Kip Flashcards

1
Q

Herkomst en productie karakteristieken

A
  • Gedomesticeerd rond 4.000 jaar voor Christus in Indie
  • In de loop van de 20e eeuw - industriele uitbating
    - Snelle generatiewisselingen
    - Groot vermenigvuldigingsvermogen
    - Kleine gestalte
    - Makkelijk met vele in kleine ruimten kunnen gehouden en vervoerd worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 specialisatierichtingen

A
  • Legkippen
    - Braadkippen- of broilersector
  • In beide richtingen veel kruisingen - geen zuivere rassen meer
  • Basis van leghybriden - Leghornras
  • Basis van braadkiphybriden - Indische Vechter en Cornish
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 types leghennen

A
  • Licht type - verwant met de witte Leghorn - witte eieren - zenuwachtiger
    - Halfzwaar type - bruine eieren - meer aanleg voor broedsheid - moederinstinct
  • 1 functionele eierstok - grote eicellen - ingebed in dooiers - verschillende onderdelen van de eileider komen daaromheen achtereenvolgens het eiwit, de eivliezen en de eischaal - CaCO3
  • Broedduur - 21 dagen
  • In de natuur - 2x per jaar een legsel van 5-7 eieren
  • Aanmaak ei - 25-26 uur - legpauzes - hooggespecialiseerde legrassen of leghybriden - 320 eieren per jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kippenvlees

A
  • Lage kostprijs - klein deel van soepkippen, maar grootste deel is broilers - rond 6 weken geslacht - 3x grotere groeisnelheid - voederconversie is zeer laag
  • Soepkippen - afgedankte halfzware leghennen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uitwendige beoordeling van de kip

A
  • Tentoonstellings- of sportdieren - ras standaarden
  • Nutspluimvlee - economische overwegingen
  • Signalement niet gebruikelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geslachtsdimorfisme

A
  • Haan
    - Groter - lichaam, kam en kinlellen
    - Enkelvoudige kam - staat recht en opgezwollen
    - Grotere kleurvariatie in veren bij meerkleurige kippen
    - Meer langere halsveren
    - Zadelveren met ook korte en lange sikkelveren die boven de staartveren uitkomen
    - Op elk loopbeen - veel groter spoor
    - Kraaien
    - Henbevederd - rasspecifiek - geen tot zeer korte zadel-, grote en kleine sikkelveren - halsveren zijn zeer kort
  • Hen
    - Enkelvoudige kam - kan overflappen naar 1 zijde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verschillende types

A
  • Legtype
    - Algemene bouw is eerder licht - vaak lange hals - schuitvormige borst - eerder lange rug en spieren zijn matig ontwikkeld
    - Lichaam staat hoog van de grond - loopbenen dichtbij elkaar
    - Enkelvoudige kam en dragen de loopbenen de erfelijke geelfactor
    - Een nog niet leggende kip bezit nog een volledig verenkleed met een glanzend en verzorgd uitzicht en haar beide zitbeenderen bevinden zich slechts 1 tot 2 vingerbreedten uit elkaar - bij een leggende kip is deze afstand 3 tot 4 vingerbreedten
  • Vleestype
    - Geblokter gebouwd - kortere hals - zwaarder - U-vormige borst - breed en sterk gespierd - rug is kort, breed en soms licht zadelvormig
    - Loopbenen - wijd uit elkaar - wit, geel of zwart
    - Kam - vaak niet-enkelvoudig
  • Dubbeldoeltype - leg-vlees
    - Compromis tussen legtype en vleestype
  • Vechttype
    - Sterk gespierd
    - Hoogbenig, kortbenig en geblokt
    - Kleine kam - overige vlezige kopversierselen zijn onderontwikkeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Indeling volgens gestalte

A
  • Reuzenrassen
  • Normale rassen
  • Bassetten of half-krielen
  • Krielen of bantams
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kop en de kopversierselen

