Intro Flashcards

1
Q

Kennis domeinen

A
  1. Dispositionele
  2. Biologische
  3. Intrapsychische
  4. Cognitief en ervarings-
  5. Sociale en culturele
  6. Aanpassing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dispositionele domein

A

Aandacht op: Op welke vlakken verschillen individuen van elkaar en hoe komt dit

Het centrale doel is om fundamentele disposities te identificeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Biologische domein

A

Mensen zijn in de eerste plaats verzamelingen van biologische systemen
Die systemen zijn de bouwstenen voor gedrag, denken en emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cognitieve en ervaringsdomein

A

Aandacht voor cognitie en subjectieve ervaringen zoals bewuste gedachten, gevoelens, overtuigingen, verlangens

  • Zelf en zelfconcept
  • Streefdoelen
  • Emotionele ervaringen
  • Intelligentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sociale en culturele domein

A

Persoonlijkheid beïnvloedt en wordt beïnvloed door cultuur en sociale contexten
Individuele verschillen in culturen — Hoe komt persoonlijkheid tot uiting in een sociale context?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

universele benadering

A

fundamentele psychologische processen en kenmerken die gelden voor alle mensen, of hoe mensen in het algemeen kunnen beschreven worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly