Geiten Flashcards
Gedomesticeerd meteen na de hond
15 eeuwen vroeger dan schaap - 9000 jaar voor Christus in West-Azie
Wilde geiten
3 groepen - onderling onbeperkt vruchtbaar
- Wilde bezoargeit - gedomestificeerde zijn hiervan afkomstig
- Klein Azie
- Groter dan tamme geit
- Wildkleur - uniform grijs tot bruin met aalstreep
- Zware boogvormige en zijdelings samengedrukte hoornen die tot 1m lang kunnen zijn
Eigenschappen
- Erosie verwekkers - onder beheer te gebruiken om landbouwgronden te winnen
- Groot klimatisch aanpassingsvermogen - ook in vochtige en tropische gebieden
- Seizoens gebonden - 5 maanden drachttijd - eenlingen of meerlingen
- Minder kudde instinct dan schapen - individueler ingesteld
- Eigen wil en assertiever
- Spelen graag baas
- Bokken in paarseizoen/zomer - stinken - huidklieren die reukstoffen uitscheiden - zit niet in het vlees - urine in het rond spuiten
Verschil geiten en schapen
- Geiten hebben vaak sik - hebben schapen nooit
- Staart - bij schapen naar beneden - bij geiten vrij verticaal, inkijk anus
- Geiten hebben geen preorbitale speekselklieren - geen inkeping bij ogen
Gebruik geiten
- Huid - broeken/handschoenen
- Melk - grote aandacht aan goede uierophanging en een goede tepelinplanting - goede melkbaarheid met de machine
- Vlees - Afrika en Azie - diepe smaak - weinig vet
- Gezelschapsdier
Melkgeiten
- Relatief lange lactatieduur - 9-10 maanden
- Minder melkvet
- In vergeleiking met schaap - meer melk die dunner is
- Verhoudingsgewijs super goede melkproducenten
- Fokwaarde en selectie
Angora geiten - wolproductie - langharige geiten
- Mohairvezels
- Vacht vormt geen vlies
Mannelijk
bok
Vrouwelijk
geit
Gecastreerde bok
weer
Melk snijtanden
langwerpig, zonder duidelijke hals - verkleinen van binnen naar buiten - omgekeerd als schaap
Tandwisseling snijtanden
van binnen naar buiten toe - 1 na een jaar, alles na 3 jaar
Kop en hals
- Kop - licht in vergelijking lichaam - vooral bij vrouwelijke geiten - bokken, bredere kop, snoekshoofd, ogen komen goed uit
- Oren - verschillend bij rassen - lang, kort of hangend
- Hoornen - als ze aanwezig zijn - moeten symmetrisch staan en in dezelfde richting wijzen
- Baard/sik - bij bokken vroeger, rond de 6 maanden - geiten, rond 2 jaar
- Afwijkingen
- Spitse bek
- Wipneus
- Snoeksmuil
- Varkensmuil
- Huidklokjes - pampilli - ter hoogte van de hals - erfelijk kenmerk
Romp
- Achterhand minder bespierd
- Bovenlijn recht en lang
- Kruisstreek - voldoende lang en breed - ophanging en ruimte voor uier
- Uier - 2 helften - linker en rechter - vrij grote spenen - brede basis - gefokt/geselecteerd naar machine uier, spenen naar beneden
- Afwijkingen
- Hanguier
- Flesuier
- Necrotische mastitis - acute uierontsteking - vrijkomen van toxische stoffen - Geslachtsstelsel en de urinewegen van de bok
- Afwijkingen
- Hyporchidie
- Kryptorchidie
- Spermiostasis - de tubuli testes eindigen blind - sperma kan niet afgescheiden worden
- Orchitis en periorchitis - zwelling en onsteking van de teelballen en bijballen
- Urolothiasis - vorming van urinewegstenen - urineren niet meer mogelijk
Hoornloze rassen - afwijkingen
- Intersexen - kwenen - frequentie loopt op onder de jonge vrouwelijke geitjes
- Grove kop - iets zwaarder skelet dan normaal
- Baard verschijnt op 2-3 maanden
- Achterbenen worden uit elkaar geplaatst bij urineren - urinestraal is soms boogvormig
- Kwenen maken bokkengeluiden en zijn vaak onrustig
- Sterk rode tot bijna zwarte vlek in de vagina - clitoris neemt soms de grootte aan van een kers