A
  • Zintuigen
    - Ogen - zijdelings ingeplant - groot
    - Reuk en smaak - zwak ontwikkeld
    - Gehoor en evenwichtszin - goed ontwikkeld
  • Bek
    - Kleur - stemt meestal overeen met kleur van de loopbene
    - Bovenbek is iets langer dan onderbek
    - Afwijkingen
    - Te lange bovensnavel
    - Snoekssnavel - te lange ondersnavel
    - Mussensnavel - bovenbek is te kort en te sterk gebogen
    - Kruissnavel - boven- en onderbek kruisen elkaar aan de top
  • Kuif
    - Sommige rassen hebben op de schedel een knobbel met daarop een zeer opvallende vederbos - pruik
  • Baard en wangbevedering - bakkebaarden
    - Sommige rassen - pluimbosje onder de onderbek en ter hoogte van beide wangen
  • Vlezige kopversierselen - kam - 2 kinlellen - 2 oorlellen
    - Vaak leggen dieren met rode oorlellen bruine eieren en witte oorlellen witte eieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kam types

A
  • Enkelvoudige kam - kamlichaam dat bovenaan bezet is met 5-6 nogal grote tanden en dat naar de nek toe overgaat in een kamhiel
    - Dubbele kam - 2 kamlichamen naast elkaar - achteraan al dan niet vergroeid
    - Erwtenkam - 3 van voor naar achter parallel verlopende kambladen die bezet zijn met bobbeltjes of bultjes
    - Rozenkam - dikke, platte massa die bedekt is met vele kleine bultjes en die al of niet uitmondt in een kamhiel
    - Walnootkam - knobbelkam - kleine, lage en nogal effen klomp vooraan op de kop, met daarin soms gleuven zoals op de hersenen
    - V-vormige kam - geweikam - zeer kleine vlezige knobbel die zich sterk vooraan op de kop bevindt met daarop twee uitsteeksels - bij dieren met kopvederbos - kuif
    - Bekerkam - begint aan de basis van de bek - het kamlichaam vormt een soort kam met op rand ervan talrijke tanden
    - Aardbeienkam - heeft een relief met kuiltjes - is relatief klein en ligt vooraan de kop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verenkleed

A
  • Rug - meestal goed ingepluimd
  • Borst - niet altijd evenveel veren
  • Voorborst - bef - deel onder het halsbehang - vaak specifieke kleur en tekening
  • Kleur van de huid - rasgebonden - wit, geel of paars
  • Vleugels - slagpennen
  • Leewieken - bij een of beide vleugels wordt het laatste vleugellig geamputeerd
  • Staart - wordt gevormd door de staart- of stuurpennen - rasspecifiek
  • Klomphoenders - staartloos
  • Eekhoornstaart - rechte staartdracht - staart vormt rechte hoek met horizontale ruglijn
  • Consistentie van het vederkleed - elke veer bestaat uit een centrale schacht van waaruit baarden aftakken die verder vertakken tot baardjes waarvan sommige van microscopische kaajes voorzien zijn - bevedering is erfelijk
    - Normaalvederig - veders zijn effen en liggen nauw tegen elkaar aan
    - Krulvederige - frizzle - normale baarden - draaien terug in de richting van de kop
    - Zijdevederig - silky - baarden zitten niet aan elkaar vast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Specifieke kleurpatronen

A
  • Eenkleurig
  • Niet-eenkleurig
    - Hermelijn - halsbehang, slagpennen en staart bevatten aan het uiteinde veel zwart
    - Koekoek - op de veren is een dwars grillig bandenpatroon aanwezig met afwisselend bleek en donker pigment
    - Gestreept - verschilt van koekoek omwille van het feit dat de banden langer en meestal nauwer zijn en de neiging vertonen om de omtreklijn van de veders volgen
    - Gepareld - het verenkleed is hoofdzakelijk zwart, maar bij sommige veren is er een opvallende witte zone op het uiteinde van de vlag
    - Geloverd - omgekeerde van gepareld - bij elke veer komt aan het uiteinde van de vlag een grote vlek voor die donkerder gekleurd is dan de basiskleur van het verenkleed
    - Gezoomd - de veren hebben een anders gekleurde band die de omtrek van de vlag volgt
    - Dubbel gezoomd - dubbele gekleurde band die de omtrek van de vlag volgt
    - Bont - zwart-wit patroon - sommige veren vertonen slechts 1 van beide kleuren
    - Duizendkleurig of porselijn - driekleurig verenkleed - vlaggen van de veren zijn geelbruin, toppen zijn wit en worden van de rest van de veren gescheiden door een brede zwarte V-vormige band
    - Lakenvelder - lichaam is wit - kop, hals en staart zijn zwart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De poten of loopbenen

A
  • Bedekt met schubben - moeten evenwijdig met elkaar staan
  • 4 tenen - 3 naar voor gericht - 1 naar achter gericht
  • Inpluiming - boven de hak zijn de poten altijd bedekt met broekveren
    - Pootbevedering - gekousd - is onder de hak alleen het pijpbeen bevederd
    - Voetbevedering - vedervoetigheid - bevedering op de tenen
    - Waaier - sterk vedervoet
    - Gierhakken - dieren met lange, achterwaarts gerichte veren op de loopbenen
  • Kleur - epidermis - dermis - loopbenen
    - Zwart - zwart of pigmentloos - zwart
    - Geel - pigmentloos - geel
    - Geel - zwart - olijfkleurig of groenachtig
    - Pigmentloos - pigmentloos - wit
    - Pigmentloos - zwart - blauw of leikleurig
  • Afwijkingen
  • Zoals bij het paard
  • Kalkpoten - door infectie met schurftmijt
  • Kromme tenen
  • Eendenvoet - de achterteen is te hoog ingeplant en hangt langs het loopbeen
  • Zwemvoet - de voorste tenen zijn door een vlies deels met elkaar verbonden
  • Dikke hakken - perosis - verdikking door gebrek aan het sporenelement mangaan
  • Voetzoolzwelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cochin

A

enkelvoudige kam - grote kinlellen - sterke poot- en voetbevedering - hanen zijn henbevederd - goede moeders - verscheidene kleuren - tentoonstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Brahma

A

ewrtenkam - kleine kinlellen - sterke poot- en voetbevedering - goede moeders - verscheidene kleuren - tentoonstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gedrongen types

A

korte benen - zeer brede borst en schouders - hard bevederd - brede heupen - bespierde dijen, maar nauw achtereind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Shamo

A

rank, flesvormig lichaam - vooral in zwartbont en zwart - tentoonstelling

18
Q

Langstaartvechthoeders

A

lange sikkelveren - ruien bij sommige niet, maar blijven doorgroeien

19
Q

Brakel

A

middelgrote sierkip die een behoorlijk aantal witte eieren legt - enkelvoudige kam - witte oorlellen - zwarte poten - lichaam is koekoek - halsveren zijn effen gekleurd - basiskleur is zilver of goud

20
Q

Mechelse koekoek

A

zeer goed bevleesde dubbeldoelkip - groot en massief uitzicht en zeer fijnvezelig vlees - in tegenstelling tot de gestreepte Plymouth Rock zijn de bek en de poten wit-roze en is pootbevedering aanwezig - enkelvoudige kam - de hanen zijn henbevederd en bleek of donker koekoek - hennen zijn altijd donker koekoek

21
Q

Hamburg

A

lichte sierkip - kleine eieren - verenkleed is dikwijls zilver of goud geloverd of gestreept - rozenkam met duidelijke kamhiel en witte oorlellen

22
Q

Hollands kuifhoen

A

kleine zeer slanke sierkip - meestal zwart met een witte kuif, andere kleurcombinaties zijn ook mogelijk - geen baard - geen wangbevedering - naakte poten

23
Q

Barnevelder

A

dubbeldoelras - enkelvoudige kam - haan is rood-zwart-groen - hen is rood en zwart, met dubbelgezoonde rode veren

24
Q

Sussex

A

dubbeldoelkip - rechthoekig lichaam - rood, donker of met het hermelijnpatroon - enkelvoudige kam - hanen zijn henbevederd

25
Q

Australorp

A

halfzware zwarte dubbeldoelkip met zeer goede eileg en een diep lichaam - enkelvoudige kam - zeer hittebestendig

26
Q

Cornish

A

dikke, korte, ver uit elkaar staande loopbenen - diepliggende ogen en uitspringende wenkbrauwen - brede borst - ewrtenkam - korte en dicht aanliggende veren, weinig isolerend tegen de kou - verscheidende kleuren - zeer gespierd - veel wit en fijnvezelig vlees

27
Q

Faverolles

A

middelgrote sierkip - baard, wang- en pootbevedering - 5 tenen - enkelvoudige kam - losjes ingeplante veren voor stoer uitzicht - verschillende kleuren - zalmkleur

28
Q

Houdan

A

sierkip met ene goede ei- en vleesproductie - korte naakte poten met 5 tenen - lichaam is rechthoekig - zwartbont of gans wit

29
Q

Blauwe andalusier

A

nogal lichte sierkip - goede eileg - witte oorlellen - gezoomde veren - enkelvoudige kam - weinig voorkomen

30
Q

Minorca

A

grootste Mediterrane kip - lang en smal lichaam - lange staart - de lange en brede veren liggen dicht tegen het lichaam - legt grote eieren - grote enkelvoudige of grote rozenkam - grote witte oorlellen - meerdere kleuren

31
Q

Ancona

A

kleine lichte legkip van kleine witte eieren - enkelvoudige kam of rozenkam - witte oorlellen - het verenkleed is altijd zwart met een witte pareling - sierkip

32
Q

Leghorn

A

lichte, zelden broedse hoogproductieve legkip van middelmatig grote witte eieren - basiskip van industriele leghennenstammen - enkelvoudige kam of rozenkam - witte oorlellen - nogal grote kopversierselen en lange staart - verscheidende kleuren

33
Q

Plymouth rock

A

halfzware dubbeldoelkip - vlees en eieren - lange en brede rug - volle borst - enkelvoudige kam - hanen zijn henbevederd - zijn verscheidene varieteiten - gele poten zonder bevedering - vaak wit

34
Q

Rhode island Red

A

geharde halfzware dubbeldoelkip met nadruk op eieren - enkelvoudige kam of rozenkam - lange tafelrug - donkerrood met echter verscheidene zwarte staart- en vleugelpennen

35
Q

Wyandotte

A

halfzware dubbeldoelkip met sterk afgeronde vormen - rozenkam - veel kleurvarieteiten - meer oorspronkelijk zilver gezoomd

36
Q

Naakthalzen

A

sierkippen - geen veren tussen schouders en schedelbasis, bovenop de schedel wel - de kam is enkelvoudig - verschillende kleuren

37
Q

Araucana

A

sierkip - zonder staart, klomphoen - oortuiltje, bosje veren rond de gehooropening - rozenkam - legt blauwgroene cholesterolarme eieren - verscheidende kleuren

38
Q

Zijdehoenders

A

sierkip - warmteresistent - zijdebevedering - verschillende kleuren - loopbenen hebben elk 5 tenen - poot- en voetbevedering - aardbeikam is paars, evenals tot zekere hoogte de huid, vlees en de beenderen - hanen zijn henbevederd

39
Q

Antwerpse baardkriel

A

kortpotig - korte rug en grote, hoog gedragen borst - weinig ontwikkelde staart - fiere houding - rozenkam - naakte poten - uitgebreide baard en wangbevedering - verschillende kleuren

40
Q

Ukkelse baardkriel

A

kortpotig - korte rug en grote, hoog gedragen borst - goed ontwikkelde staart - fiere houding - enkelvoudige kam - sterke poot- en voetbevedering - veel baard- en wangbevedering - verschillende kleuren

41
Q

Sebright

A

van Nederlandse oorsprong - loopt opgericht - zeer bolle borst - korte rug - wijde staart - naakte poten - rozenkam met duidelijke horizontale kamhiel - hanen zijn henbevederd - typisch is de zoming van de veren die de basiskleur zilver of goud bezitten

42
Q

Chabo

A

Japanse kriel - rug is zeer kort - hoofd boven het lichaam gedragen en bevindt zich dichtbij de staart - van zijaanzicht heeft lichaam een U-vorm - poten zijn uiterst kort - vleugelpennen raken de bodem - vlezige kopversierselen zijn zeer groot - enkelvoudige kam - gespreide eekhoornstaart - verschillende kleuren - naast normale bevedering ook zijdebevedering en krulbevedering