Portale hypertensie Flashcards

1
Q

Waarvan is de portale druk het resultaat?

A

portale vaculaire weerstand
portale veneuze inflow

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wet van ohm

A

P (druk) = Q (debiet) X R (weerstand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is normale portale drukgradient?

A

tussen 2 - 6 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer spreekt men van portale hypertensie?

A
  • Als druk hoger of gelijk is aan 5 mmHg bij liggend/nuchter persoon
  • Als drukgradiënt tussen VC en Vena porta groter is dan 5 mmHg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan verhoogde weerstand in portale circulatie optreden? + voorbeeld

A
  1. Passief: fibrose, microtrombi, regeneratieve nodules
  2. Actief: contractie van de geactiveerde stellaatcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op welke niveau’s kunnen hindernissen op de portale circulatie zich bevinden? +voorbeeld

A
  1. post- of suprahepatisch: venae hepatica (syndroom Budd-Chiari)
  2. intrahepatisch: veno-occlusieve ziekte van centrolobulaire venen
  3. prehepatisch: trombose v. porta (leverftie is normaal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ontstaat verhoogde portale veneuze bloedflow?

A

fibrotische lever -> VD-stoffen produceren (NO, glucagon) -> zorgt voor VD splanchnische en systemische vaten => groter debiet door V. porta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een gevolg van groter debiet door V.porta?

A

Minder systemisch circulerend volume, waardoor activatie van RAAS:
- meer water en zoutretentie
- renale vasoconstrictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de voornaamste gevolgen van portale hypertensie?

A
  • ontwikkeling van ascites
  • ontwikkeling van collateralen met risico op bloedingen
  • ontstaan van encefalopathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 5 verschillende groepen van varices/collateralen?

A
  1. ter hoogte van de cardia van de maag = slokdarmvarices / bovenpoolvarices
  2. ter hoogte van de anus
  3. in ligamentum falciforme via umbilicale venen -> caput medusae
  4. waar abdominale organen in contact zijn met retroperitoneaal weefsel of adherent aan de buikwand
  5. portaal veneus bloed in v. renalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is segmentaire portale hypertensie? Welke collateralen?

A

Geïsoleerde trombose van V. splenica. De collateralen: V. gastrica breves die maagvarices veroorzaken zonder noemenswaardige SD-varices

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oorzaak van geisoleerde trombose V. splenica?

A

meestal pancreasaandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de symptomen bij varices?

A

geen indien ongecompliceerde varices

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat toont het klinisch onderzoek bij varices?

A
  1. collaterale circulatie op de buikwand
  2. meestal splenomegalie (vaak discreet) -> kan hypersplenisme syndroom geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de kenmerken bij hypersplenismesyndroom door splenomegalie?

A

=> pancytopenie:
1. trombopenie
2. leukopenie
3. anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt een acute variceuze bloeding behandeld?

A
  1. Stabilisatie: ALTIJD IZ
  2. Transfusie maar overvulling vermijden!
  3. Asap toediening vasoactieve stoffen: somatostatine/ terlipressine
  4. Gouden standaard: endoscopische ligaturen van de varices
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat als endoscopische therapie niet mogelijk is door bloeding?

A

slokdarmtamponnade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarmee kan men slokdarmtamponnade uitvoeren?

A

ballonkatheter (Linton-sonde)
slokdarmstent (Dennis-stent)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe lang mag ballontamponnade ter plaatse blijven?

A

niet langer dan 24u

20
Q

Hoe lang mag Dennis-stent ter plaatse?

A

enkele dagen

21
Q

Bij wie wordt TIPSS toegepast?

A
  • bij blijvende bloeding of snel recidief van de bloeding
  • bij acute bloeding bij Child B en Child C (score < 12) heeft TIPSS binnen 72u een beter hemostatisch effect + positieve invloed op mortaliteit
22
Q

Wat wordt steeds toegepast bij acute variceuze bloeding? Wat wordt hiervoor nog gedaan?

A
  • 5 dagen AB: quinolones of amoxiclav
    -> na afname kweek ascites, urine, hemoculturen en RXthorax
23
Q

Welke secundaire preventie na variceuze bloeding zonder TIPSS?

A

ligatuur + carvedilol ( = niet-selectieve bètablokker)

24
Q

Wat houdt de primaire preventie van bloeding in bij varices?

A
  • eventueel profylactische banding
  • carvedilol
25
Hoe werkt carvedilol?
- verminderen CO -> splanchnische vasoconstrictie -> daling portale druk - vasoconstrictie collaterale circulatie waardoor minder bloedflow door de varices
26
wat zijn relatieve CI's voor carvedilol?
- astma en COPD - IDDM
27
Vanaf wanneer kan je ascites percuteren?
vanaf 1,5 L
28
Vanaf wanneer is ascites waarneembaar met echo?
vanaf 150 mL
29
Wat is ascites?
Het gevolg van een onevenwicht tussen de vorming en de resorptie van peritoneaal vocht
30
Wat is de DD van ascites?
Chronisch leverlijden Maligniteit Hartfalen Overige
31
Wat is SAAG?
serum albumine ascites gradient
32
Hoe wordt SAAG berekend?
serum albumine - ascites albumine
33
SAAG is een maatstaf voor
portale hypertensie. adhv SAAG weten we dus of ascites tgv portale hypertensie is of niet
34
als SAAG > 1.1g/dl
portale hypertensie congestief hartfalen
35
als SAAG < 1.1g/dl
inflammatie maligniteit
36
Cave SAAG > 1,1g/dl?
maligniteit is hiermee niet uitgesloten. Pt kan PH + maligniteit hebben
37
Wat moeten we testen op ascitesvocht?
albumine WBC + formule kweek cytologie
38
Wat is een verwikkeling van ascites?
- Spontane bacteriële peritonitis - Hepatorenaal syndroom
39
Welke is meestal de verwekker van spontane bacteriële peritonitis
aerobe gramnegatieven meestal translocatie uit urinaire / GI-tractus
40
Hoe kunnen we een SBP diagnosticeren?
toename WBC's + positieve kweek op ascitesvocht
41
Wanneer moet men aan spontane bacteriële peritonitis denken?
als pt met gedecompenseerde levercirrose plots achteruit gaat. als pt om onverklaarbare redenen encephalopathie ontwikkelt
42
Behandeling van ascites
- Bedrust: meer centrale vulling waardoor pt wat meer knn plassen - Natriumbeperking (door beperkte urinaire excretie) - (vochtbeperking -> is niet haalbaar voor pt) - diuretica -> blokkeren van renale Natriumbehoudende mechanismen: voorkeur voor spironolactone (+ lisdiureticum indien onvoldoende effect) - therapeutische paracentese - (indien refractair) TIPSS - Tx
43
Wat moet men opvolgen bij behandeling van ascites + maatstaven?
Het gewicht: - bij klinische overvulling mag men tot 1kg/dag verliezen - indien geen oedemen: maximum 0.5kg/dag
44
Wat bij therapeutische paracenthese? waarom?
substitutie met menselijke albumine Om verminderde centrale plasmavolume te corrigeren en nierfunctie op peil te houden
45
Wat is hepatorenaal syndroom?
Syndroom die optreedt bij terminaal leverlijden en wordt gekenmerkt door functioneel renaal falen (VC van renale vaten).
46
Wat zijn diagnostische criteria van hepatorenaal syndroom?
- diurese < 500ml/dag - afwezigheid van andere oorzaken - serum creat > 2,5g/dL - lage natriurese