- Uierstreek - 2 vlezige verdikkingen onder de huid
- Niet vruchtbaar - geen hermafrodieten
Ledematen
- Klauwen zijn sterker
- Afwijkingen
- Hyperchordie
- Criptochordie
- Spermiostasis
- Teelbalonsteking
- Bijbalontsteking
- Ureluteases - obstructie urinewegen
- Rotkreupel
Saanen
- Goede melkproducent
- Altijd wit
- Melktypisch uitzicht
- Goed ontwikkelde uier - spenen recht naar beneden
- Ultra korte beharing
Witte edelgeit - afgeleid van saanen
- Hogere melkproductie was gewild
- Wit is dominant kenmerk - kruisingsproduct van saanen is altijd wit
- Altijd wit
- Grover
- Grovere poten
- Minder hoogbenig
- Minder melktypisch
- Kortharig (niet ultrakort)
Appelzeller
- Altijd wit
- Langharig
- Folklore geit - geen top producties
Toggenburger
- Langharig en kortharige variant
- Hoge producties
- Enigzinds variabel op kleur en haarlengte
- Typische aftekening aan kop - witte streep van hoornen naar bovenlippen
- Kleur - basis is bruin pigment - van bleek naar donker met tussenvormen
- Vaak onderkant dier wat bleker
Gemskleurige berggeit - Alpine Chamoisee
- Goede melkgeit
- Melktypisch voorkomen
- 2 kleurig - bruin in combinatie met zwarte aalstreep, staart, benen, uier en onderkant
- Bokken vaak wat donkerder - manen op de rug
Reekleurige edelgeit
- Variabel uitzicht - kruisingsproduct
- Geen echt melktypisch uitzicht
- Veel grover
- Ook 2 kleurig wel variatie van bleek naar donkerder - bruin in combinatie met zwarte aalstreep, staart, benen, uier en onderkant
- Toppenburger aftekening - niet wit
Verzasca nera
- Zwart - ook wel met roodbruine diffuse zones
- Hooggebergte geit - gehard - kan tegen stootje - klimmen
- Behoorlijke melkproducties
Walliser zwarthals
- Folkore geit
- Zwarte voorste helft - witte achterse helft
Anglo-Nubische geit
- Oorspronkelijk uit klein-Azie - in Engeland veredeld naar melkproductie
- Bont geit - lichtbruine geit - witte geit - variabel - gelijkenis op andere rassen
- Hoogbenig - smal
- Tropische achtergrond - grote neergangende oren
- Opvallende ramskop
Boerenbok - vleesgeit
- Zuid-Afrika - 5 miljoen - veel geitenvlees gegeten, lekkernij
- Bespierd - ook achterhand
- Wit met bruine hals en hoofd - met kol/bles op hoofd
- Hoornen wijzen naar achteren en naar beneden
- Weide en veld beheer - opkuisen gebieden
- Goed vruchtbaar
Angorageit - wolgeit
- Mohair wol
- Lijkt op schaap
- Staart staat horizontaal/rechtop
- Lange geharing - kurkestrekker gekruld
- Oren, kop, benen kort behaard - individueel variabel
- Naar achter en beneden wijzende hoornen
- Geen wolvlies
- Manko - minder vruchtbaar - veel spontane abortus
Cashmere geit - wolgeit
- Niet te herkennen
- Indrukwekkende hoornen
- Dikkere bovenvacht - wollige ondervacht, zijdefijn
- Tibet
Somaligeit - galla geit - vleesgeit
- Oosten afrika
- Behoorlijk gespierd
- Altijd wit
- Donkere huid - binnenzijde oren, neus, mindhoeken zwart
- Hoogbenig - vleestype ontypisch
- Gebogen ruglijn - overbouwd
- Hittetolerant
West-Afrikaanse dwerggeit - hobby/recreatie/vlees zou wel kunnen
- Hier te zien
- Goed ontwikkelde achterhand
- In verhouding tot schofthoogte vrij hoogbenig - korte poten - gedrongen romp
- Bolle/dikke buik
- Kleurschakeringen en ook wel bontpatronen - zwart, bruin, grijs en wit - meestal gevlekt
Oost-Afrikaanse dwerggeit
- Iets hoger - hoogbeniger
- Goed gevulde achterhand
- Oren - kort en rechtopstaand - soms hangend - hoornen in beide geslachten
- Eleganter van uitzicht - normale lichaamsverhoudingen - langere, smallere buik
- Bontpatronen - veel gevlekte dieren