Antidiabetica Flashcards
Hoe hoog is het normale bloedglucosegehalte?
4-8 mmol/l
Wat gebeurt er bij DM1?
Daarbij is sprake van een absoluut insulinetekort door auto-immuun destructie van de bèta-cellen in de pancreas.
Hoe wordt DM1 behandeld?
Altijd met insuline
Wat gebeurt er bij DM2?
Daarbij is sprake van een relatief insulinetekort door toegenomen insulineresistentie in lever-, spier en vetweefsel en een zekere mate van disfunctie van de bètacellen van de eilandjes van Langerhans.
Waarmee is insulineresistentie geassocieerd?
Met overgewicht
Wat is de eerste stap van behandeling bij DM2?
Caloriebeperking en het bevorderen van een actieve levensstijl.
Wat is de tweede stap van de behandeling bij DM2?
Het toevoegen van orale bloedglucose verlagende middelen, zoals biguaniden, sulfonylureamderivaten, alfa-glucosidaseremmers, thiazolidinedionen (PPAR-gamma-agonisten), incretine-enhancers (DPP4-remmers) of SGLT2-remmers.
Wat is de laatste stap van de behandeling bij DM2?
Insuline-injecties
Hoe werkt metformine?
Metformine remt de glucoseproductie in de lever en verhoogt de perifere gevoeligheid voor insuline. Doordat het de insulineproductie niet stimuleert, kan het geen hypoglykemie veroorzaken.
Wat is een eis voor het gebruik van metformine?
Een voldoende nierfunctie (>30ml/min/1,73m2)
Wat zijn de doseringsadviezen van metformine bij specifieke GFR-waarden?
GFR 45-60: 500 mg 3 maal daags, met een maximale dosering van 2000 per dag.
GFR 30-45: 500 mg 2 maal daags
GFR 15-30: maximale dosering van 500 mg per dag
GFR <15: stop metformine
Hoe wordt metformine geklaard?
Renaal. Bij onvoldoende werking van de nieren zal metformine zich stapelen in het lichaam en kan zo een lactaatacidose veroorzaken.
Wat zijn contra-indicaties voor het gebruik van metformine?
Nier- of leverinsufficiëntie, hartfalen, chronische hypoxemie (bij bijvoorbeeld ernstige COPD of sepsis.
Het stoppen van metformine geldt ook voor situaties waarbij een hoog risico op nierfunctiestoornissen bestaat, zoals het gebruik van jodiumhoudende contrastvloeistoffen bij electieve operaties onder algehele anesthesie. De behandeling met metformine dient op de dag van het onderzoek of operatie onderbroken te worden en pas 48 uur na het onderzoek opnieuw gestart te worden.
Wat is de meest voorkomende bijwerking van metformine?
Maag-darmklachten, vooral dunne ontlasting/diarree.
Hoe werken sulfonylureumderivaten?
Deze stimuleren onafhankelijk van de glucoseconcentratie de afgifte van insuline uit bètacellen. Er zijn kortwerkende (tolbutamide, gliclazide 80 mg) en langwerkende middelen (glibenclamide, glimepiride). De eerste keus is glicazide, omdat de kans op hypoglykemie bij dit middel het kleinste is.