Antidepressiva Flashcards
Waar zorgen alle antidepressiva voor?
Voor een toename van de hoeveelheid neurotransmitters (noradrenaline, serotonine en in geringere mate dopamine) in de synapsspleet.
Wat zijn de 2 belangrijkste neurotransmitters betrokken bij stemmingsstoornissen?
- Serotonine
2. Noradrenaline
Waarin kunnen antidepressiva worden ingedeeld?
Tricyclische antidepressiva (TCA’s) en selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s)
Wat zijn voorbeelden van TCA’s?
Amitriptyline en nortriptyline
Hoe werken amitriptyline en nortriptyline?
Amitriptyline remt zowel de heropname van serotonine als noradrenaline. Nortriptyline, welke een metaboliet van amitriptyline is, remt de heropname van noradrenaline en in geringere mate ook die van serotonine.
Wat zijn voorbeelden van SSRI’s?
Citalopram, fluoxetine en paroxetine
Hoe werken SSRI’s?
SSRI’s remmen selectief de heropname van serotonine in het presynaptisch neuron. Hierdoor neemt de hoeveelheid serotonine in de synapsspleet toe. Het antidepressief effect treedt niet acuut op, maar meestal pas na 3 weken behandeling. Bijwerkingen treden wel acuut op.
Wat zijn indicaties voor SSRI’s en TCA’s?
SSRI’s: matig ernstige depressies, angststoornissen
TCA’s: matig ernstige depressies, neuropathische pijn (niet geregistreerd)
Wat zijn bijwerkingen van TCA’s?
TCA’s hebben onbedoelde effecten op het cholinerge, histaminerge, noradrenerge systeem en kinidineachtige verschijnselen.
Anticholinergisch (blokkade van muscarinereceptor): visusstoornissen (accomodatiestoornissen, verslechtering van een glaucoom), droge mond, mictiestoornissen, obstipatie, seksuele disfunctie, verwardheid (delier bij ouderen)
Antihistaminerg (blokkade van histamine-1-receptor): sedatie en sufheid
Antinoradrenerg (blokkade van alfa-1-receptoren): orthostatische hypotensie en valneiging
Kinidineachtig: geleidingsstoornissen
Welke TCA heeft de voorkeur bij ouderen?
Nortriptyline, omdat dit middel minder anticholinerge bijwerkingen geeft.
Bij welke patiënten is het risico op duizeligheid, hypotensie en vallen verhoogd?
Bij patiënten met dehydratie door bijvoorbeeld diarree, koorts of braken.
Wat is een contra-indicatie voor TCA’s?
Een recent myocardinfarct, vanwege de mogelijke geleidingsstoornissen als kinidineachtige bijwerking.
Wat zijn voorschrijfinstructies voor TCA’s?
Bij voorkeur ‘s avonds doseren, vanwege de bijwerking sufheid. Kritisch voorschrijven en starten met een lage dosering.
Wat zijn bijwerkingen van SSRI’s?
Bijwerkingen door serotonine versterking: hyponatriëmie, trombocytopathie (bloedingen), maag-darmklachten, hoofdpijn, seksuele disfunctie, anorexie of juist gewichtstoename, slapeloosheid, agitatie en serotoninesyndroom.
Welke SSRI’s melden het vaakst bloedingen?
Fluoxetine en paroxetine