pathologie hc 3 lokale groeistoornissen en basaalcelcarcinoom Flashcards

1
Q

Welke algemene groeistoornissen bestaan er?

A

Reuzengroei, acromegalie en dwerggroei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is gecontroleerde groeistoornissen en welke vormen zijn er?

A

Een gecontroleerde groeistoornis is een meestal reversibele groeistoornis waarop normale groeiregelmechanismen invloed hebben.

  • metaplasie: de overgang van een weefsel in een ander type weefsel.
  • atrofie: volumeafname van een weefsel/ orgaan door afname van het volume van de individuele cellen en/ of door afname van het aantal cellen in dat weefsel/ orgaan
  • hypertrofie vergroting van het volume van een weefsel of orgaan door vergroting van de cellen.
  • hyperplasie vergroting van het volume van een weefsel of orgaan door toename van het aantal cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn ongecontroleerde lokale groeistoornissen?

A

Ongecontroleerde lokale groeistoornissen worden aangeduid als neoplasmata. Ze ontstaan waarschijnlijk alleen uit ongedifferentieerde cellen. Ze bevatten in wisselende verhoudingen specifieke cellen en
steunweefsel. De specifieke cellen zijn veranderd ten opzichte van normale cellen. Neoplasmata
vervullen geen nuttige functie en voor zover ze functioneren (b.v. hormonen afscheiden) doen ze
dat zonder coördinatie met de rest van het lichaam.
( tumor = zwelling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is Benigne neoplasmata?

A
  • bestaan in het algemeen uit goed gedifferentieerde cellen
  • zijn goed begrensd en doorbreken in het algemeen de natuurlijke grenzen niet
  • zaaien zich niet uit
  • groeien in het algemeen langzaam
  • verlopen, behalve een enkele maal door hun lokalisatie (schedel), niet dodelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is Maligne neoplasmata?

A
  • bestaan in het algemeen uit minder goed tot totaal niet gedifferentieerde cellen
  • zijn in het algemeen slecht begrensd en doorbreken natuurlijke grenzen
  • zaaien zich uit
  • groeien in het algemeen snel
  • verlopen zonder adequate behandeling dodelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ontstaat Maligne neoplasmata?

A

Maligne neoplasmata ontstaan wanneer de normale mechanismen die de deling van cellen lokaal
onder controle houden tekort schieten.
Uiteindelijk zou altijd een DNA-verandering in de vorm van een activering van oncogenen en
een remming van tumorsuppressorgenen in de cel de oorzaak van het ontstaan van een maligniteit
zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke factoren spelen een rol bij Maligne neoplasmata ?

A

endogeen:

  • genetische factoren (retinoblastoom, mammaca: BRCA-genen)
  • hormonale factoren (mammacarcinoom, prostaatcarcinoom)
  • gestoorde immuniteit e.v.a.

exogeen:

  • chemische stoffen (voeding, bestanddelen sigarettenrook)
  • fysische factoren (straling in de vorm van u.v. licht, natuurlijke radioactieve straling e.a.)
  • virusinfecties e.v.a.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De essentiële kenmerken van maligniteit zijn:

A
  • invasieve (=infiltratieve)groei en
  • metastasering: carcinomen metastaseren meestal eerst via lymfevaten naar de regionale lymfklieren en pas later, na ingroei van de maligniteit in een bloedvat, vrijwel altijd een vene, ook hematogeen. Van de hematogeen versleepte cellen wordt 99% vernietigd en loopt 1% vast op het punt waar de bloedvaten nauwer worden en groeit daar uit tot een metastase: maligne cellen afkomstig uit het grootste deel van het maagdarmkanaal metastaseren in 1e instantie naar de lever en cellen afkomstig uit de rest van het lichaam, met uitzondering van de longen, naar de longen. Hematogene uitzaaiingen vanuit een maligniteit in de longen kunnen overal in het lichaam optreden, maar hebben een voorkeur voor hersenen, skelet en lever.

Bijzondere vormen van metastasering zijn het ontstaan van implantatiemetastasen door uitzaaiing van maligne cellen in het lichaamsholte als buikholte, pleuraholte en liquorruimte, en entmetastasen door versleping van maligne cellen bij bepaalde medische ingrepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn verdere kenmerken van maligniteit?

A
  • atypische celvormen
  • gestoorde differentiatie tot atypie (niet kenmerkende vorm)
  • polychromasie (veelkleurigheid) en polymofie (veelvormigheid)
  • toegenomen aantal celdelingen
  • necrose door tekort schietende bloedvoorziening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is precarcinomateuze?

A

carcinomen die zich uit bepaalde niet kwaadaardige epitheelveranderingen kunnen ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is carcinoma in situ?

A

Wanneer men een epitheelafwijking vindt waarvan de cellen alle kenmerken van maligniteit vertonen, maar die (nog) niet infiltratief groeit en (nog) niet gemetastaseerd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de standaard benamingen van bepaalde ziekten?

A
  • Benigne neoplasma wordt benoemd naar het orgaan/weefsel met -oma erachter.
  • Maligne tumor wordt benoemd naar het soort epitheel met toevoeging carcinoom
  • maligne neoplasma wordt benoemd naar het weefsel met carcoom erachter.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Om te kunnen beslissen welke behandeling voor een patiënt met een solide maligniteit geïndiceerd is, moet de tumor “gestagneerd” worden. Men let hierbij o.a. op:

A
  • T(umorgrootte en eventuele doorgroei)
  • N(odi), de aanwezigheid van lymfkliermetastasen en
  • M(etastasen) ontstaan door uitzaaiing via de bloedbaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandelingsmogelijkheden zijn:

A
  • Operatie: curatief van opzet bij niet (teveel) gemetastaseerde, niet (te ver) doorgegroeide
    solide tumoren. In de andere gevallen kan de bedoeling van de operatie “bulkreductie” of palliatie zijn.
  • Radiotherapie: curatief van opzet bij niet solide tumoren, preoperatief bij solide tumoren, palliatief bij gemetastaseerde tumoren
  • Chemotherapie: curatief van opzet bij niet solide tumoren, palliatief bij gemetastaseerde tumoren
  • Overige: laserbehandeling, cryotherapie, electrocoagulatie, fotodynamische therapie,
    hormonale behandeling, etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een Basaalcelcarcinoom?

A
  • het vaakst voorkomende kwaadaardige tumor van de huid (bij blanken)
  • groeit heel langzaam, maar kan uiteindelijk tot enorme destructie leiden
  • komt slechts zelden toe aan metastasering, maar metastaseert uiteindelijk altijd, tenzij de patiënt in de tussentijd behandeld of aan een andere aandoening overleden is
  • meestal bij mensen boven de 50 jaar voor
  • voornamelijk in aan zonlicht blootgestelde delen van de huid en met name in het gelaat (> 80% van de gevallen) gelocaliseerd.
  • kan zich op verschillende manieren presenteren
  • UV-straling is een bevorderende factor
  • excisie, cryotherapie, bestraling, locale applicatie van een cytostaticum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly