Antibiotica Flashcards
In welke groepen worden antimicrobiële middelen ingedeeld?
Bèta-lactam antibiotica
- Penicillinen
- Cefalosporinen
- Carbapenems
Tetracyclinen
Aminoglycosiden
Macroliden
Sulfonamiden/Trimethoprim
Chinolonen
In welke groepen worden bèta-lactam bacteriën ingedeeld?
Penicillinen
Cefalosporinen
Carbapenems
Welke overige groepen antibiotica worden nog onderscheiden? Middelen bij …
Urineweginfecties
Anaerobe infecties
Noem drie voorbeelden voor penicillinen.
Benzylpenicilline
Amoxicilline
Amoxicilline/clavulaanzuur
Noem één voorbeeld voor tetracyclinen.
Doxycycline
Noem één voorbeeld voor aminoglycosiden.
Gentamicine
Noem één voorbeeld voor macroliden.
Azitromycine
Noem één voorbeeld voor sulfonamiden/trimethoprim.
Co-trimoxazol
Noem één voorbeeld voor chinolonen.
Ciprofloxacine.
Noem twee voorbeelden voor middelen bij urineweginfecties.
Nitrofurantoïne, fosfomycine
Noem een voorbeeld voor middelen bij anaerobe infecties.
Metronidazol.
Wat zijn vijf aangrijpingspunten voor antibiotica (in het Engels).
- Inhibition of synthesis of essential metabolites
- Inhibition of DNA replication and transcription
- Inhibition of protein synthesis
- Inhibition of cell wall synthesis
- Damage of cytoplasmic membranes
Wat is het aangrijpingspunt voor sulfonamiden/trimethoprim?
Inhibition of synthesis of essential metabolites
Wat zijn de aangrijpingspunten voor quinolones, rifampicine?
Inhibition of DNA replication and transcription
Wat zijn de aangrijpingspunten voor macroliden, tetracyclines, aminoglycosiden?
Inhibition of protein synthesis
Wat zijn de aangrijpingspunt voor bèta-lactams, vancomicine?
Inhibition of cell wall synthesis
Wat zijn de aangrijpingspunt voor polymyxine B, daptomycine?
Damage of cytoplasmic membranes
In welke twee categorieën en groepen (binnen de categorieën) worden bacteriën ingedeeld?
Vorm: coccen en staven
Celwand: gram-positief en gram-negatief
Wat houdt gram-positief en gram-negatief in?
Gram-positieve bacteriën bezitten een dikke celwand, welke bestaan uit peptidoglycanen.
Gram-negatieve bacteriënhebben een veel dunnere celwand met daaromheen nog een extra buitenmembraan, welke gevormd wordt door LPS (lipo-poly-saccharides).
Welk onderscheid wordt nog meer gemaakt bij bacteriën?
Aerobe en anaerobe bacteriën
Welke bijwerking wordt veroorzaakt door alle antibiotica?
Gastro-intestinale bijwerkingen, met name buikpijn en diarree. Dit wordt veroorzaakt door verstoring van de darmflora door niet-geresorbeerde antibiotica.
Wat geldt voor de klaring van de meeste antibiotica?
De meeste antibiotica worden renaal geklaard waardoor de dosis moet worden aangepast bij verminderde nierfunctie (bijvoorbeeld verlagen dosis of verlengen interval).
Waarmee hebben alle bacteriën een interactie?
Een klinisch relevante interactie met coumarines. Het effect van de coumarine wordt indirect versterkt door antibiotica. Dit komt waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode. Omdat de stollingstijd bij combinatie kan toenemen, moet bij start van de combinatie contact worden opgenomen met de trombosedienst.
Waardoor worden bèta-lactam bacteriën gekenmerkt?
Een bèta-lactam ring die essentieel is voor de antimicrobiële werking.
Hoe verliezen bèta-lactambacteriën hun activiteit?
Door opensplitsing van de bèta-lactamring.
Hoe ontstaat resistentie bij bèta-lactam-antibiotica.
Verschillende bacteriën bezitten enzymen (bèta-lactamasen) die deze ringopening bewerkstellingen, waardoor resistentie ontstaat tegen bèta-lactam-antibiotica.
Wat is het aangrijpingspunt voor bèta-lactam antibiotica?
De synthese van de bacteriële celwand.
Wat verklaart het werkingsmechanisme van bèta-lactam antibiotica over hun werking.
Hun bactericide werking bij snelgroeiende bacteriën, het geringere effect op verwekkers van chronische processen en het feit dat bacteriostatische antimicrobiële middelen de bactericide werking van bèta-lactam antibiotica teniet kunnen doen.
Waarin worden antibiotica verdeeld?
Smalspectrum (benzylpenicilline en flucloxacilline) en breedspectrumpenicillinen (amoxicilline)
Tegen welke groep bacteriën werken penicilline met name?
Gram-positieven
Hoeveel procent van de Staphylococcus-aureus stammen zijn resistent tegen benzylpenicilline en amoxicilline?
80-90%
Welk probleem is vooral te vinden in buitenlandse ziekenhuizen ten opzichte van binnenlandse ziekenhuizen?
Infecties met meticillineresistente Staphylococcus aureus-stammen (MRSA)
Welke antibiotica is aangewezen bij MRSA?
Vancomycine of teicoplanine
Wat zijn nadelen van vancomycine?
Het kan alleen intraveneus toegediend worden en kan nierproblemen geven.
Wat is nog erger dan MRSA?
Vancomycineresistentie enterococ (VRE)
Wat voor soort antibiotica is flucoxacilline?
Een bèta-lactam-ongevoelig smalspectrum penicilline
Welke antibiotica zijn breedspectrum uit de bèta-lactam categorie?
Amoxicilline en piperacilline, waarbij piperacilline ook werkzaam is tegen pseudomonas auruginosa.