Geiten Flashcards

1
Q

Gedomesticeerd meteen na de hond

A

15 eeuwen vroeger dan schaap - 9000 jaar voor Christus in West-Azie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wilde geiten

A

3 groepen - onderling onbeperkt vruchtbaar

  • Wilde bezoargeit - gedomestificeerde zijn hiervan afkomstig
  • Klein Azie
  • Groter dan tamme geit
  • Wildkleur - uniform grijs tot bruin met aalstreep
  • Zware boogvormige en zijdelings samengedrukte hoornen die tot 1m lang kunnen zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eigenschappen

A
  • Erosie verwekkers - onder beheer te gebruiken om landbouwgronden te winnen
  • Groot klimatisch aanpassingsvermogen - ook in vochtige en tropische gebieden
  • Seizoens gebonden - 5 maanden drachttijd - eenlingen of meerlingen
  • Minder kudde instinct dan schapen - individueler ingesteld
  • Eigen wil en assertiever
  • Spelen graag baas
  • Bokken in paarseizoen/zomer - stinken - huidklieren die reukstoffen uitscheiden - zit niet in het vlees - urine in het rond spuiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschil geiten en schapen

A
  • Geiten hebben vaak sik - hebben schapen nooit
    - Staart - bij schapen naar beneden - bij geiten vrij verticaal, inkijk anus
    - Geiten hebben geen preorbitale speekselklieren - geen inkeping bij ogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gebruik geiten

A
  • Huid - broeken/handschoenen
  • Melk - grote aandacht aan goede uierophanging en een goede tepelinplanting - goede melkbaarheid met de machine
  • Vlees - Afrika en Azie - diepe smaak - weinig vet
  • Gezelschapsdier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Melkgeiten

A
  • Relatief lange lactatieduur - 9-10 maanden
  • Minder melkvet
  • In vergeleiking met schaap - meer melk die dunner is
  • Verhoudingsgewijs super goede melkproducenten
  • Fokwaarde en selectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Angora geiten - wolproductie - langharige geiten

A
  • Mohairvezels

- Vacht vormt geen vlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mannelijk

A

bok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vrouwelijk

A

geit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gecastreerde bok

A

weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Melk snijtanden

A

langwerpig, zonder duidelijke hals - verkleinen van binnen naar buiten - omgekeerd als schaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tandwisseling snijtanden

A

van binnen naar buiten toe - 1 na een jaar, alles na 3 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kop en hals

A
  • Kop - licht in vergelijking lichaam - vooral bij vrouwelijke geiten - bokken, bredere kop, snoekshoofd, ogen komen goed uit
  • Oren - verschillend bij rassen - lang, kort of hangend
  • Hoornen - als ze aanwezig zijn - moeten symmetrisch staan en in dezelfde richting wijzen
  • Baard/sik - bij bokken vroeger, rond de 6 maanden - geiten, rond 2 jaar
    - Afwijkingen
    - Spitse bek
    - Wipneus
    - Snoeksmuil
    - Varkensmuil
    - Huidklokjes - pampilli - ter hoogte van de hals - erfelijk kenmerk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Romp

A
  • Achterhand minder bespierd
  • Bovenlijn recht en lang
  • Kruisstreek - voldoende lang en breed - ophanging en ruimte voor uier
  • Uier - 2 helften - linker en rechter - vrij grote spenen - brede basis - gefokt/geselecteerd naar machine uier, spenen naar beneden
    - Afwijkingen
    - Hanguier
    - Flesuier
    - Necrotische mastitis - acute uierontsteking - vrijkomen van toxische stoffen
  • Geslachtsstelsel en de urinewegen van de bok
    - Afwijkingen
    - Hyporchidie
    - Kryptorchidie
    - Spermiostasis - de tubuli testes eindigen blind - sperma kan niet afgescheiden worden
    - Orchitis en periorchitis - zwelling en onsteking van de teelballen en bijballen
    - Urolothiasis - vorming van urinewegstenen - urineren niet meer mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoornloze rassen - afwijkingen

A
  • Intersexen - kwenen - frequentie loopt op onder de jonge vrouwelijke geitjes
  • Grove kop - iets zwaarder skelet dan normaal
  • Baard verschijnt op 2-3 maanden
  • Achterbenen worden uit elkaar geplaatst bij urineren - urinestraal is soms boogvormig
  • Kwenen maken bokkengeluiden en zijn vaak onrustig
  • Sterk rode tot bijna zwarte vlek in de vagina - clitoris neemt soms de grootte aan van een kers
  • Uierstreek - 2 vlezige verdikkingen onder de huid
  • Niet vruchtbaar - geen hermafrodieten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ledematen

A
  • Klauwen zijn sterker
    - Afwijkingen
    - Hyperchordie
    - Criptochordie
    - Spermiostasis
    - Teelbalonsteking
    - Bijbalontsteking
    - Ureluteases - obstructie urinewegen
    - Rotkreupel
17
Q

Saanen

A
  • Goede melkproducent
  • Altijd wit
  • Melktypisch uitzicht
  • Goed ontwikkelde uier - spenen recht naar beneden
  • Ultra korte beharing
18
Q

Witte edelgeit - afgeleid van saanen

A
  • Hogere melkproductie was gewild
  • Wit is dominant kenmerk - kruisingsproduct van saanen is altijd wit
  • Altijd wit
  • Grover
  • Grovere poten
  • Minder hoogbenig
  • Minder melktypisch
  • Kortharig (niet ultrakort)
19
Q

Appelzeller

A
  • Altijd wit
  • Langharig
  • Folklore geit - geen top producties
20
Q

Toggenburger

A
  • Langharig en kortharige variant
  • Hoge producties
  • Enigzinds variabel op kleur en haarlengte
  • Typische aftekening aan kop - witte streep van hoornen naar bovenlippen
  • Kleur - basis is bruin pigment - van bleek naar donker met tussenvormen
  • Vaak onderkant dier wat bleker
21
Q

Gemskleurige berggeit - Alpine Chamoisee

A
  • Goede melkgeit
  • Melktypisch voorkomen
  • 2 kleurig - bruin in combinatie met zwarte aalstreep, staart, benen, uier en onderkant
  • Bokken vaak wat donkerder - manen op de rug
22
Q

Reekleurige edelgeit

A
  • Variabel uitzicht - kruisingsproduct
  • Geen echt melktypisch uitzicht
  • Veel grover
  • Ook 2 kleurig wel variatie van bleek naar donkerder - bruin in combinatie met zwarte aalstreep, staart, benen, uier en onderkant
  • Toppenburger aftekening - niet wit
23
Q

Verzasca nera

A
  • Zwart - ook wel met roodbruine diffuse zones
  • Hooggebergte geit - gehard - kan tegen stootje - klimmen
  • Behoorlijke melkproducties
24
Q

Walliser zwarthals

A
  • Folkore geit

- Zwarte voorste helft - witte achterse helft

25
Q

Anglo-Nubische geit

A
  • Oorspronkelijk uit klein-Azie - in Engeland veredeld naar melkproductie
  • Bont geit - lichtbruine geit - witte geit - variabel - gelijkenis op andere rassen
  • Hoogbenig - smal
  • Tropische achtergrond - grote neergangende oren
  • Opvallende ramskop
26
Q

Boerenbok - vleesgeit

A
  • Zuid-Afrika - 5 miljoen - veel geitenvlees gegeten, lekkernij
  • Bespierd - ook achterhand
  • Wit met bruine hals en hoofd - met kol/bles op hoofd
  • Hoornen wijzen naar achteren en naar beneden
  • Weide en veld beheer - opkuisen gebieden
  • Goed vruchtbaar
27
Q

Angorageit - wolgeit

A
  • Mohair wol
  • Lijkt op schaap
  • Staart staat horizontaal/rechtop
  • Lange geharing - kurkestrekker gekruld
  • Oren, kop, benen kort behaard - individueel variabel
  • Naar achter en beneden wijzende hoornen
  • Geen wolvlies
  • Manko - minder vruchtbaar - veel spontane abortus
28
Q

Cashmere geit - wolgeit

A
  • Niet te herkennen
  • Indrukwekkende hoornen
  • Dikkere bovenvacht - wollige ondervacht, zijdefijn
  • Tibet
29
Q

Somaligeit - galla geit - vleesgeit

A
  • Oosten afrika
  • Behoorlijk gespierd
  • Altijd wit
  • Donkere huid - binnenzijde oren, neus, mindhoeken zwart
  • Hoogbenig - vleestype ontypisch
  • Gebogen ruglijn - overbouwd
  • Hittetolerant
30
Q

West-Afrikaanse dwerggeit - hobby/recreatie/vlees zou wel kunnen

A
  • Hier te zien
  • Goed ontwikkelde achterhand
  • In verhouding tot schofthoogte vrij hoogbenig - korte poten - gedrongen romp
  • Bolle/dikke buik
  • Kleurschakeringen en ook wel bontpatronen - zwart, bruin, grijs en wit - meestal gevlekt
31
Q

Oost-Afrikaanse dwerggeit

A
  • Iets hoger - hoogbeniger
  • Goed gevulde achterhand
  • Oren - kort en rechtopstaand - soms hangend - hoornen in beide geslachten
  • Eleganter van uitzicht - normale lichaamsverhoudingen - langere, smallere buik
  • Bontpatronen - veel gevlekte dieren