Pijnmedicatie Flashcards
Waarom en hoe voelt men pijn?
Bij ziekteprocessen is weefselbeschadiging de oorzaak van pijn. Door weefselbeschadiging komen stoffen vrij die de nociceptoren direct of indirect prikkelen: histamine, serotonine en bradykinine werken stimulerend op de nociceptoren, prostaglandinen verhogen de gevoeligheid van sensorische zenuwuiteinden voor deze stoffen.
In welke groepen worden analgetica ingedeeld?
A. Niet-opioïden: paracetamol, prostaglandinesynthetaseremmers
B. Opioïden
Wat is de WHO pijnladder?
De WHO pijnladder is een schema met vier fases, waarin aangegeven is op welke manier pijnmedicatie opgebouwd wordt.
Wat houdt fase één van de WHO pijnladder in?
Fase 1: Paracetamol (500-1000 mg 3-4× daags). Opmerking: breed veiligheidsprofiel en ruime ervaring.
Wat houdt fase twee van de WHO pijnladder in?
NSAID (i.c.m. paracetamol)
- Ibuprofen (400-600 mg 3-4× per dag)
- Diclofenac (25-50 mg 2-3× per dag)
- Naproxen (250-500 mg 2× per dag)
Wat houdt fase drie van de WHO pijnladder in?
Zwakwerkend opioïd:
- Tramadol (50 mg 1-2× per dag, zo nodig elke 3-5 dagen verhogen tot max 1-4× per dag 100 mg)
Opmerking: deze stap wordt bij nociceptieve pijn bij kanker meestal overgeslagen. Omdat tramadol en codeïne de pijn slechts in geringe mate doen afnemen en de bijwerkingen met name voor tramadol (vooral misselijkheid, duizeligheid en obstipatie) regelmatig een reden vormen deze middelen te staken, kan het beter zijn in deze fase te starten met een low dose opiaat uit fase 4
Wat houdt fase vier van de WHO pijnladder in?
Sterkwerkend opioïd (i.c.m. middel uit stap 1/2)
- Morfine (start met 10-30 mg 2× per dag (>70 jaar of <50 kg: 10 mg 2× per dag)
- Fentanyl (pleister; 12 microgram/uur, na 3 dagen pleister vervangen). Dit is voor patiënten met eens stabiele opioïdbehoefte en slikproblemen/braken. Een nadeel is de trage inwerking.
Als de pijnstilling onvoldoende is of de bijwerkingen onacceptabel zijn, is het zinvol om van morfinepreparaat te wisselen: ‘opioïdrotatie’. Dit heeft zin omdat opioïden op verschillende opioïdreceptoren ingrijpen en soms tolerantie optreedt voor het effect.
Wat zijn de werkzame eigenschappen van paracetamol en wat is het werkingsmechanisme?
Paracetamol heeft een analgetische (pijnstillend) en antipyretische (koortsverlagend) werking, maar geen anti-inflammatoire werking. Het exacte werkingsmechanisme is nog niet opgehelderd.
Wat is de belangrijkste bijwerking van paracetamol, wanneer treedt dit op, wat zijn de risicofactoren en hoe wordt het behandeld?
De belangrijkste bijwerking van paracetamol is leverbeschadiging. Dit treedt op bij een dosis van meer dan 150 mg/kg per dag, omdat de metabole verwerkingscapaciteit dan wordt overbelast. Een lagere dosering is nodig bij alcoholisme, leverfalen en een slechte voedingstoestand. N-acetylcysteïne is geïndiceerd bij paracetamolintoxicatie.
Hoe leidt de combinatie van alcoholisme en paracetamol tot schade?
Bij patiënten met alcoholisme zijn enzymen geïnduceerd (CYP 2E1) die paracetamol omzetten in een gevaarlijk metaboliet (NAPQI) die leverbeschadiging geeft. Onder normale omstandigheden wordt NAPQI snel geconjugeerd door glutathion. Wanneer de hoeveelheid NAPQI de bindingscapaciteit van glutathion overtreft, leidt dit tot beschadiging van de levercellen.
Hoe leidt de combinatie van leverfalen en paracetamol tot schade?
Bestaande leverziekte leidt tot een verhoogde vorming van hepatotoxische metabolieten.
Hoe leidt de combinatie van een slechte voedingstoestand en paracetamol tot schade?
Mensen met een slechte voedingstoestand hebben minder glutathion in de lever. Glutathion is een antioxidant die zorgt voor de conjugatie van gevaarlijke metabolieten (NAPQI).
Wat zijn de werkzame eigenschappen van prostaglandinesynthetaseremmers en wat is het werkingsmechanisme?
Prostaglandinesynthetaseremmers hebben een analgetische, antipyretische en anti-inflammatoire werking. Het werkingsmechanisme van NSAID’s berust op remming van de prostaglandinesynthese door remming van het enzym cyclo-oxygenase (COX), waardoor ze een pijnstillende, koortswerend en ontstekingsremmende werking hebben.
Wat zijn voorbeelden van klassieke NSAID’s?
Ibuprofen, naproxen en diclofenac.
Wat is een voorbeeld van een selectieve COX-2 remmer?
Celecoxib
Waar staat NSAID voor?
Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs
Wat is de pathofysiologie die schuilt achter de werking van prostaglandinesynthetaseremmers?
Cyclo-oxygenase (COX) is het centrale enzym in de prostaglandinesynthese:
Arachidonzuur wordt omgezet in prostaglaine H2 met COX. Prostaglaine H2 wordt omgezet in prostaglandinen, prostacycline en tromboxanen.
Wat zijn de belangrijkste isovormen van COX?
COX-1 en COX-2