Pijn in het been Flashcards
Wat is het lumbosacraal radiculair syndroom?
Bij een lumbosacraal radiculair syndroom is een zenuwwortel in de onderrug bekneld. Meestal komt dit door een uitpuilende tussenwervelschijf (een hernia nucleus pulposi).
Wat zijn symptomen bij het lumbosacraal radiculair syndroom?
- hevige (uitstralende) pijn vanuit de onderrug naar het been; bij bepaalde houdingen en bewegingen kan de pijn erger worden, bijvoorbeeld bij drukverhogende momenten (hoesten of persen).
- Soms ook prikkelingen in het been of een krachteloos of doof gevoel.
Wat omvat het onderzoek naar het lumbosacraal radiculair syndroom?
- Inspectie wervelkolom staand in rust en bij vooroverbuigen/ beweging.
- Palpatie van de wervelkolom
- Tonus en spierkracht
- Sensibiliteitsonderzoek (in geval van tintelingen)
- Reflexen
- Specifieke tests (radiculair prikkelingstesten)
Waar letten we op bij inspectie van de wervelkolom?
De onderzoeker inspecteert de patiënt in staande houding en let hierbij op voorkeurshouding en standsafwijkingen van de wervelkolom.
Tegen de pijn kunnen mensen zich fixeren waardoor de lordose lumbaal verzwakt), houding/spieren is dit aangespannen.
Waar letten we op bij het vooroverbuigen en het bewegingsonderzoek?
Bepaling mate van anteflexie, patiënt buigt hiertoe naar voren om de vloer aan te raken met gestrekte knieën en met de armen voorover hangend. Vervolgens dient de patiënt achterover te buigen en naar links en rechts te hellen en ook draaien van de rug.
Er wordt beoordeeld of de bewegingen uitgevoerd kunnen worden zonder dat de pijn geprovoceerd wordt.
Waar letten we op bij palpatie?
Spieren palperen, wervels palperen, wervelfractuur (osteoporose) zou je ook kunnen palperen.
Waar letten we op bij het spierkracht-/sensibiliteits en reflexonderzoek?
Om de spierkracht van de spiergroepen te testen, dient de patiënt op hielen (L5) en tenen (S1) te lopen en een diepe kniebuiging te maken.
Tonustesten –> motoriek (door de hurken etc. ), spanning in rust.
Bij het onderzoek van de sensibiliteit speciale aandacht naar:
- L4 (lateraal bovenbeen over knie naar mediaal voet)
- L5 (lateraal onderbeen naar voetrug en grote teen)
- S1 (achterkant naar laterale voetrand en kleine teen)
- rijkbroekgebied (dermatomen S2 t/m S5)
Reflex testen –> KPR (L4) / APR (S1).
Welke specifieke test voeren we uit bij verdenking van radiculair syndroom?
Proef van Laségue:
patiënt plat in rugligging op de onderzoeksbank. Het in de knie gestrekte pijnlijke been wordt langzaam en verticaal opgeheven met de hand onder de hiel. De patiënt dient aan te geven wanneer en waar deze manoeuvre pijn doet. De proef is positief op het moment dat er uitstralende pijn tot onder de knie optreedt. De hoek die het been op dat moment maakt met de onderlaag, wordt genoteerd.
Wat is de oorzaak van radiculair syndroom?
Radiculair syndroom wordt meestal verklaard door wortelcompressie. Wordt in het merendeel van de gevallen veroorzaakt door een hernia nuclei pulposi (HNP), maar kan ook het gevolg zijn van een tumor, een spondylartrose of een spondylolisthesis. Ook diabetes, wervelfractuur, kanaalstenose of een kunnen een reden zijn voor wortelcompressie.
Wat is een HNP?
Een HNP is een uitpuiling (herniatie) van het centrale deel van de tussenwervelschijf in het wervelkanaal, waardoor een compressie van een of meer ruggenmergwortels kan optreden.
De anamnese heeft een hoge voorspellende waarde voor de diagnose HNP, vooral op de voorgrond staande beenpijn, typisch (monoradiculaire) dermatomale pijn en toename van beenpijn bij drukverhogende momenten (persen of hoesten).
Tintelingen/krachtsverlies passen beter bij HNP en minder bij aspecifiek. Het lichamelijk onderzoek heeft een geringe toegevoegde waarde.
Bij de inspectie is er vaak een lumbale scoliose zichtbaar doordat de patiënt onwillekeurig naar één kant overhelt. Met dit overhellen zorgt de patiënt er onwillekeurig voor dat de wortelcompressie en dus ook de pijn afneemt; dit is de zogenoemde antalgische houding.
Bij het bewegingsonderzoek bij een patiënt met een radiculair syndroom is vooral de anteflexie beperkt. Overigens is terugkomen in rechte houding prettig, omdat de pijn daarbij weer afneemt.
Wat treedt eerder op, sensibiliteitsverlies of krachtverlies?
Sensibiliteitsverlies in het betreffende dermatoom treedt eerder op dan krachtsverlies. Dit heeft te maken met de ligging van de sensibele banen in de achterstrengen. Het krachtsverlies bij een radiculair syndroom is meestal beperkt, daar de meeste spieren door meerdere zenuwwortels (van meerdere spinale niveaus) worden verzorgd en een HNP vaak één wortel betreft.
Hoe ontstaat de pijn die wordt opgewekt door laségue?
De pijn die wordt opgewekt door de proef van Laségue, ontstaat waarschijnlijk door rek aan een geprikkelde wortel of aan een wortel die gefixeerd is door een hernia of een andere anatomische afwijking.
Een positieve test past bij een aandoening van een wortel die via de nervus ischiadicus gerekt wordt, voornamelijk L 5 en S 1. De test kan ook positief zijn bij ischialgie door een perifere oorzaak.
Wat is het cauda syndroom?
Hierbij ontstaat er druk op meerdere zenuwwortels onderaan in de rug als gevolg van de hernia of wervelkanaalstenose. Ook de zenuwen naar de blaas worden hierbij samengedrukt. Deze zenuwen zijn erg gevoelig voor druk, waardoor bij niet ingrijpen blijvende schade ontstaat.
Het caudasyndroom heeft de volgende kenmerkende verschijnselen:
- minder of niet kunnen uitplassen of een veranderd gevoel bij het plassen;
- ongewild verlies van urine of ontlasting (incontinentie);
- een doof gevoel in schaamstreek, billen, perineum, heupen of dijen (rijbroekstuk);
Wat zijn de meest voorkomende aangedane dermatomen bij lumbosacraal radiculair syndroom?
L4, L5, en S1 meest voorkomend.
L4 = kniepeesreflex of krachtsverlies quadriceps
L5 = dorsaalflexie (lopen op de hak). Symptoom is voet meeslepen.
S1 = achillespees reflex; plantair flexoren (lopen op de tenen)
Als het een wortel is loopt de pijn in het verloop van het Dermatoom richting wortel of andersom.
Wat zou je kunnen vragen om een maligniteit uit te sluiten?
gewichtsverlies, nachtzweten, algehele malaise, voorgeschiedenis. Zegt niet dat dat het niet is, maar maakt inschatting.