENTOLIN=salbutamol
- anticholinergica: werken trager, bij intolerantie voor sympaticomimeticum :DUOVENT, ATROVENT
- Indien onvoldoende effect doe anti-inflammatoir (orale cortico’s) in hoge dosis (met daarna evt. afbouwschema)
- ACUUT (exacerbatie)
-primair: herhaald aërosol met B2-agonist + vroeg cortico’s
a) mild-matig:
inh sympt 2-4p/20min
Na 1 u eventueel + 32 mg metylprednisolone
b) ernstig-arrestdreiging:
inh symp 4-10/20min + 32mg metylprednisolone direct
COPD pathologie
- typische presentatie: Blue blotter (dik), Pink puffer (mager)
- diffuse luchtwegobstructie
=> Vernauwing luchtwegen progressief door
1. Kleine luchtwegpathologie (obstructieve bronchiolitis)
2. Destructie longparenchym, verlies normale elastische eigenschappen (EMFYSEEM: abnormale verbreding alveolaire ruimten distaal van terminale bronchioli met destructie alveolaire wanden), EERDER IRREVERSIEBEL, associatie met abnormale ontstekingsreactie tov ingeademend schadelijke partikels en/of gassen . - Risico hoog:
1. Roken
2. Schadelijke stoffen
3. Alfa1-antitrypsinedeficiëntie - Verwikkelingen:
1. Acute exacerbatie
2. Acute respiratoire insufficiëntie
3. Chronisch Cor pulmonale
4. Pneumothorax (sec)
5. Reuzenbullae
COPD symptomen
Sinds jaren hoest met opgeven muceuse sputa
- dyspnoe
- lichte/matige hemoptoe
- diffuus verspreide piepende ADH, verminderd vesiculair ademgeruis
- clubbing
- horiz stand ribben (tongvormige thorax en toegenomen AP-diameter) + sec AHspieren
- slapeloosheid, gedaald intelect, hoofdpijn
A) Vroeg: hypersecretie + ophoesten ervan
B) Bij toenemen: dyspnoe dr luchtwegobstructie, hyperinflatie en verhoogde ademarbeid
+ ontstaan van art hypoxemie met cyanose (dr gestoorde ventilatie/perfusie verhouding; door COPD worden gedeelten long minder geventileerd en zonder aanpassen pulmale circulatie=> bloed onvoldoende geoxygineerd)
COPD diagnostiek
- lage ESW + sympt van dyspnoe en gedaalde inspanningstolerantie
- luchtwegenobstructie belangrijkste indicator voor verdere evolutie
- Vaak chronische hypoventilatie met dus daling pH, gestegen PCO2 en gestegen bicarbonaat
- Vaak stijging druk in de art pulmonalis (secundaire pulmale hypertensie!)
- Acute exacerbatie
LONGFUNCTIEMETING:
- neemt na inhalatie met bronchusverwijder max 10% toe
- Gedaalde piekflow en ESW
- gedaalde vitale capaciteit (VC)
- gestegen RV
- gestegen totale longcapaciteit (TLC)
- gedaalde Tiffenau (ESW/VC)
- gedaalde diffusie
BLOEDGAS: licht tot matig hypoxemie, zonder hypercapnie
Acute COPD exacerbatie
- vnl dr Strepto pneum, hemofil influen, moraxella cattar (the infernal three)
- aPCO2 stijgt snel,
- acute respiratoire acidose,
- arteriële hypoxemie snel,
- snelle alveolaire hypoxemie,
- relatief bruusk toename druk artaria pulmalis en
- acute RE hart decompenstatie
(oedeem OL, stuwing halsvenen, grote lever)
*CAVE opgelet bij O2 geven, gezien ongevoelig voor CO2 is O2 belangrijkste ventilatie prikkel
COPD therapie
- ESW < 1l => slechte prognose
- CAVE: geef bij exacerbatie niet teveel O2 gezien O2 enige drive is (chronische hypercapnie maakt AHcentrum ongevoelig voor te hoge CO2)
- Specifiek
• Alfa 1 antitrysine substitutie
• rookstop
2. Symptomatisch • Sympaticomimetica bv (I) salbutamol maar (II) langwerkend beter • Anticholinergica (duovent/atrovent) • Theofylline enkel bij hyperinflatie • Onderhoud met Corticoïden (III) • IV: zuurstof +/- OP
- Secundair
• Chronische zuurstof (terugbetaald)
• Hypercalorische voeding (cfr. pink puffer)
=> Indien stabiel COPD, behandeling afhankelijk van GOLD stadium samen met symptomen en risico’s:
A. SAMA/SABA (zo nodig) + aanpak RFn (roken, vaccinatie)
B. A + LABA/LAMA + revalidatie!!
C. ICS+LABA/LAMA (vanaf < 50%)
D. ICS+LABA/LAMA + chronisch O2/operatie
=> Exacerbatie:
- SAMA of SABA in nood
- EN D’OFFICE AB!!!!!!! (amoxicilline indien niet werkt amoxyclav),
- CAVE met O2
aspiratiepneumonie
- Vaak dr anaerobe kiemen: bacteroides, peptostreptococcus, fusobact
=> AB hieraan aanpassen - Vaak bij pt met gedaald bewustzijn, dysfagie of nasogast sonde
atelectase
- gedempte percussie
- streng te zien op RX
- deel van de long krijgt geen lucht meer en valt daardoor samen (collaps). Atelectase wordt meestal veroorzaakt door een obstructie (afsluiting) van een bronchus, één van de twee hoofdtakken van de trachea (luchtpijp) die rechtstreeks naar de longen leiden.
- Wanneer een luchtweg afgesloten raakt, wordt de lucht uit de alveoli in het bloed opgenomen, waardoor de alveoli ineenkrimpen. Het ingeklapte longweefsel vult zich meestal met bloed, cellen, serum en slijm en raakt geïnfecteerd.
Griep symtomen
- hoge koorts + rillingen
- hoofdpijn
- myalgie,
- alg malaise, verslagenheid
- anorexie,
- resp sympt: hoest, neusverstopping, pijnlijke keel
- soms erna 14d moe
griep diagnostiek
- weinig afwijkingen
- rode pharynxwand
- kiem: Influ A, para-infl 1-3, respir synt virus, adenovirus 3,4,5; mazelen, varicella, CMV, HIV
griep therapie
- 3-4d max 7d
- symptomatisch
- koorts + hoestwering
- voldoende vocht
- eventueel amantadine/zanamivir (anti-virale therapie)
-preventie: vaccin
Bronchiëctasieën symptomen
- ’s morgens en bij buigen ophoesten van grote hoeveelheden purulent sputum
- lichte/matige/massieve hemoptoe
- clubbing
Respiratoire insufficiëntie oorzaken
OORZAKEN verwikkeling van COPD of na pneumothorax, pneumonie, longembool, door falen ventilatie (pompfalen), dr verminderde activiteit ademcentra, verminderde kracht respiratoire spieren, stoornis thoraxwandmech, gestoorde pulm mecha bv COPD (stijging PaCO2) of falen oxygenatie (longfalen) (meest freq) dr ventilatie/perfusiestoornis, dr re/li shunt, O2spanning in ingead lucht te laag (daling PaO2) Postop, overdose farmaca, thoraxtrauma, astma, acuut longoedeem dr Li hartfalen, ARDS
Respiratoire insufficiëntie definitie en types en diagnostiek
= “onvoldoende gaswisseling in de longen”
=> Definieëring obv art bloedgassen!!!
