Anamnese (poli/SEH) Flashcards
1
Q
Hoe vragen we de specifieke klacht uit?
A
- Aard (volledig beschrijven)
- Lokalisatie (precies weten waar)
- Tijd (sinds wanneer)
- Intensiteit (invloed dagelijks leven)
- Samenhang (ontstaan na bepaalde gebeurtenis)
2
Q
Waaruit bestaat de tractus anamnese neurologie?
A
- hoofdpijn
- duizelig
- visusklachten
- gehoor klachten
- flauwvallen
- krachtverlies
- gevoelsstoornissen
- coördinatie/evenwicht
- hartproblematiek