Parkinson Flashcards

1
Q

Wat is de ziekte van parkinson?

A

Een neurodegeneratieve bewegingsstoornis die klinisch wordt gekenmerkt door een hypokinetische rigide syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn risicofactoren voor de ziekte van parkinson?

A
  1. leeftijd 50-70 jaar
  2. positieve familieanamnese, 3. traumatisch hersenletsel
  3. toxische invloeden: gewasbestrijdingsmiddelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn anamnestische kernkenmerken voor de ziekte van parkinson?

A

Kernsymptomen:

  1. bradykinesie (langzaam bewegen)
  2. rigiditeit (stijfheid): spierpijn vaak voorkomend
  3. (rust)tremor
  4. hypokinesie (minder bewegen)
  5. balansstoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn vroege anamnestische klachten bij parkinson?

A

Vroege symptomen:

  1. verlaagde eenzijdige armswing
  2. micrografie (zeer klein handschrift)
  3. onhandig
  4. reukstoornissen
  5. slikproblemen/kwijlen
  6. spraakstoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn late anamnestische klachten bij parkinson?

A
  1. Cognitieve stoornissen
  2. slaapstoornissen
  3. depressie
  4. obstipatie en autonome functiestoornissen
  5. visuele hallucinaties
  6. maskergelaat
  7. bradyfrenie (trager denken)
  8. botdemineralisatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn bevindingen tijdens het LO die je kunt vinden bij parkinson?

A
  1. dysartrie (spraakstoornis): zachter praten, meer monotoon en articulatie wordt minder duidelijk
  2. Motoriek: asymmetrische rusttremor vaak voorkomend (verdwijnt bij gerichte beweging), tandradfenomeen, hypertonie
  3. Looppatroon: kleine paslengte, moeilijk starten en stoppen (propulsie), neiging naar achter te vallen bij achteruit lopen (retropulsie), ongewenst sneller lopen, freezing, eenzijdige armswing verlaagd, moeite met balans.
  4. Houding: gestoorde houdingsreflexen, voorovergebogen houding, maskergelaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor aanvullend onderzoek wil je doen ter diagnose?

A
  1. MRI-cerebrum: uitsluiten andere oorzaken parkinsonisme
  2. Eventueel SPECT-scan: presynaptisch dopaminereceptordefect (bij twijfel over diagnose)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe behandel je parkinson?

A

Medicamenteus: levodopa meest effectief. Na enkele jaren levodopa gaat de werkingsduur en het effect omlaag, motorische complicaties omhoog, on-/off fluctuaties omhoog, op dit moment overwegen 2e middel toe te voegen met hogere halfwaarde tijd (dopaminerge agonist, COMT-remmer, MAO-B remmer).

levodopa is voor motorische symptomen; vooral voor hypokinesie en rigiditeit en niet echt voor de tremor, hier geef je wat anders voor (propanol)

Bijkomende symptomen behandelen met bijvoorbeeld antidepressiva.

Invasief: deep brain stimulation.

Niet medicamenteus: logopedie, fysiotherapie, alle paramedici eigenlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke fasen zijn er bij parkinson?

A
  1. Unilaterale fase: symptomen aan één kant van het lichaam
  2. bilaterale fase: symptomen aan beide kanten van het lichaam
  3. evenwichtsfase: evenwichtsproblemen maar nog zelfstandig functioneren
  4. afhankelijkheidsfase: dagelijks hulp bij functioneren nodig
  5. invaliderende fase: volledig zorgbehoevend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is parkinsonisme?

A

Verzamelnaam voor neurologische aandoeningen die erg kunnen lijken op de ziekte van Parkinson, maar het niet zijn.

Omdat deze ziekten in het begin erg op de ziekte van Parkinson kunnen lijken, is het niet altijd mogelijk direct de juiste diagnose te stellen. Helaas is 100% zekerheid over de diagnose vaak pas na het overlijden te krijgen, door microscopisch onderzoek van de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is je DD bij parkinsonisme?

A
  1. Parkinson
  2. MS
  3. progressieve supranucleaire parese (PSP): gekenmerkt door parkinsonisme met axiale rigiditeit met valneiging, verticale oogbewegingsstoornissen en dementie.
  4. vasculair parkinsonisme: ischemische cerebrale schade in strategische gebieden leidt tot parkinsonisme. Voornamelijk onderste extremiteiten aangedaan en ook nooit tremor
  5. Door medicijn geïnduceerde parkinsonisme
  6. Lewy body dementie
  7. Hydrocephalus: geen tremor/rigiditeit

overkoepelend kenmerk is dat ze niet goed reageren op levodopa. —> maximale dosering van 1000 mg per dag om te besluiten of het niet werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly