Paarden Flashcards
grhokad - signalement
geslacht, ras, hoogte, ouderdom, kleur, aftekeningen, datum
ruin
gekastreerde hengst
snijtanden
incisivi, I
haaktanden
canini, C
maaltanden
premolares, P
kiezen
molares, M
wolfskiesje
in bovenkaak, komt zelden voor, rudimentair
Dentine/tandbeen/ivoor
hoofdmassa - geelachtig-wit
Cement
buitenste laag van de gehele tand
Kroon
deel dat in de mondholte uitsteekt
Wortel
een deel dat in het kraakbeen vastzit - kroon zit hiernaast
Tandhals
overgang tussen kroon en wortel - waarop tandvlees vasthecht
Kroonholte
infidibilum - spleetvormige uitholling van de snijtand bij jonge paarden
Glazuurkegel
op de bodem van het dentine vormt zich een lokale ophoping - dikkere laag van glazuur
Pulpaholte
stijgt uit de tandwortel van binnenin op - reikt tot diep in de kroon - bloedvaten en zenuwen - kanaal geleidelijk nauwer door afzetting van secundaire dentine
Tandster
tandwortelkanaal loopt aan de voorzijde van de tand hoger op dan de bodem van de kroonholte - glazuurkegel slijt weg en een tandster ontstaat op het slijtvlak - secundaire dentine - verkleurd door voedselpigmenten - zit bovenop pulpaholte om deze af te sluiten
Snijtanden
kleiner en witter - kroon bezet met talrijke kleine groefjes op de lipvlakte
Melksnijtanden
kleiner en witter - kroon bezet met talrijke kleine groefjes op de lipvlakte
Definitieve snijtanden
zwaarder en groter - vormverandering, van ovaal naar trapeziumvormig en driehoekig
Haaktanden
ingeplant in de lagen/gebitsruimten - onderaan iets meer naar voor dan bovenaan
Blijvende kiezen
sterk ontwikkelende wortels - van buiten naar binnen oplopende wrijfvlakken hebben kammer - bovenkiezen iets breder dan onderkiezen - tandpunten, buitenzijde bovenste kiezen en binnenzijde onderste kiezen bij een smallere onderkaak dan de bovenkaak
Gevulde tand
kroonholte is weggeslepen
Tandformule
Melkgebit
- Bovenkaak - 3Id - 0Cd - 3Pd
- Onderkaak - 3Id - 0Cd - 3Pd
Tandformule
Volwassen gebit
- 4-5 jaar oud - hengsten en ruinen, 40 - merries, 36
- Bovenkaak - 3I - 1C - 3P - 3M
- Onderkaak - 3I - 1C - 3P - 3M
Isodontie
tandformules van bovenkaak en onderkaak zijn hetzelfde
Anisodontie
tandformules van bovenkaak en onderkaak zijn niet hetzelfde
Uitbotten
6 snijtanden in onderkaak, minstens 6 maanden oud
Vulling
bij een gevulde snijtand is de kroonholte verdwenen door afslijting - 24 maanden
Tandster
na wisselen van de tanden meest betrouwbare kenmerk - I1, 4,5-5 jaar
Aftands paard
alle snijtanden zijn gevuld - kroonholte kwijt
De haak/echancrure
ontstaat achteraan op de hoesnijtanden van de bovenkaak, wrijfvlakken passen niet goed in elkaar - bovenste deel steekt uit over onderste
Tandboog
snijtanden opgesteld als boog die bij veroudering vormverandering ondergaat
Strekken van de snijtanden
de hoek waaronder de snijtanden van de onderkaak en de bovenkaak zijdelings gezien elkaar raken veranderd bij veroudering - snijtanden gaan steeds schuiner naar voren staan bij veroudering
Groef van Galvayne
ontstaat vertikaal op de bovenste snijtand - van boven naar beneden op snijtand - 10 tot 30 jaar
Twijfelaar
paard die kroonholtes niet volledig gevuld hebben op de bekende leeftijd
Valse twijfelaar
glazuurkegel op bodem kroonholte blijft langer bestaan
Snoeksgebit
onderbijten - ondertanden voor boventanden gepositioneerd - onderkaak te lang ten opzichte van de bovenkaak of de bovenkaak is te kort ten opzichte van de onderkaak
Kribbenbijten
aan harde voorwerpen bijten - tanden slijten overmatig - leeftijdsbepaling in de war, gaan er ouder uitzien
Bruin
- Gewoon bruin - op het lichaam roodbruin tot bruine haren met daarbij zwart behang (manen, staart en onderste ledematen) - verschillende schakeringen tussen lichtrood en donkerbruin
2 hoofdgroepen - Bay - roodbruin pigment vrij homogeen en constant verspreid
- Brown - intensiteit rood bruine kleur niet overal hetzelfde - lichtere zones bij snuit/binnenkant benen/flanken
Verschillende mogelijkheden
- Lichtbruin - geelrode vacht - soms geappeld - soms samen met veel lichter gekleurde buik
- Bruin - gewoon bruin
- Kersenbruin - rodere tint
- Donkerbruin - donkerder bruin
- Kastanjebruin - donkerbruin met natuurlijke glans - appeling, donkere cirkelvormige haren
- Zwartbruin - bijna volledig zwart - vooral in de winter - roodbruin gekleurde haren bij de flanken/liesplooi/neusrug/snuit - vossenneus/kopersnuit, blekere haren aan uiteinde van de neusrug, in praktijk kan dit erg discreet zijn
Verdunningen
- Valk - 1x verdund bruin - zandgeel tot bruingeel - behang onverandert
- Perlino - 2x verdund bruin - uiterst bleek haarkleed - bijna wit - bruine schijn - ook behang in proces betrokken en bleker - iris vaak lichtblauw
Vos
- Gewoon vos - op het lichaam geelrode tot bruine haren met meer kleurschakeringen en geen zwart behang
2 hoofdgroepen - Chestnut - behang dezelfde kleur als andere lichaamsbeharing of donkerder maar niet zwart
- Sorrel - lichter, gewassen/blond behang
Verschillende mogelijkheden - Licht vos/bleekvos - geelachtig tot geelrode vacht - meestal samen met een blekere buik en lichter tot vaskleurig behang
- Goudvos - donkervos haarkleed - meestal met donker behang - soms grauwe glans
- Kopervos - donker vos met veel glans
- Zweetvos - donker vos, grauwrood met veel glans - geappeld en gewassen behang
- Koolvos - gebrande koffie - bijna zwart - beenuiteinden hebben bronzen glans
Verdunningen
- Isabel - 1x verdund vos - lichtgeel, creme tot geel-oranje - lijkt op licht vos - geen lichte buik - winterhaarkleed heeft melkachtig uitzicht - behang verbleekt tot lichtcreme/gewassen
- Palomino - 1x verdund vos - bleekgouden haarkleed met wit behang
- Cremello - 2x verdund vos - nog bleker dan isabel - bijna wit
Zwart
- Gewoon zwart - hele haarkleed, ook neus, snuit, flanken en liesstreek zijn zwart
- Gitzwart - blijvend diepzwart - veel glans - met appeling - onveranderlijk van seizoensinvloeden - constant
- Koolzwart/zomerzwart - dof zwart zonder glans - in de zomer vaak verblekend - friezen en schetlandpony’s
- Vaal zwart - dof zwart met donkerder zwart behang - rossige weerschijn - verandert niet in de zomer - constant
Verdunningen - Donker muisvaal - smoky - 1x verdund zwart - grijsblauwe glans - in het zonlicht rossig - zwart behang
- Bleek muisvaal - silver smokey - 2x verdund zwart - nog bleker dan smoky
Schimmel
Schimmels - hoofd verst gevorderd in verouderingsproces - meer grijs rond mond en ogen
Grijs of veranderlijk schimmel - geappelde grijsschimmel - basis kleur geboren en veranderd met de leeftijd, wordt grijs en uiteindelijk wit schimmel na 7-9 jaar - gepaard met appeling - hoofd lichter dan lichaam
Wit paard - wit geboren - specifiek gen - 2x, homozygoot, niet leefbaar - te onderscheiden door roze mond bij wit paard, schimmel heeft grijze mond
Roeaan of onveranderlijk schimmel - 2 populaties van haren, bruine en grijze - vanaf geboorte - verschillende soorten, op basis van vergelijking grijs/kleur - hoofd donkerder dan lichaam
- Bruin roeaan/bruinschimmel - basiskleur is bruin - zwarte beenuiteinden - witte haren zijn homogeen vermengd in een bruin haarkleed
- Lichte bruinschimmel
- Wijnschimmel - veel rode haren
Vosschimmel/vos-roeaan/roodschimmel - alleen bruinrode en witte haren
- Lichte vosroeaan
- Gewone vosroeaan
- Donkere vosroeaan
Blauwschimmel/zwartschimmel/zwart-roeaan - alleen zwarte en witte haren - geeft de indruk van blauw
- Lichte blauwschimmel
- Gewone blauwschimmel
- Donkere blauwschimmel
- Moorkop - helemaal zwart hoofd
- Halve moorkop - zwarte onderste helft van het hoofd
- Stekelharigheid - lokale inmenging/vorm van grijze haren - is niet roeaan - komt niet voor op hele lichaam
- Muskaatschimmel - opkomend grijs in combinatie met bruinschimmel
Bontpatronen
wit in kleinere onderdelen/vlakken - bepaald door specifiek gen
Platenbont/tobiano
oppervlakte/platen die wit zijn, relatief groot en niet grillig afgelijnt - wit overschrijd de ruglijn - altijd witte beenaftekeningen
Wanneer de oppervlakte van de grondkleur overheerst, wordt deze eerst genoemd
- Vb. Bruin platenbont - meer bruin dan wit
Wanneer de witte platen overheersen, wordt eerst wit genoemd
- Vb. Wit-vos platenbont - meer wit dan kleur
Overo-bont
witte oppervlakte die grillig zijn afgelijnd - witte vlekjes kunnen voorkomen - overschrijd de ruglijn niet - kunnen witte beenaftekeningen zijn, maar hoeft niet - wit stijgt vaak uit van onder/buikstreek
Panterbont/tijgerbont
vlekkenpatroon op harenkleed vanaf de geboorte aanwezig
Gepigmenteerd
vlekken verspreid over een bleke of schimmelkleurige achtergrond
Vliegenvlekken
zwarte vlekken
Forellenvlekken
bruine vlekken
Sneeuwvlekken
wit op een roeane of donkere achtergrond
Schabrak panterbont
grote volkleurige zone - vooral op het kruis en soms op volledige achterhand
Sabino
sterke stekelharigheid met uitgebreide beenaftekeningen, hoog oplopend - grillig
Witkopbond
bont dat samengaat met een wit hoofd
Wildkleur
oorsprongelijke grijsbruine kleur van het wilde paard
Aalstreep
donkergekleurde streep op de rug - van nek tot staartbasis over de ruggengraad
Schouderkruis
vertikale schuine streep op beide schouders
Zebrastrepen
horizontale strepen aan proximale delen van de ledematen
Kol
voorhoofd - tussen of boven de ogen - eindigt bij onderkant ogenhoeken
- Grootte - varrieert - enkele witte haren tot grote plek - hoe groot in vergelijking met het voorhoofd
- Vorm - vorm in te herkennen, ook die naam geven
- Ligging en richting - opwaartse of benedenwaardse - buigt het af naar binnen/buiten
- Samenstelling - niet noodzakelijk volledig wit - overgangszone - omzoomde aftekeningen, geen rechte lijn in rand - breed, zoom - smal, boord - spikkeling
Bles
op de neustop en onder de neusgaten - boven- en onderlip apart in aanmerking
Sneb
op de neustop en onder de neusgaten - boven- en onderlip apart in aanmerking
Paddenmuil
donkere vlekken en stippen rond mond, lippen en neus
Melkmuil
mond, lippen en neus zijn wit
Krotenmuil
mond, lippen en neus zijn roze
Meelmuil
ringvormige roomkleur rondom de mondopening
Volledige bles
doorlopende combinatie van kol, bles en sneb
Hoefballen
2 sferische behaarde structuren afterop de hoef - kan ook partieel
Kroonrand
overgang hoef en behaarde huid
Kroonrand
bereikt nog niet kogel
Sok
wit bereikt de kogel
Grote sok/witvoet
wit bereikt volledige omtrek van het onderste vierde van de pijp
Half gelaarsd/half witbeen
bereikt halfweg de pijp
Gelaarsd/witbeen
tot aan de voorknie
Hoog gelaarsd/hoog witbeen
hoger dan voorknie - tot voorarm of schenkel
Kroon
kroonbeentje - net boven de kroonrand
Koot
kootbeen - vormt kootstreek
Kogel
gewricht
Pijp
met achter griffelbeentjes en sesambeentjes
Voorknie
aan de voorkant (er is ook een achterknie)
Sprong
hecht achillispees aan vast
Schenkel
achterkant bovenbeen
Achterknie
heeft knieschijf - helemaal bovenaan
Haarwervels/kruinen
vooral van belang bij effen paarden
- Convergerende - haren komen samen op 1 punt - radwervel - draaiend - golvend, langere haren - kringwervel, centraal een kring bloot gesteld
- Divergerende - haren komen niet op 1 punt samen - haarwortels vormen figuur die een stukjehuid laat zien - cirkel, kring of grillige lijn - ruitvormig - hartvormig
- Veervormige - kring-streepwervel - streepwervel
Wigvormig hoofd
tijdelijk bij veulens - hoofd is versmalt aan de onderkant - neus- en lippenstreek is smal en ondiep
Littekens
duiden op regelmatig koliek/buikkrampen, paard slaat dan met het hoofd
Diepe slaapgroeve
duid op ondervoeding
Ramshoofd
convex opgebogen over volledige lengte - plomper uitzicht
Half ramshoofd
alleen neuslijn is bol opgebogen - recht voorhoofd
Snoekshoofd
ingevallen, concave profiellijn - in arabische volbloeden geen afwijking
In de nek liggende oren
duid op boosaardigheid
Oorfistel
grillige buisvormige zweer, ectopische tand/zwevende tand, ingekapseld in cyste/vocht, in contact met fister, mond vaak uit aan oor, vormt korstje
Ezelsoren
lang, breed en wijd uiteenstaand
Hazeoren
lang, smal en dicht bij elkaar ingeplant
Muizenoren
kort en breed
Loboren
brede, horizontaal gedragen oren met weinig natuurlijk spanning/tonus
Koeoren
brede, laag ingeplante oren met een afhangende punt
Varkensoren
hangen af langs de kaken
Ringoog
‘mensoog’ - erfelijk - buitenste wit van het oog, sclera, is te zien - bij Appaloosa wordt naar gefokt
Glasoog
‘maanoog’ - blauwe iris
Valkoog
verbleekte iriskleur - lichtbruine, eikenhoutkleurige iris
Grijze staar
vertroebeling ooglens - staarvlek/staarpunt
Grijze staar
door een verhoogde oogdruk - glaucoom
Zwarte staar
verlamde zenuw - blind
Traanoog
duid op oogontsteking
Spekoog
zwelling van het knipvlies/3e ooglid
Entropion
ooglid naar binnen gekeerd - voornamelijk bovenste ooglid - wimpers irriteren oog
Ectropion
ooglid naar buiten gekeerd - voornamelijk onderste ooglid - roze slijmvlies is zichtbaar
Ankyloblepharon
randen oogleden vergroeid - open te snijden
Symblepharon
1 ooglid vastgegroeid op oogbol
Afhangende lippen
lymfatisch/niet energiek/lusteloos paard
Slaande neusvleugels
ademhalingsproblemen - dempigheid
Litteken op strottenhoofd
gevolg operatie - cornage - meestal linker stemband verlamd
Voedselproppen
voedsel dat tussen tanden/wangen blijft zitten - kauw/tand problemen
Tandpunten
scherpe uitsteeksels aan de buitenzijde van de bovenste molaren en ook aan binnenzijde van de onderste molaren - staan niet helemaal op elkaar
Gevoelige mond
tong laag in de mond - lagen alleen bedekt met tandvlees worden gewetst door bit
Gevoelige mond
lymfatische paarden - weinig energiek - leidende paarden
Te horizontaal gedragen hoofd
lymfatische paarden - weinig energiek - leidende paarden
Te vertikaal gedragen hoofd
belemmert de ademhaling en evenwicht
Zwanenhals
dunne hals met vooraan een holle onderrand en een bolle bovenrand - Friese halfbloeden, Andaloosiers, Arabische volbloeden
Spekhals
korte hals - bolle bovenrand door meer vet - rechte onderrand
Hangende spekhals
spekhals met zijdelings hangende manenkam
Varkenshals
kort, dik en breed
Verkeerde hals
hol van boven en bol van onder
Hertenhals
bol onderaan en recht bovenaan
Weinig gespierd/weinig volume/laag gewicht
gecomprimeerd - spelen met het evenwicht
Lansstreek
diepte in een zijvlak van de hals - lokale atrofie/wegsmelten van spiermassa
Gebroken hals
inkeping in overgang naar schoft
Ingetrokken hals
overbelaste paarden
Manenkam
kan dingen verbergen - bloedbuilen - abcessen - manen die samenklitten door exceem of schurft
Halsader
vena jugilaris - bloeddruk laag in aders - gebruikt voor bloedname/infusen - knobbels of fistels
Schoft
overgang tussen hals en rug - aanhechtingsplaats van de 2 schouders
Overbouwd
kruis hoger dan schoft
Scherpe schoft
te weinig gespierd - zeer onderhevig aan drukverschijnselen
Afgespleten schoft
eindigt plots achteraan
Gespleten schoft
met een groeve tussen de schouderbladen
Lage schoft
is een erger gebrek bij rij- dan bij trekpaarden
Drukvlekken
witte vlekken die niet aangeboren zijn, nieuw haar heeft niet meer de oorspronkelijke kleur - verwondingen - abcessen - schoftbuilen onstaan door druk van gareel en zadel
Geitenborst
smal en hol - punt borstbeen ligt ver achter boegen
Haviksborst
smalle magere borst - punt borstbeen steekt voor de boegen uit - weinig gespierd
Kippenborst
brede borst - punt borstbeen steekt voor de boegen uit - veel gespierd
Leeuwenborst
zeer breed en effen - geen een wiegende gang
Te kort schouderblad
staat te steil - vaak samen met een te korte schoft
Te horizontale schouder
vaak slecht aangehecht aan de borstkas - onvoldoende gangen
Te steile schouder
geeft hoge elleboog- en kniebewegingen
Vette of overbeladen schouders
voorhand te veel belast
Te magere of kale schouders
te weinig schouderspieren
Losse schouders
te veel bewegingsvrijheid - hazenleger - uitholling aan achterkant van het schouderblad
Stijve of te vaste schouders
gangen onvoldoende efficient
Voorboegige schouders
boegen steken sterk naar voor uit - paard staat onder zich - voorwaardse bewegingen zijn gering
Teruggeschoven schouders
wegens te korte of te steile schouders - samen met borstafwijkingen
Karperrug/opgebogen rug
bij overbelastheid/kromwerken - gevolg is dat achterbenen meer naar voren gepositioneerd zijn en zich vangen. in hoefijzer klappen - de achterbenen maken contact met voorbenen
Zadelrug
doorgezakte rug - zwakke rug
Ezelsrug/scherpe rug
smal en dakvormig - weinig gespierdheid
Gespleten rug
veel gespierdheid
Hooibuik/grasbuik
te ver uitpuilend aan beide zijde - hinderlijk voor beweging en ademhaling
Hooibuik/grasbuik
buik te diep doorhangend en uitpuilend aan beide zijde
Opgeschorte/opgetrokken buik
vrij weinig volume - flanken ingezakt
Gevoelig voor kolieken
heftige darmkrampen
Wolfslenden
inzakking - duidelijk niveauverschil in overgang lenden naar kruis
Karperlenden
te sterk opgebogen - duid vaak op beenletsels
Dubbele lenden
in verlengde met rug - zeer gespierd - extreme vorm, bepalden lenden
Lendenzwakte
schort iets met spieren/skelet/zenuwen - paarden willen niet naar achter stappen, liever gaan ‘zitten’
Zwakke/slappe lenden
veroorzaken waggelende gang
Spinale ataxie
dronkengang - afwijkingen hersenstam
Holle/ingevallen flank
vertoont driehoekige verdieping - hongergroef
Opgeschorte flank
bij paarden met opgeschorte buik
Gewelfde flank
gistingsprocessen in de dikke darm, koliek - luchtzuigers, dieren die lucht inslikken, zeldzaam dat dit leid tot een gewelfte flank
Flankenslag
frequentie van op- en neerwaartse beweging in de flanken
Dempigheid
buitenste neusvleugels bewegen - moeite bij uitademen, COPD, werking ribben en middenrif niet goed genoeg, gaan buikspieren gebruiken om lucht naar buiten te brengen, relaxatie gebeurd schokkerig, dubbelslag in flanken
Vlak/effen kruis
bovenvlak loopt horizontaal in het verlangde van de lenden - hoge staartinplanting
Dakvormig kruis
de zijvlakken zakken af - middenlijn steekt uit naar boven
Puntig kruis
het trapezium is achteraan erg smal
Dubbel/gespleten kruis
middenlijn ligt lager dan de twee zijvlakken - zeer goede gespierdheid
Rond/appelvormig kruis
afgerond naar achter en zijvlakken - moet voldoende breed zijn
Meloenvormig/ovaal kruis
naar alle zijde afgerond - breder dan de voorgaande vorm
Hoekig kruis
heupen, heiligbeen en zitbeenknobbels zijn goed zichtbaar
Recht kruis
vlak - hoge staartinplanting - relatief lange bil/broekspieren
Hellend kruis
stekpaarden tussen hellend en schuin in
Afhangend kruis
lastdragers - ezelskruis, breed zitbeengedeelte - varkenskruis, smal zitbeengedeelte - hoe schuiner het kruis staat, betere lastdragers
Gehoornde heupen
heupen steken uit - meestal wegens te schuin en te weinig gespierd kruis
Ontheupte/eenheupige paarden
heupbeenuitsteeksel is door fractuur weggetrokken door spieren
Ronde/afgesneden billen
bespierdheid in verhouding tot volume niet echt diep gaat - curve - gaan samen met een te lange achillespees
Slecht gebroekt/windhondenbillen
weinig bespierdheid
Achterknie - te dicht tegen de buik/te ver naar achter
nadelig voor de staplengte
Achterknie - te breed uit elkaar
geeft koehakkigheid en Franse stand
Achterknie - te dicht naar elkaar
geeft te wijde hakken en Vlaamse stand
Kniegewrichtsgal
overproductie van gewrichtsvocht, synoviaalvocht, smeren van gewrichten, verlaagd wrijvingsweerstand - ten gevolg van ontstekingen, overbelasting
Knieschijfontwrichting
mouw/eenzijdig of dubbele mouw/beiderzijds, aangeboren - kan ook verworven worden
Nicteren
stukjes spiertjes weggehaald - staart meer naar beneden gedragen
Gemberen
staart meer naar boven gedragen
Te hoog ingeplante staart
eerder schoonheidsgebrek
Te laag ingeplante staart/konijnenstaart
bij te schuin kruis
Rattenstaart
smal - weinig gespierd en behaard
Afgeschuurde haren
symptoom van jeuk - schurft, wormen
Staart krachtig tussen de billen trekken bij aanraking
schikachtigheid en overdreven prikkelbaarheid
Blijvende roos
gevolg van chronische diaree of overmatig gemberen - constante rode kleur
Littekens aars
lastige verlossing
Niet gesloten aars
algemene zwakte of hoge ouderdom
Monorchidie
1 teelbal afgedaald, andere blijft in buikholte - bij hengstenveulens dalen teelballen al af in de embryonale ontwikkeling - castreren
Cryptorchidie
geen teelballen afgedaald - gedrag, aggressief - klophengst - castreren
Hyporchidie
1 of beide teelballen te klein
Scrotum te groot
liesbreuk - darmlussen in scrotum
Kokerzwelling
zwelling in voorhuid
Fimosis
eind van koker te klein - uitschachten onmogelijk - ontstekingen
Parafimosis
koker te smal - niet teruggetrokken in koker na uitschachting
Te korte penis
voor natuurlijke bevruchting een probleem
Penisverlamming
penis hangt blijvend uit de koker
Vaginascheur
bovenzijde - moeilijke bevalling - moet gehecht worden
Uierontsteking/mastitis
harde knobbels of algehele zwelling
Pismerrie
merrie met rijpe eicellen die niet ovuleren - hormonaal in ovulatie - veel urineren, zijn luidruchtig en slaan en stampen
Gewrichtsgal
zwelling aan buiten-voorzijde van het gewricht - chronische prikkeling
Gewrichtsgal
zacht gezwel - gevolg van chronische prikkeling door liggen als een rund
Nauw in de ellebogen
elleboog naar binnen, draaiing been en wat onderaan aan de voorzijde hoort gaat naar buiten - Franse stand
Wijd in de ellebogen
elleboog naar buiten, voorzijde hoeven naar binnen - Vlaamse stand
Zwammige knie
huid en eventueel bindweefsel verdikt
Ronde knie
te kort/en of te smal
Gekroonde knie
littekens vooraan door vallen of stoten
Knierasp
in buighoek - horizontale kloven of dwarslopende groeven - moeilijk te helen
Strijken in de knieen
bij beweging botsten voorknieen tegen steunbenen
Peesschedegallen
uitpuilingen vanuit kokers die strekpezen omvatten
Gewrichtsgallen
tussen de strekpezen op de voorzijde
Beenwoekeringen
verkalkingshaarden op abnormale plaatsen - bv. arthrose
Bokbenigheid
geen rechte zuil - voorknie te ver naar voren - kan eruit groeien - kan gepaard gaan met te recht kootbeen wat een teken kan zijn van slijtage - trillen/telegraferen
Holle knie/schaapsknieen
voorknie meer naar achter - vooraan
X-benen
voorknieen teveel naar elkaar toe gekanteld - geen draaiing/torsie - eng in de sprongen
O-benen
voorknieen verder van elkaar gekanteld - geen draaiing/torsie - wijd in de sprongen
Spillebenen
lange smalle pijpen
Ingesnoerde knie
overgang voorknie en pijp te smal - pijp neemt te weinig volume in aan de onderkant - minder opvangend vermogen
beenwoekeringen/schiefels/schuifels
nieuwe verkalkingshaarden - meeste impact bij neerkomen van dier
Sore shin
reactie van periost op overbelasting met langwerpige plaat aan buitenkant
Ronde pijp
geen groef zichtbaar tussen pijp en buigpezen - teveel bindweefsel - onsteking
Peesinsnoering onder de knieplooi
onderontwikkeling
Peesklap
gedeeltelijk scheuren van een verbindingspees - peeszwelling en kreupelheid
Peesontsteking
pezen voelen warm aan - gezwollen
Peesverkorting
chronische peesontsteking vervangt elastisch bindweefsel door niet-elastisch bindweefsel - paard staat steil in de koot
Peesschedegal
zwelling van de peesschede onder de knie of boven de kogel
Bindweefseloedeem
vochtopstapeling
Laag gekoot
extensiehoek te klein - koot staat te schuin
Steil gekoot
extensiehoek te groot
Overkoot
koot valt achter de pijplijn - geen schokbreking
Zwikken in de koten/koot laten schieten
instabieliteit in gewricht - koot eerst naar voor en dan naar achter in plaats van door te treden - gebrek aan peeselasticiteit
Naar binnen gedraaide koten
vlaamse stand als gevolg - naar binnen wijzen - lagere buitenste hoefwanden - met rotatie
Naar buiten gedraaide koten
franse stand als gevolg - lagere binnenste hoefwanden - met rotatie
Laag gekoot
meestal samen met diepe koot - pezen te veel belast
Stijf gekoot
meestal samen met ondiepe koot - gebrek aan soepelheid
Beervoetigheid
lijn van kroon-koot-hoef staan bovenaan opgebold - samen met korte hoef en hoge hielen
Kroonbetrapping
ene hoef op andere geplaatst in de stal
Zijbenen
verbening van de hoefkraakbeenderen
Platvoeten
te groot - elegant - strijkwonden
Te kleine hoeven
te dunne hoornwand - scheuren gemakkelijk
Ezelshoeven
lang en smal - klemmen gemakkelijk
Varkenshoeven
lang en smal - zeer eng in de hielen
Zijbenen
hoefkraakbeentje is verbeend - inwendige van de hoef minder gemasseerd, bloedcirculatie wordt minder
Te lange hoeven
voorkomen - belasten hoefkwartieren en hielen - aanleiding zijbenen - buigpezen onder spanning
Opgevulde zoolholte
voorkomen - aanleiding tot plathoef, volhoef en knol- of reehoef
Te hoge hielen/te lage hielen/klemhoeven
met ingetrokken hielen
Hoornkwaliteit
hoornbandringen - bij chronisch ziek paard wordt minder hoorn afgezet - inkepingen
Waterhoef/murwe
weke en dunne hoorn
Droge hoef
te weinig elastisch - extreme vorm is brokkelhoef - draagrand brokkelt af - hoefijzernagels zitten niet vast
Hoornscheuren
in de lengterichting
Hoornkloven
horizontaal - zeer pijnlijk
Hoornzuil
hoorn niet mooi afgelijnd van binnen - uitstulping van hoorn naar binnen
Holle wand/mierenhol
zool komt los van zachte weefsel - ontstekingen
Rotstraal
stinkt - vochtige straal
Hoefkanker
weefselverval aan zijkant van de straal
Vlaamse stand/toontredersstand
voet is naar binnen gedraagd
Franse stand
voet naar buiten gedraaid
Bokkenhoeven/grasvoeten
toonhoogte gelijk aan hielhoogte
Stelvoeten
op teen en voorwand gesteund
Stomphoeven
op teen en voorwand gesteund
Scheve hoeven
hellen naar binnen of naar buiten
Vierkant staan
steunen op 4 benen - gedwongen stand
Natuurlijke stand
passief op 2 voorbenen en actief op 1 achterbeen - schilderen - beurtelings op 1 achterbeen
Voorbenen
Zijdelings gekeken - Standafwijkingen
- Onder zich - been is wel recht - maar neigt naar achter
- Holle knieen- voorknie naar achter
- Steil gekoot - koot staat recht in plaats van schuin - bokbenig, voorknie naar voren
- Gestrekte showstand - voorbenen staan verder naar voren en achterbenen staan te ver naar achteren
Voorbenen
Vooraanzicht
Standafwijkingen
- Onder zich - been is wel recht - maar neigt naar achter
- Holle knieen- voorknie naar achter
- Steil gekoot - koot staat recht in plaats van schuin - bokbenig, voorknie naar voren
- Gestrekte showstand - voorbenen staan verder naar voren en achterbenen staan te ver naar achteren
Voorbenen
Vooraanzicht
Standafwijkingen
- Bodemnauw - benen zijn recht maar staan niet loodrecht naar beneden, nauwer naar de boden
- Bodemwijd - wijder naar de bodem
- X-benen - Franse stand
- O-benen - Vlaams stand
- Franse-/vlaamse stand kan ook voorkomen over het hele been
- Wijd in de voorbenen - wel verticaal en evenwijdig maar relatief ver uit elkaar - breed paard, leeuwenborst - niet hetzelfde als bodemwijd
- Nauw in de voorbenen - smal paard - wel evenwijdig aan elkaar - niet hetzelfde als bodemnauw
Achterbenen
Zijdelings gekeken
Standafwijkingen
- Gestrekt - de loodlijn komt neer op de hoef of zelfs ervoor
- Onder zich - loodlijn komt neer achter de hoef
Achterbenen
Achteraanzicht
Afwijkingen
- Bodemnauw - wiegende gangen - strijken
- Bodemwijd - sprongafwijkingen
Sterno-coostale ligging
eerst door voorknieen - op borstbeen en ribben van 1 lichaamszijde met hoofd en hals naar de andere richting
Liggen als een rund
romp meer opgericht - beide voorbenen onder dier gericht
Uitgestrekt liggen op 1 zijde
kan wijzen op oververmoeidheid
Opstaan
eerst voorhand - tijdelijke hondenzit - daarna strekt achterhand
Steigeren
op de achterhand staan - boosaardige paarden - spontaan - rivaliteit - op commando
Levade
steigeren als dressuur oefening - relatief kleine hoek lichaamsas en bodem - 30 graden
Pesade
steigeren als dressuur oefening - steiler - 45 graden
Courbette
steigeren als dressuur oefening - een paar sprongetjes terwijl staan op de achterhand
Wippen met de achterhand
benen omhoog en zijdelings slaan
Bokken
wippen met steigeren
Cabriole/capriool
opeenvolging wippen en bokken - paard in steigerhouding - springt op van de grond - strekken achterbenen - voorbenen naar voor strekken en voorknieen blijven hoek van 90 graden behouden
Hoogte sprong
geen echte aanleg - engelse volbloed goed natuurlijk springvermogen door bouw
Lengte sprong
betere aanleg
Schapen sprong
benen onder zich gestrekt en holle rug
Paslengte
afstand 2 opeenvolgende voetafdrukken van hetzelfde been - verband met romplengte en daarmee ook de schofthoogte - hoge schofthoogte, lange pas
Hoefslag
geluid wanneer een hoef neerkomt
Tempo/tact
aantal hoefslagen dat je hoort wanneer het paard zijn 4 benen gebruikt - 2 tact/tempo, 3 tact/tempo’s, 4 tact/tempo’s
Instappen
achterbeen komt neer waar voorbeen van zelfde lichaamszijde heeft gestaan
Overstappen
achterbeen komt na de plaats van het voorbeen
Achterstappen
achterbeen komt voor de plaats van het voorbeen
Steunfase
1 been contact met grond
Zweeffase
los van bodem
Stap
- Stappen - benen in volgorde gebruikt - alfa teken, achter het paard - rechts voor, dan links achter, dan links voor en dan rechts achter - aantreden rechts voor - steunfase 1 t/m 8 - 4 tempo gang/ 4 tact - hoefslagen met 1 seconde tussentijd - isochroon, dezelfde tussentijd - elk been 5/8 in steunfase en 3/8 in zweeffase - altijd minstens 2 benen op de bodem, geen echte zweeffase - verband schofthoogte, romplengte en paslengte, berekening - 60 stappen per minuut
- Verzamelde stap - zweeffase valt weg - alleen nog passen met 3 steunpunten - dressuurfiguur
- Tolt - snelstap/renstap - hals verticaal - voorbenen vrij hoog geheven - ijslander pony’s - geen volledige zweeffase
Stap afwijkingen
- Stappen zonder impuls - vermoeidheid of slijtage
- Stekende stap - weinig knie-actie - wel grote staplengte
- Verkorte stap - soms op 1 been - pees- en/of gewrichtsaandoeningen
- Scheppen - benen niet mooi recht naar voor - binnenwaardse boog - Franse stand
- Maaien - buitenwaardse boog - Vlaamse stand
- Biljarderen/uitwerpen - lijkt op maaien - kan soms verholen worden door hoefverzorging
- Strijken - contact tussen ledematen
- Kruisen - benen schuin vooruit gebracht naar middenvlak toe - wiegende gang - gevaar voor strijken
- Struikelen - bij neerzetten van hoef kantelt deze over de teen naar voor toe
- In de hoefijzers klappen - hoefijzer achterbeen raakt hoefijzer voorbeen - vaak samen met karperrug
- Wiegel - sterke zijdelingse beweging van de voor- of achterhand
- Hinken/manken - pijn - meestal eenzijdige verkorte stap
- Draaien in de hakken - torsie beweging in de sprong - spronggewricht naar buiten - achterbeen bij begin zweeffase maakt torsie rond lengte-as
- Hanentred - schokkende opwaardse bewegingen van een of beide achterbenen
Draf
- Diagonale draf - letter x - overgestaande benen hebben dezelfde beweging - 2 zweeffase en 2 steunfase - volledige zweeffase - 2 tempo’s/2 tact - 1 gemeenschappelijke hoefslag, 2 in totaal
- Gewone draf - gewone snelheid - ingestapt - passen langer - 100 stappen per minuut
- Rendraf - aangeleerd - hoger aantal passen per minuut - overstap met gestrekte benen
Afwijkingen diagonale draf
- Drieslag - 3 hoefslagen in plaats van 2 - afwijkende draf waarbij de benen van 1 van de diagonale paren niet gelijktijdig neergezet worden
- Gebroken draf - vermoeide paarden - beenzetting niet meer isochroon
- Doorslaan/sprongen bij renwedstrijd - voorbeen iets vlugger vooruit gezet - om terug in draf te komen moet sprongetje gemaakt worden
- Steppen - zeer verheven knie/been actie
- Stekende draf - te weinig beenheffing - knie-actie te klein
Afwijkingen diagonale draf
- Beide benen van eenzelfde lichaamszijde worden simultaan naar voor gebracht - hele lichaams wiegt van links naar rechts
- Voorvoet komt iets vroeger neer dan achtervoet
Galop - 3 tact - 1 diagonaal
- Gewone galop - niet snelle galop
- Rechter galop - been links achter alleen in steun, dan andere achterbeen met schuine voorbeen, dan rechtervoorbeen in steun, zweeffase met benen dichtbij elkaar/verzameld - 3e fase bepaald welke galop het is
- Linker galop - been rechts achter alleen in steun, dan andere achterbeen met schuine voorbeen, dan linkervoorbeen in steun, zweeffase met benen dicht bij elkaar/verzameld - 3e fase bepaald welke galop het is
- Rengalop - diagonaal ontbonden - beide voorbenen kort na elkaar op de bodem, daarna beide acherbenen kort na elkaar op de bodem - lichaam meer
gestrekt - niet isochroon
Rendraf
- Rendraf - getraind om hogere snelheid te maken en diagonaalheid te behouden - drafvast - overgestapt - benen meer gestrekt - gestrekte rendraf
- Trot monte - bereden diagonale rendraf
Telgang
- Telgang/laterale draf/pacing/pasgang - telgangers/pacers - benen van dezelfde zijde hebben dezelfde beweging, steunfase en zweeffase
Dessuurgangen/oefeningen
Dessuurgangen/oefeningen
Luchtzuigen
paard dat met de snijtanden langs de rand van de krib of harde
Kribbenbijter
onregelmatige slijtage van de snijtanden
Weven
horizontale links-rechts bewegingen met hoofd en hals
Met de lippen klappen
met de bovenlip op de onderlip slaan
Bijten
tic die sommige paarden gevaarlijk maakt
Achteruitslaan in de standplaats
achterbeen en neusriem met elkaar verbinden om dit af te leren
Masturbatie
spontane erectie en zaadlozing bij eenzame opstalling
Klauwen/krabben
met de voorbenen een put gemaakt
Materialen opeten
uit verveling of onevenwichtige voeding
Kroonbetrappen
ene hoef op andere geplaatst
Schrikachtigheid
slecht zichtvermogen
Op hol slaan
bij zeer schrikachtige paarden - plotselingen schrikervaring
Koppigheid
halsstarrigheid - steegheid - in koppel aanspannen
Lijnvanger
trekpaard dat tijdens het werk de leidsels vangt met de staart - moeilijk bestuurbaar
Spontaan achteruitgaan bij benadering
bij gevaarlijke paarden
Boosaardigheid
veel oorzaken - vaak blijvend gevaar
Pzwewalski paard
kruising tussen Mongools wild paard/Takh
- Bestand tegen guur klimaat - langlevend - minder dan 1000-tal dieren - schrikachtig - ontembaar
Morfologisch uitzicht
- Klein
- Wildkleur bruin met donker uiteinden aan de benen en een aalstreep
- Geen aftekening
- Meelmuil
- Grote pony
- Recht opstaande manen
- Onedel - zwaar hoofd en muizenoren
Tarpan
- Oorspronkelijke bestaat niet meer - wedersamengesteld door nieuwe kruisingen
- Fijner en zwaarder hoofd - kleiner - grijs/bruine wildkleur - matig behang - manen staan deel rechtop
Volbloeden
- Raszuiver - genetisch gezien gesloten populaties - stamboek - geen inmenging van andere rassen - laten duidelijke stempel achter bij kruising - ondiepe, langgerekte borstkas - temperamentvol
Arabische volbloed
kruising Mongoolse paarden en Tarpans in Klein-Azie - 6e eeuw
Morfologisch uitzicht
- Niet al te groot - eerder korte ledematen
- Dunne en soepele huid - droog
- Fijn maar hard skelet
- Zijdeachtig fijn behang - spaarzaam ontwikkeld op de ledematen
- Snoekshoofd - breed voorhoofd dat sterk versmalt naar neusgaten
- Kleine ver uit elkaar staande oren
- Uitpuilende en expressieve ogen - omgeven door zwart glanzende oogleden met lange wimpers - grote dunne neusvleugels die wijd open staan
- Korte en weinig gespierde hals - lange rug - vlak kruis - hoge staartinplanting
- Gebruikelijke haarkleuren - grijs, lichtbruin en donkerbruin, vos, zwart - weinig aftekeningen
2 types - woestijntype en Muniqi tentype - besloten populatie - 1 internationaal stamboek met regionale onderstamboeken
- Woestijntype - grote soberheid, hardheid, wendbaarheid, groot recuperatie en weerstands vermogen - niet de snelste - snoekshoofd - grote expressieve ogen - kleine oren - fijne huid - grote neusgaten - fijne lippen - fijn en hard skelet - borstkas, ondiep en lang - vlak kruis - hoge staartinplanting - staart en manen fijn en volumineus - opgeschorkte buik en flanken - bespierdheid aan onderzijde minder bespierd, zwanenhals -
- Saqlawi-woestijntype - vrouwelijk uitzicht - slanker - eleganter - Polen
- Kuhaylan-woestijntype - robuster - breder gebouwd
- Muniqi rentype - op renbanen - lijkt meer op engelse volbloed - vrij hoogbenig - hoge schofthoogte - langer en rechter hoofd - geen snoekshoofd - geen zwanenhals - kaakrondingen minder duidelijke - betere achterhandspieren - langer kruis - VS
- Shagya-arabier - kruising - rijpaard -
- Angle-arabier - kruising arabische- en engelse volbloed - complementariteit en win-win - verenigen van snelheid en springvermogen van engelse volbloed met goede kenmerken van arabische volbloed
- Pony rassen worden vaak veredelt met arabische volbloeden
- Berber - in kleine getalen - grote historische betekenis - zelfde oorsprong als arabische volbloed - grof, lelijk paard met ‘fouten’ - ramshoofd - zwakke bespiering - zadelrug - grote genetische aanleg voor mooie gestyleerde gangen
Engelse volbloed/thoroughbred
- Kunstmatig opgebouwd - meedogeloze selectie op renprestaties in galop
- Snelste paarden eruit gehaald - later, snelste mannelijke paarden terug naar 3 basis hengsten - rencapaciteit is dus genetisch bepaald - bij vrouwelijke kant ook
- Internationaal stamboek
- Gesloten populatie
- Veel gekruisd in warm- en koudbloed populaties
- Vroegrijp, kunnen snel worden ingezet om te rennen en lange levensverwachting
Morfologisch uitzicht - Zeer gestroomlijnde - aerodynamisch - niet al te zware bouw - grote snelheid - smallere voorborst
- Groot springvermogen - lichtere voorhand - hals niet heel erg bespierd - hoofd met rechte neusrug, goed ontwikkelde schoft
- Ondiepe en langgerekte borstkas
- Lichtere voorhand dan achterhand (bij dravers is voorhand zwaarder) - goed ontwikkeld en lang kruis - vrij dunne huid
- Beharing kort
- Opgeschorte buik en flanken
- Licht en hard skelet
- Kleine hoeven - hoogbenig
- Meer gespierd bij oudere paarden
- Hals niet te breed en dus wendbaar
- Fijn besneden hoofd, rechte profiellijn, bovenaan breed en versmallen naar beneden, fijne lippen, grote neusgaten
- Fijne pijpen
- Haarkleuren - 64% is gewoon of donker bruin, 30% is vos, 6% is zwart of grijs
2 hoofdrichtingen - Sprintertype - beste resultaat op korte afstand - meer gespierd - verhoudingen blijven wel hetzelfde - grotere schofthoogte - diepere borst
- Stayerstype - beste resultaat bij langere afstand - kleiner - hoogbeniger - komen overal voor
Parameters voor selectie
- Fokwaarde - goed renpaard hoeft niet ook een goede nakomeling hebben - maar deels erfelijk - famlilie context
- Afstamming - analyse van de carriere van de ouders en hun fokresultaten
- Eigen prestaties en verzameling van prijzengelden
- Kwaliteit nakomelingen - eerst produceren - bewijs
- Verzameling van prijzengelden van de nakomelingen
- Kengetallen - winsomindex - absolute winsom - per jaar en per land
- Stamina-index - geeft een idee over de productie van eerder spinterstypen of eerder stayerstypen door fokhengsten - erfelijke aanleg voor uithoudingsvermogen
Amerikaanse draver/standardbred
gefokt naar een standaard - 1 mijl binnen een bepaalde tijd moet kunnen afleggen - in diagonale en laterale draf
- Mix van lokale paarden populaties - open populatie
- Drafrensport in de VS gemoedelijk ontstaan - uitzicht - hybriden - heterogene invloed ondergaan
Morfologisch uitzicht
- Minder edel dan volbloeden
- Grover gebouwd
- Hoofd - relatief zwaar - lichte ramshoofdigheid - langere oren - uitgeholde keelstreek
- Relatief zware voorhand en nek
- Achterhand ook goed ontwikkeld - broek- en dijspieren niet van zelfde volumeneus gehalte als volbloeden
- Korter kruis
- Veel spieren rond zitbeenknobbel
- Harmonieuzere gespierdheid, gangen
- Kruishoogte groter dan schoft hoogte
- Veel gewoon en donker bruin, ook vos en zwart, maar zelden grijs - weinig aftekeningen
- Rug heeft neiging tot zadelrug, zwakke rug, worden niet bereden
- In europa beter ontwikkelde rug, ook bereden
- Goed gemoedelijk
- Later vroegrijp
2 sub populaties op genetische aanleg op draven - trotters een pacers
- Trotters - diagonale dravers
- Pacers - laterale dravers - meerderheid - 80% - zijn sneller
- Ook paarden die allebei kunnen - 1 genetisch en de andere wordt dan aangeleerd
- Hobbles - riemen om de benen - laterale draf niet van nature aangehouden - zo gedwongen tot laterale draf en drafvastheid
- Geen handycap - mijltijd/kilometertijd meet dus wel goed de potentie
- Nakomelingen - hoeveel die mijl binnen een bepaalde tijd afleggen
- Time trails - pacers zijn sneller dan diagonale dravers
- Lange rencarriere - drafrennen is minder belastend dan vluchtkoersen - meer prijzengelden, wel minder per ren te verdienen
- VS - fokkerij - semi-industrieel gebeuren - KI om astronomisch veel nakomelingen produceren met 1 hengst - paar 1000 nakomelingen per 1 hengst - competitie dreef - minder algemeen belang, individueel belang belangrijker - gefokt in ‘eilandjes’
- Specialisatie - fokken op veulens of fokken op trainen
Franse draver
- Staat model voor europese draver
- Normandie belangrijke regio
- Ook bereden - meer aandacht aan de rug
- Kilometertijden - geen handycap - de betere moeten iets achter de andere starten
Uitwendige morfologie - Minder edel - hybride
- Verschil Amerikaanse - betere rug - normaal ontwikkelde schoft en dus minder vlak - schouder meestal steil en los
- Musculatuur voor en achter in evenwicht
- Groter dan Amerikaanse
- Haarkleuren - 70% is bruin, 28% is vos en 2% is zwart - grijs en schimmels komen niet voor
- Laterale draver komen niet voor in europa, alleen diagonaal
- Rendraf moet getraint worden, aangeleerd
- Minder geschikt voor springen
- Kwalificatietesten - laten zien dat bepaalde eisen gehaald worden - kilometertijden - om te kwalificeren voor wedstrijden - bevestigd worden in de praktijk - drafseizoen heel het jaar door
- Vroegrijp - drafren minder belastend dan galop - gaan langer mee
- Leeftijdsverschillen in renwezen
Belgisch warmbloed
- BWP stamboek - lange tijd paarden ingevoerd en dus niet zelf gefokt - relatief kort geleden begonnen met fokken eigen BWP paard in belgie - inkruising - smeltkroes verschillende invloeden
- Uiterlijk - minder edel
- Fokdoel redelijk complex - harmonieus paard met correct exterieur, voorzien van soepele gangen dat aangenaam is om te berijden, met een goed karakter maar toch voldoende temperamentvol - geschikt voor alle takken van de ruitersport - hengsten moeten goedgekeurd worden voor dekdienst - merries ook wel bekeken, maar nadruk ligt op hengsten
- Selectieprogramma - evenwicht nagestreefd tussen correct uitwendig voorkomen en minimale prestaties - vrij springen - later ook zadel rijproeven - diergeneeskundig onderzoek, ook gekeken naar afwijkingen, met name benen - karakter/temperament
- Nakomelingen - na 4 jaar dekdienst bekeken op extrieur
- Fokwaardeberekening - indexen
Nederlands warmbloed
- Smeltkroes - van meet af aan veel paarden hoog in bloed ingekruist - KWPN - contrast Nederlandse en Vlaamse aanpak - Ndl stapje verder, hengten geselecteerd - terug gehouden hengsten in landelijk station gehouden en begeleid, belofte vollen hengsten worden begeleid en geperfectioneerd, op einde examen, streng
- Gehouden voor lichte trekkracht - Groninger - Gelders paard
Frans warmbloed
cheval de selle francais
- Relatief heterogeen uitzicht - verschillende franse basisrassen - stampt af van anglonormandische zadelpaard
- Veel belang aan eventing, fokwaarde, CCE (veelzijdigheidswedstrijd) index
- Gemiddelde uitzicht, meer invloed engelse volbloed, lange benen, ondiepere buik, iets lichtere voorhand en hals - ook springvermogen
Quarter horse
oudste Amerikaans ras - kruising Engelse volbloed en Spaanse paarden
- Rancing - oorspronkelijk renpaard - verwijst naar quartermijl - galoprenwedstrijden
Morfologisch uitzicht
- Robust paard
- Fijne benen
- Compact gebouwd, kort
- Overbouwd, kruis iets hoger dan schoft, gevolg van hellend kruis en relatief lage staartinplanting
- Hoofd relatief klein in vergelijking met lichaam
- Nauw in benen, voor en achter - goede ontwikkeling hals
- Rentype - veel gespierder - sterke hals - tengere benen - record snelheid, 80km/uur
Brits
Hackney - verheven gangen vooraan - potsierlijk - koetspaard
Hunter - geappelde grijsschimmel - jachtpaard
Cleveland bay - allemaal bruin - geen kleurvariatie
Duitsland
Hannoveraan - licht landbouwpaard
Holsteiner - zwaar - ingekruist met Anglo-Arabieren
Oldenburger - oud en nieuw type - invloed Engelse volbloed - koetspaard
Trakehner - veel Engelse volbloed ingekruist van begin af aan - hoog in bloed
Denemarken
Knapstuper - zware warmbloed - circuspaard
Morfologisch uitzicht
- Altijd panterbont
- Grof
- Tonvormig naar buiten gewelfte borstkast
- Ronde kont
- Ruige beharing
Frankrijk
Camargue - ruiterij - veel veranderlijke schimmel - kleine gestalte - zacht karakter
Nederland
Fries paard - zware warmbloed - tuigpaard - hoge drafactie
Morfologisch uitzicht
- Typisch silouet
- Klein hoofd
- Neiging tot zwanelhals
- Uitbundig behang
- Vooruitstekend borstbeen
- Licht skelet
- Beharing achterzijde kogelstreek
- Altijd zwart zonder aftekeningen, wel ook zomerzwart
- Verheven voorknie en achterknie actie - berber
Oostenrijk
Lippizaner - barokke paarden - dressuurpaard - alleen gefokt met witschimmel - mak - intelligent - leergierig - hoge knie-actie bij beweging - rij-, dressuus- en tuigpaard
Morfologisch uitzicht
- Vrij plomp
- Grof gebouwd
- Diepe borstkast
- Meestal witschimmels
- Licht ramshoofd
Kladruber - Barokke paarden - licht trekpaard
Morfologisch uitzicht
- Iets zwaarder dan lippizaner, maar eleganter
- Duidelijk ramshoofd
Spanje
Andalusier - duidelijke zwanenhals - dressuur - invloeden van Arabieren en Berber - hoge gangen
Portugal
Lusitanier - dressuur
VS
Morgan - ruig behang - tuigpaard Amarican sadel horse - jumping en show - hoge staartdracht Tenessee walking horse - wandelpaard - verheven gangen Paint horse - bonte quarter horse Morfologisch uitzicht - Compact - Overbouwd - Tobiano of overo bont - Zeer gespierd