A) art PO2 lager dan 60mmHg (opm: *indien chron resp insufficiëntie lager dan 45mmHG gevaar)
- Type 1 (I) respiratoire insufficiëntie:
PaO2 te laag
PaCO2 normaal of te laag - Type 2 (II) respiratoire insufficiëntie:
PaO2 te laag
PaCO2 te hoog (art PCO2 hoger dan 52 mmHg)
Respiratoire insufficiëntie symptomen
- lichte/matige hemoptoe
- bilaterale chemosis (conj oedeem)
- cyanose, tachycardie, verwardheid
- transpiratie,
- hypersalvatie,
- bronchiale hypersecretie
- Indien HYPERCAPNIE: tachycardie, hyptertensie, hoofdpijn, visusdaling door oedeem, spierkrampen, musc fibrillaties, flapping tremor
- Acute HYPOXEMIE: tachycardie, art hypertensie (dr meer circulerende catecholamines), druk stijging arterie pulmonalis (lokale reactie op alveolaire hypoxemie)
- CHRONISCH: pulm hypertensie RE-hart overbelasting, art hypertensie, stijging hematocriet
Respiratoire insufficiëntie therapie
- behandelen + wegnemen oorzaak
- verbeteren longfunctie via medicatie, fysiotherapie en aspiratie
- voldoende O2 en eventueel mechanische ventilatie; bij hypercapnie voorzichtig O2 geven
- kunstmatige ventilatie
ARDS: pathologie en diagnostiek
- diffuse schade pulm capillairen met toename permeabiliteit en dan longoedeem
- Pt met sepsis, na trauma, bij shock, na bloedtransfusie, vetembolie, pancreatitis
- TRIADE:
1. Hypoxemie
2. Gedaalde compliance, stijver
3. Diffuse longsluiering op RX
Psychogene hyperventilatie symptomen en diagnostiek
- dyspnoe, angst, moe, hartkloppingen, droge mond, retrosternaal klem, precordiale pijn, vingertintelingen, tetanie, syncope
- bloedgasafwijking:
- hoge pH
- lage pCO2
- normaal tot hoge pO2
- lage bicarbonaart bij chronisch
Atypische pneumonie symptomen
- thoracale pijn met pleuraal karakter: meer bij inademen, hoest, ADH inhibitie
- dyspnoe licht tot ernstig
- insidieus
- malaise, hoofdpijn
- vooraf rhinitis, keelpijn
- spierpijn
- hoest niet productief
bacteriële pneumonie (uit het ziekenhuis) symptomen
-thoracale pijn met pleuraal karakter: meer bij inademen, hoest, ADH inhibitie
-dyspnoe licht tot ernstig
-acuut zwaar ziek, rilkoorts
-productieve hoest
-pleurale pijn, ADHinhibitie
CAVE: cyanose, verwardheid
Nosocomiale pneumonie symptomen en kliniek
- thoracale pijn met pleuraal karakter: meer bij inademen, hoest, ADH inhibitie
- dyspnoe licht tot ernstig
- crepitaties of demping OF RX-infiltraat plus
MINSTENS 1 van volgende:
- purulent sputum
- isolatie MO
- isolatie virus
- diagnostische antistoftiter
- histopathologisch pos voor pneumonie
- KIEMEN: vnl GRAM-: pseudomonas aergino, staf aureus, klebs pneu, E coli, serra marce, enterobac, protues; minder freq: str pneu, aëroben, H influe, virus, legionella, protozao ,asper, candida
- indien COPD vnl S pneum en H infleu
Diagnostiek pneumonie
- stemfrenitus beter
- gedempte percussie
- ausc zones met verschrept bronchiaal geruis, crepitaties, evt ronchi
A) CAP (bacterieel);
Consolidatie met verscherpt ADgeruis, demping percussie, gestegen frenitus, crepitaties
-stijging aantal WBCf, sputum: kiemen, cultuur positief
-RX: verdichtingszone (vaak RE bo)
-kiem meest wrs: Strept pneum, Carapt denk H. influen; alcolici denk Kleibs en anaero (BWZ daling) ; ook stafyl aureus; M. catarallis (COPD)
Mengbeeld: legionella
B) atypische pneumonie -weinig consolidatie -verspreidde crepitaties -WBC matig gestegen, sputum neg -RX: diffuus verspreide(airbronchogram) bronchopneum infiltraten+ gelokaliseerd ISS infiltraat -kiem meest wrs: mycopl pneu, legionella, Chlaym pneu Ook virus: infl, adeno, varicella
C) Nosocomiale pneumonie -crepitaties of demping OF RX-infiltraat plus Minstens 1 van volgende: -purulent sputum -isolatie MO -isolatie virus -diagno antistoftiter -histopath pos voor pneumonie -KIEMEN: vnl GRAM-: pseudomonas aergino, staf aureus, klebs pneu, E coli, serra marce, enterobac, protues; minder freq: str pneu, aëroben, H influe, virus, legionella, protozao ,asper, candida -indien COPD vnl S pneum en H infleu
Therapie pneumonie
- Indien je verwekker niet kent moet strep pneumoniae zeker in AB spectrum zitten, penicilline dan ok!
- NOOIT macrolide als eerste keuze (intracell + resistentie voor S pneu)
CAP 1 (zonder comorb, 60j of jonger): => Amoxy 1g 3x/d 5-8d /doxy
CAP2 (met comorb en/of ouder 60): => Amoxyclav 875/125 3x1/d 5-8d /cotrimoxazole (bactrim) Niet-IgG gem peni-allergie: cefuroxim IgG gem peni-allergie: Moxiflocaxine
CAP 3 (opname nodig maar CAP, indicatie: 2 of meer risicofact, cyanose, verward, bilateraal infiltr CURB-65): => amoxyclav 1g 4x/d IV of 2de gen cefalosporines (cefuroxmine 1.5g 3x/d IV 5-8d) ; PO: moxiflox 400mg 5-8d; al of niet met doxy of macrolide
CAP4 (ernstige CAP, opname IZ gezien respi insuffi (PaO2< 60mmHg, ADHfre >30/min, beademing nodig, multilob infil, shock <90/60mmHG, vasopres <4u, oligurie, ANI):
=>Amoxyclav OF 2-3de gen cefal of imipenem/cilast plus aminoglycoside plus erythromycine
Atypische pneumonie:
=> 2tot3w behandelen, doxy (eerste keuze bij mycopl, chlamydia, coxiella), roxythro, clarythro, macrolide (eerste keuze bij legionella)
VERMOEDEN indien geen betering na 48 u onder AB, deze AB toevoegen
NIEUW:
- moxifloxacine: AVELOX 400MG 1x/d 8-10d=> fluoroquinolone: zowel tegen bact als atyp, als 2de lijn bij CAP 1 en 2 indien geen betering na 3d beta-lactam; eerste keuze bij IgE beta-lactam allergie of intolerantie, minder resistentie risico
- levofloxacine: TAVANIC=> fluoroquinolone: zowel tegen bact als atyp
- niet-IgE allergie: cefuroxmine/axetil
- pneumococcenvaccin (23valent, zeker noodzakelijk bij SPLENECTOMIE)
Empirisch: combi van 3de generatie cefalosp of breedspectrum penicilline of clindamycine + aminoglycoside
CURB-65
is a clinical prediction rule that has been validated for predicting mortality in community-acquired pneumonia and infection of any site.
Each risk factor scores one point, for a maximum score of 5:
- Confusion of new onset (defined as an AMTS of 8 or less)
- Blood Urea nitrogen greater than 7 mmol/l (19 mg/dL)
- Respiratory rate of 30 breaths per minute or greater
- Blood pressure less than 90 mmHg systolic or diastolic blood pressure 60 mmHg or less
- Age 65 or older
A) The risk of death (pneumonia) at 30 days increases as the score increases: 0—0.6% 1—2.7% 2—6.8% 3—14.0% 4—27.8% 5—27.8%
The CURB-65 is used as a means of deciding the action that is needed to be taken for that patient.
0-1: Treat as an outpatient
2: Consider a short stay in hospital or watch very closely as an outpatient
3-5: Requires hospitalization with consideration as to whether they need to be in the intensive care unit
B) Patients with any type of infection (half of the patients had pneumonia), the risk of death increases as the score increases:
0 to 1 <5% mortality
2 to 3 < 10% mortality
4 to 5 15-30% mortality
Longabces symptomen
- bij doorbreken: ophoesten grote hoeveelheid etterig sputum (soms slechte geur)
- massieve hemoptoe
- beeld van acuut pneumonisch proces met koorts, alg malaise, hoest met purulente sputum, pleurale pijn,
Longabces diagnostiek en therapie
- essentieel radiologisch: verdichtingsbeeld met vloeistofspiegel
- therapie zoals pneumonie