Persoonlijkheid en sociale interactie Flashcards

1
Q

sleutelmechanismen bij interactie tussen persoonlijkheid en sociale omgeving

A
  1. Selectie
  2. Evocatie, wederzijdse beïnvloeding
  3. Manipulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

selectie en persoonlijkheid

A

Eigen persoonlijkheid kenmerken bepalen welke situaties we zelf opzoeken (in blijven) of vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

top vijf persoonlijkheidskenmerken bij huwelijkspartner

A

intelligentie (O),
humor (E), eerlijkheid (C),
vriendelijkheid (A),
goed voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

partnerkeuze theorieën

A
  1. Complementariteit theorie:
  2. Similariteit theorie:
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hexaco kenmerken en partnerkeuze

A

Op vlak van HEXACO trekken is de gelijkheidsvoorkeur het sterkst wat betreft eerlijkheid-nederigheid en openheid voor ervaringen en we wensen dat een partner een lagere score dan ons zelf heeft op emotionaliteit en hoger op extravert en aangenaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

van wat hangt relatietevredenheid af

A

Hangt dus NIET samen met gelijkheid van partners (berekend als verschil score tussen persoonlijkheid zelf en partner)
WEL: Mensen zijn zeer gelukkig met zeer aangename, emotioneel stabiele en open partner (zie ook Tavakol et al., 2017) en een optimistische partner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke persoonlijkheidstrekken leiden tot scheiding?

A

Lage emotionele stabiliteit, hoge N
Geringe impulscontrole, lage C
(Weinig vriendelijkheid, lage A)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

affective forecasting

A

voorspellen van emoties, hoe goed kunnen we inschatten hoe onze emotionele reacties gaan zijn op gebeurtenissen in de toekomst

=> de correlatie tussen ingeschatte en effectief ervaren emoties zijn verrassend laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

evocatie

A
  • Eigen persoonlijkheid beïnvloedt gedrag van anderen (wekt responsen bij hen op)
  • Persoonlijkheidskenmerken van anderen beïnvloeden ons gedrag (wekken responsen bij ons op)
    => continue wisselwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vijandige attributie bias

A
  • Neiging om gedrag van anderen als vijandig te interpreteren vnl. in ambigue situaties
  • Omdat ze verwachten dat anderen vijandig zijn, stellen ze zich agressief op t.o.v. anderen
  • Agressie lokt op zich weer agressie uit (diegenen die agressief behandeld worden reageren met agressie)

Bias wordt bevestigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

persoonlijkheid en conflict

A

Hoge A, hoge C en lage N wekken minst persoonlijk conflict uit en zorgen voor tevredenheid in relaties

Hoge N (negatieve emotionaliteit): meer conflict in alle relaties
Positieve emotionaliteit (~A): minder conflict in alle relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

expectancy confirmation

A

Verwachting bevestiging =
Mensen hebben beeld van persoonlijkheid van anderen
Dit beeld beïnvloedt hoe ze met die persoon gaan omgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

N en facebook

A

N + met tijd op facebook
N, machiavellisme en psychopathie correleren positief met de partner en zijn activiteiten in de gaten houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

E/I en facebook

A

E t.o.v. I lid van meer groepen, meer face book vrienden (vooral in contact blijven met vrienden uit ‘echte wereld’), minder spijt over wat ze er op zetten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Manipulatie

A

Persoonlijkheid hangt samen met hoe we onze omgeving en anderen trachten te beïnvloeden, manipuleren

Manipulatie/sociale invloed:
manieren waarop we intentioneel het gedrag, gevoelens, denken van anderen trachten te beïnvloeden, te veranderen (descriptief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

persoonlijkheid en manipulatie - OCEAN

A

A+: op plezierige kanten wijzen, redeneren

A-: dwang, niet meer praten ‘silent treatment’
C hoog: redeneren (C laag: reactief crimineel denken)

N hoog (emotioneel labiel): vele tactieken, dwang, ‘hardball’ (agressie), etc., MAAR meest klagen, mokken

O+: redeneren, wijzen op plezierige kanten, verantwoordelijkheid inroepen

O-: sociale vergelijking

17
Q

Machiavellisme

A

manipulatieve strategie van sociale interactie, met een persoonlijkheidsstijl waarbij mensen gebruikt worden om te verkrijgen wat men wil

18
Q

kenmerken bij hoog maciavellisme

A

Manipulatief
Gebruikt anderen
Liegt beter
Veinzen liefde, affectie
Geen/geveinsde samenwerking

19
Q

Narcisme en selectie

A

Selecteert middens/personen die hem/haar aanbidden, bewonderen, situaties waarin hij/zij kan uitblinken.
Vermijdt situaties waarin niet kan uitblinken, bewonderd worden

=> Zoekt dus situaties op die positief beeld bevestigen en vermijdt situaties die dit (kunnen) ontkrachten

20
Q

Narcisme en evocatie

A

roept reacties op, gaande van
- Bewondering voor, onderhoudend en interessant vinden (volgelingen)
- Afkeur en irritatie, zien als egoïstisch en vervelend (tot woedend door hun opscheppen)

21
Q

narcisme en manipulatie

A

narcisme ~ sterk manipulatief gedrag (zeer sterk uitbuiten van anderen)

Zelf centrum van de wereld, anderen moeten hiernaar handelen
Als niet: kwaad, agressie, dwang