OOGH TRAAN deel 1 Flashcards

1
Q

Wat zijn de functies van de traanfilm?

A
Beschermende functie:		
vreemde	lichamen	
dehydratatie	
ziekteverwekkende organismen	
bevochtiging	van	de cornea	

Optische functie:
glad maken van het oppervlak van de cornea
optisch perfect gebied

Fysiologische	functie:
zuurstoftransport	(O2)	
transport	van	voedingsstoffen (bijv. glucose,	
vitaminen, mineralen, aminozuren)	
afvoer van stofwisselingsproducten 	 	
 ( bijv.	CO2,	melkzuur, afbraakstoffen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe is de traanfilmopbouw?

A
  • tweelagenstructuur
  • dikte 8-12 μl of 3.05 μm- 16μm
  • 80 % mucinelaag,
  • mucine als bestanddeel van de waterige laag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verband tussen traanfilm en contactlens?

A

De lens is dikker dan je traanfilm, hierdoor wordt je traanfilm in achter en voor de lens verdeeld.
Pre-lens -> Lipide en water
Post-lens -> water en mucine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe gaat de basale aanmaak en reflex aanmaak in zijn werking?

A
  • Basale aanmaak: Wordt aangemaakt door
    de “kleine” traanklieren . Wordt altijd geproduceerd
    als een basis laag om de cornea en conjunctiva te
    bevochtigen
  • Reflex aanmaak wordt geproduceerd door de grote traanklier . Reflex aanmaak door irritatie: mechanische, chemisch of temperatuur.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke hersendelen hebben te maken met de traanklier en wat doen ze?

A
  • De N.facialis (N. VII) de “vrijwillige” tranen (efferente baan) innervatie speekselklieren en traanklier.
  • De n.trigeminus ( n.V) is in “charge” voor de traanreflex via de sensorisch baan (afferent)
  • bovenste tak zorgt voor “gevoel” van de cornea
    en voorhoofd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke endogene factoren zorgen voor een verandering in de traanfilm?

A
  • metabolische aandoening (bijv. diabetes, hyperlipidemie, hyperthyroïdie)
  • veranderingen in het metabolisme (bijv. zwangerschap, menstruatie, verandering in leefomstandigheden, dieet)
  • overmatig drankgebruik, roken (alcohol, nicotine)
  • bijzondere levensomstandigheden (bijv. slaaptekort,
    stress, lange vliegreizen)
  • onvolledig sluiten van oogleden
  • geneesmiddelengebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar bevindt zich het lipide laag in de traanfilm?

A

De traanfilm wordt niet meer als 3 lagen gezien, maar 2 omdat de lipide laag geen aparte laag is maar ook in de waterige laag zit. Als je niet knippert duw je het vetlaag niet in waterige laag. Je hebt het dus nodig om alle lagen met elkaar te verbinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet de lipide laag?

A

Lipide bestaan uit vetten, cholesterol en een ester van
een vetzuur en een vet alcohol. Deze laag houd de verdamping tegen ( normale verdamping is ongeveer 10%) . Bij een MGD of een hoge luchtstroming en of lage luchtvochtigheid kan dit oplopen naar 80% verdamping.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar hangt de viscositeit van de traanfilm van af?

A
  • temperatuur ooglid

* knipperslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom zijn de oogspieren belangrijk voor de traanfilm?

A

We hebben heel veel spieren om onze ogen, omdat spieren warmte afgeven waardoor de vetten vloeibaar blijven in ons oog. Ten tweede moeten de vetten uitgeduwd worden om in onze traanfilm terecht te komen !

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de functies van de waterige laag?

A
  • Bevochtiging
  • Zuurstof voorziening
  • “weg”spoelen van debris (vuiltjes)
  • Afweersysteem
  • Dikker bij de cornea dan bij de conjunctiva
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is lysozyme?

A
  • 60% van de traan proteïne is lysozyme
    (zit in de waterige laag)
  • Wordt aangemaakt in de traanklier
  • Is verminderd bij Sjögrens syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is lipocaline?

A
  • lipocaline; proteïne die helpt in
    • oppervlakte bevochtiging van de cornea
  • kan lipide binden
  • zorgt voor viscositeit (samen met lactoferrine en sIgA)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is non-newtonium fluid?

A

Dit wordt veroorzaakt door de kracht van de knipperslag.De theorie van een mooie viskeuze laag tranen. ( de man die op water heel hard bewoog en er op kon blijven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is glycocalyx?

A

Dit wordt geproduceerd door de cornea epitheel cellen. Het bind de mucinelaag aan het epitheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de functies van de mucinelaag?

A

bevochtiging, barrière mucine-bicarbonaat gel

mucine als epitheelafscheiding

17
Q

Welke soorten mucinelagen heb je?

A
  • MUC-1-4 en 16 (globletcellen en cornea)
  • MUC- 5A geproduceerd door de globletcellen
  • 8 andere soorten door de traanklier
  • mucine-bicarbonaat gel
  • mucine als epitheelafscheiding
  • functies: bevochtiging, barrière
18
Q

Hoe kan de mucinelaag worden verstoord?

A
  • Hormonen:“de pil” (zwangerschap)
  • pilocarpine
  • pemfigoid, vorming van littekens op en dunner worden van de conjunctiva ⇒ degeneratie van
    goblet-cellen en de afbraak van een deel van de afscheidingsmucine
  • antihistaminica
19
Q

Wat moet goed geregeld zijn voor een ideale traanfilmopbouw?

A
  • Systemische gezondheid
  • Traanklieren
  • Goblet cellen
  • Meibom klieren
  • Hormonaal balans
  • Omgevingsfactoren
20
Q

Met welke testen, kun je de traanfilm testen?

A
  • Secretie (hoeveelheid traan):
  • Shirmer
  • Phenol tread test
  • Oppervlak integriteit
  • Fluoresceïne
  • Rose bengal
  • Lisamine groen
21
Q

Wat zijn de normale waarde bij de shirmer test?

A
  • Shirmer 1:

* 30 mm in 5 min, hypersecretie: reflextranen

22
Q

Wat is de Phenol red thread test ?

A
Zone quick
Geen verdoving nodig	15 seconde.		
Ogen gewoon open, normale knipperslag	
Tranen kleuren de	draad rood	
Normale	meting is	20mm-75 mm:	
Droog oog
23
Q

Hoe kun je de oculaire beschadigingen testen?

A
  • Fluoresceïne: Kleurt oppervlakte defecten aan
  • Rose bengaal : verkleuring van dode cellen, afbraakresten en mucine. slechte biocompatibiliteit.
  • Lisamine groen: Werkt ongeveer hetzelfde als rose bengaal. betere biocompatibiliteit (kleurt alleen dode cellen)
24
Q

Wat zijn de normaal waarden die je meet met de but?

A

Met de but test je de lipide laag:

  • BUT ≥ 10 s ruim voldoende
  • BUT
25
Q

wat is de NIBUT-test?

A
  • Non Invasive Break Up Time
  • onderzoek van de stabiliteit van de traanfilm met
    behulp van projectie:
  • Keratometer
  • Corneatopograaf
  • Normaal waarde rond de 20 seconden
26
Q

Hoe hoog moet de traanmeniscus zijn?

A
  • 0,2 mm voldoende
27
Q

Wat zijn de waarden bij de LIPCOF’s test ?

A
  • Niveau 0 geen rimpels geen risico op een droog oog
  • Niveau 1 enkele rimpels tot 0,2 mm 15% meer kans
    dan graad 0
  • Niveau 2 meerdere rimpels tot 0,2 mm 63 % meer
    kans dan bij graad 0
  • Niveau 3 meerdere rimpels meer dan 0,2 mm 190 %
    meer kans dan bij graad 0
28
Q

Welke Ph waarde heeft de traanfilm nomaal en welke bij bepaalde aandoeningen?

A
  • Ph van de tranen kunnen anders zijn dan de normaal
    waarde van 7 bij bepaalde oculaire aandoeningen.
  • Keratoconjunctivitis sicca heeft een “zuurdere”
    traanfilm (lagere ph waarde)
  • Allergische conjunctivitis heeft een hogere ph waarde
29
Q

Wat is Osmolariteit?

A
  • Hyperosmolariteit teken van droge ogen
  • Hyperosmolariteit kan ontstaan door te snelle verdamping of door een verminderde traanaanmaak of een combinatie van deze twee.
  • Dit veroorzaakt schade aan epitheelcellen en globletcellen