Pinto - Arabische volbloed ingekruist - elegant western paard Morfologisch uitzicht - Tengerder - Minder gespierd - Hoogbeniger - Niet overbouwd - Tobiane of overo bont Paint en pinto vaak door elkaar gehaald - bespierdheid en elegantie
Palomino
Morfologisch uitzicht
- Vernoemd naar kleur - 1x verdund vos - gouden schijn
Appaloosa
Morfologisch uitzicht
- Niet al te zwaar uiterlijk - elegant - weinig gespierd - panterbont, volledig of deels, schabrak
Mustang - klein en compact - vaak gevlekt - semi verwilderd - makkelijk te temmen
Koudbloeden
trekpaarden en pony’s
Belgische trekpaard
ardenner sterk verwant hiermee, veel gelijkenissen, ardenner kleiner- nauwe familie teelt, inteelt problemen
- Bewaarpremies
- Fokdoel - zo zwaar mogelijke paarden
- Neventak, naast landbouw of fun, veulenvlees, merries groot lactatievermogen, spectaculaire groeicijfers
- Vroegrijp - snelle lichamelijke ontwikkeling
Morfologisch uitzicht
- Groot
- Breed
- Kort
- Zwaar skelet
- Gespierd
- Gespleten kruis
- Afgeronde billen
- Hoekig
- Soepele gangen
- Sterk ontwikkelend behang, oplopend tot achterknie/spring en onderaan rondomrond
- 90% bruin, 20% bruin, 70% bruinschimmel, onveranderlijk/roeaan
Ardenner
bosbouw - light versie van belgisch trekpaard Morfologisch uitzicht - Compacter - Minder grote schoft hoogte - Minder breed - Verhoudingsgewijs borstkastdiepte ten opzichte van benen groter - Hoofd en hals relatief groter - Duidelijke beharing onder knieen - Meerderheid bruin
Nederlands trekpaard
lijkt op belgische
Frankrijk
Percheron - zwaar Morfologisch uitzicht - Verhoudingsgewijs, langgerekter - Achterhand minder goed ontwikkeld dan voorhand en hals - Hoogbenig - Niet al te zwaar hoofd - Veel zwart, al of niet vergrijzend, veranderlijke schimmel Boulonnais - light versie van percheron Morfologisch uitzicht - Fijne benen - Achterhand niet meer overontwikkeld, in evenwicht - Veel schimmels
Shire - grootste paardenras ter wereld
Morfologisch uitzicht
- Groot
- Breed
- Sterk gespierd
- Altijd 4x gelaarst/witbenen en volledige bles
- Uitbundige beharing voeten, onderaan tot over de hoeven
Clydesdale - light versie shire Morfologisch uitzicht - Beharing voeten - Volledige bles - Kleiner - Minder zwaar gespierd - Smaller - Meeste zijn sabino, ook bont - Nauw in de benen
Oostenrijk
Noriker - lijkt op knapstrukker
Morfologisch uitzicht
- Panterbont - niet altijd
Belgian
Amerikaans trekpaard - altijd vos - basis is oorspronkelijk belgische trekpaard - andere ingekruisd, hoogbenig
Vlaams paard
uitzicht van oorspronkelijk belgische trekpaard - vos
Pony’s
weinig eisend - sober - lang meegaan
Shetland pony’s
weinig eisend - sober - lang meegaan Shetland pony's - shetlanders - uitzicht minitrekpaard Morfologisch uitzicht - Duikelijke voorhoofdskuif - Maximale schofthoogte 106cm - Veelzijdig - Robuust
Amerikaanse shetty
groter - hoogbeniger - grove benen - slanker
Mini-shetty
afgeleid van Amerikaanse shetty - miniatuurpaard - max 86cm
Fababella
kleinste paardenras ter wereld - meestal 65cm
Welsh (mountain) pony
veelzijdig Primitief type - in principe geen aftekeningen Arabische invloed - geen zuivere koudbloed - functioneel halfbloed - eleganter - hoogbeniger - opgebogen halslijn Morfologisch uitzicht - Bruine wildkleur - Aalstreep - Zebrastrepen - Relatief lange hals en klein hoofd - Hoogbenig - Robuust
Welsh cob
zwaarder uitgebouwd - geschikt voor zwaardere ruiters - opgebogen halslijn en buiging aanzet naar nek - in pootstreek langere beharing, bij gewone welsh niet
- Arabische invloed - groter - eleganter - klein hoofd
Connemare
Iers - gebruikt om belgische rijpony op te richten - goede beweginsmoteriek - uitzicht van een paard, kleiner - soberheid van pony - geen hoogwaardige voedingsbehoefte - pony met paarden allures - veel schimmels
Ijslandse pony
ijsland - robuust, tegen kou - tolt Morfologisch uitzicht - Smal - Korte benen - Potsierlijk, uitbundig behang, gering aan benen
Fjord
Morfologisch uitzicht
- Wildkleur
- Geknipte manen, niet natuurlijke uitzicht
- Aalstreep
- Zebrastrepen
Haflinger
alpen Morfologisch uitzicht - Altijd vos met gewassen manen, minder of meerdere maten opklarende benen, met of zonder aftekeningen - Signalement, op aftekeningen - Verschillende maten
Wilde halfezels
paardezels - evolutionaire tussenvorm tussen paarden en ezels - bijna uitgestorven - morfologsche kenmerken van beide
Somalische wilde ezel
grootste - zebrastrepen op volledige ledematen - geen aalstreep - geen schouderkruis - recht opstaande manen - geen gedomesticeerde afgeleiders
Nubische wilde ezel
gedomesticeerde afleiders - kleiner - aalstreep - schouderkruis - geen zebrastrepen - veel variaties op kleur en grootte - verschillende rassen
Poitou ezel
frans - vrij groot - langharig - bruine kleur - liggende manen - meelmuil - wit rond de ogen - lange oren
Katalaanse/siciliaanse ezel
2 rassen, maar niet van elkaar te onderscheiden - kortharig - donkerbruin tot zwart - meelmuil - wit rond ogen - bleek rond buik
Kenmerken van ezels
- Niet koppig - willen niet altijd doen wat je van ze vraagt - paarden zijn vluchtdieren, ezels zijn stadieren - belangrijk bij africhten
- Graag gezelschap
- Rustige stap - zijn ook ezels die kunnen draven en galoperen, grote
- Last- en trekdier
- Hoeven typisch
- Gering springvermogen
Verschillen ezel en paard
- Ezels hebben drachtduur van 12 maanden - paarden 11 maanden
- Ezels hebben een efficientere vertering
- Ezels hebben een dikkere huid en een vetlaag
- Ezels hebben geen haarwervels en langere vacht
- Ezels hebben een kwast staart en geen been behang
- Ezels hebben alleen zwiltwratten aan voorbenen
- Ezel balkt - paard hinnikt - anatomisch verschil in strottenhoofd
- Ezels hebben langere oren
- Ezels hebben een kortere, schralere bespierde en minder verticale beweeglijke hals
- Ezels hebben een onopvallende schoft, smallere borstkas - korter en schuin kruis
Muildier
ezelhengst met paardenmerrie - lichaam van paard en hoofd van ezel - lange oren - onedel hoofd - paardenstaart
Muilezel
ezelmerrie met paardenhengst - lichaam van ezel en hoofd van paard - kwast staart - schouderkruis - aalstreep - rechtopstaande lichamen - kortere oren - fijner besneden hoofd
Kruisingen paarden en ezels
hybriden - lichaam meest gelijkend op moeder en hoofd meer op vader - vruchtbaarheid - mannelijke zijn onvruchtbaar - vrouwelijke zijn zeldzaam vruchtbaar - kruisen met soort van de moeder