Honden Flashcards
Gedomesticeerd
10.000 voor Christus
Aantal evoluties aan de hand van wat de mens ervan verwachten
- Aasvreter
- Waarschuwer - bescherming
- Gezelschapsdier
- Jacht - verschillende soorten en rassen
- Kuddes bijeenhouden, bewaken en verdedigen - schapene en runderen
- Vechten
- Trekdier
- Showhonden
Activiteiten
- Politiehonden
- Reddingshonden
- Blindegeleidehonden
- Hulphonden
- Circushonden
- Renhonden - windhonden - zeer snel loop vermogen
- Transporthonden
- Truffenhonden
- Target nodig - renwedstijden
- Werkproefen - agility of behendigheid
- Jachthonden
- Gefokt naar fokstandaard - vooral uiterlijk
- Gefokt naar wat ze kunnen - Veel diversificatie
Voortplanting
- Seizoensgebonden voortplanting kwijtgeraakt
- Bronstperiode - loopsheidperiode - 3 weken - gepaard met bloedingen - 2e week vruchtbaar
- drachtduur - 2 maanden - rasverschillen in dagen
- Pups - behaard - ogen toe
- Lactatieperiode - minimaal 4 weken
- Grote rassen - gemiddeld grotere pups - minder lange levensverwachting
Zintuigen
- Goed zicht - diepte
- Goede smaakzin
- Uitmuntend gehoor - tonen buiten ons hoorbereik
- Ongeevenaarde reukzin - veel reukepitheel
- Warmteregulatie - hijgen - alleen zweetklieren onder de voeten
Uitwendige beoordeling
- Rasstandaarden per ras - kunnen verschillen per land
- Gedrag voorspelbaar per ras
- FCI - internationale kinologische organisatie
- Kinologie - wereld van de honden
- Onderafdelingen per land en rasverenigingen
Signalement
- GOKRAHD
- Silhouet schetsen - lichaamsmaten - bij volgroeide hond
- Nemen van fotos - lichaamsmaten
- Tatoeeren - in de oren - binnenkant dij - liesstreek
- Chippen - opgeslagen in nationaal bestand
Leeftijdsschatting
- Grauwe staar (oog staar) - vertroebeling van de ooglens - bij het verouderen - afhankelijk van ras
- Vergrijzing hoofd - is ook een gen voor bij een specifieke rassen
- Tanden
Tandformules
- Melkgebit - 28 tanden - boven, 3Id, 1Cd, 3Pd - onder, 3Id, 1Cd, 3Pd
- Volwassen gebit - 42 tanden - boven, 3I, 1C, 4P, 2M - onder, 3I, 1C, 4P, 3M
Tanden
- Tandformules
- Melkgebit - 28 tanden - boven, 3Id, 1Cd, 3Pd - onder, 3Id, 1Cd, 3Pd
- Volwassen gebit - 42 tanden - boven, 3I, 1C, 4P, 2M - onder, 3I, 1C, 4P, 3M
- Isodont gebit - melk gebit
- Anisodont gebit - volwassen gebit - molaren
- Meer volwassen premolaren dan melk - 1 premolaar heeft gen voorloper
- Kan rastypisch afwijken
- Tanggebit - snijvlakken op elkaar
- Schaargebit - tanden overlappen met eindpunten
- Onderkaak iets korter dan bovenkaak
- Zonder het contact te verliezen van boven en onder snijtanden - zowel - varkensgebit
- Knipkiezen - scheurkiezen - boven en onderkaak - grootste
- Lobben - hoofd- en bij-lob
- Leeftijdschatten
- Uitbotten - weken
- Periode van dubbele haaktanden - melk en volwassen
- Wisselen - tot 6-7 maanden - definitief gebit
- Slijtage - cijfers met korreltje zout - niet kennen - conclusie - vergelijken - afslijten hoofdlop eerder onderaan dan bovenaan - boven groter dan onder - van binnen naar buiten duurt het slijten langer - hangt samen met grote van de tanden - ovaal - rond - verkeerd ovaal, naar de richting loodrecht op de oorspronkelijke
- Beinvloed door tandverzorging - type voedsel - hoeveelheid kauwen
- Grote honden hebben zachtere tanden
Gebitsafwijkingen
- Snoeksmuil
- Varkensmuil
- Afwijkende slijtage patronen
Gestalte verschillen
- Schofthoogte
- Van zeer grote tot kleine honden
Kleuren
- 1-kleurig
- 2-kleurig - black and tan of chocolate and tan
- Black and tan - de roestkleurige aftekeningen komen scherp afgelijnt voor boven elk oog, aan de snuit, de keel, de wangen, de voorborst, op alle benen overwegend aan de binnenzijde, op de voeten en onder de staart rondom de anus
- 3-kleurig
- Bont omt ook voor
- Verdunningsvormen
- Blauw
- Geel
- Chocolade
- Peper en zout - vergrijzing - schnautzer
- Merle - lappendeken - mengpatroon - analoge spikkeling op de kop - irissen kunnen ontkleurd of blauw zijn - 2x dit gen, sukkelaars, volledig wit, zicht- en hoorstoornissen, steriel
- Grijsheid bij langharige Collie - tekort aan witte bloedcellen
Aftekeningen
- Zadel - wordt gevormd door 2 donkere min of meer V-vormige zones van donkere haren op een blekere basisvacht, beiderzijds op de romp gelegen en op de rug samenkomend
- Masker - de snuit is zwart behaard - eventueel ook het voorhoofd en de oren
- Mantel - een zadel dat zich verder uitstrekt naar voor en naar achter
- Tijgerstrepen
Bont - gradaties
- Ierse aftekeningen - zeer weinig wit - alleen witte vlekken op muil, voorborst, voeten en staarttop
- Veel wit - zoals platenbont
- Bijna helemaal wit - pointer ogen en oren - russel terrier
- Harlekijnpatroon - alleen bij duitse dog - zwart-wit patroon - zeer sterk uitgerafeld
- Gevlekt - dalmatier
- Gespikkeld - combinatie met platen - jachthonden
Beharingsvormen
- Bovenvacht en ondervacht
- Zeer kort
- Kortharig
- Gladharig - kort - horizontaal
- Stokharig - kort - verticaal
- Lang stokharig - langer - verticaal - iets platter
- Ruwharig - ruig - ruw - dik haar - staat alle kanten op - warrig - overvloedige ondervacht
- Draadharig - ruwharig, maar langer - kronkelen - kronkelige garnituur, snor en baard
- Stekelharen - haar staat als stekels overeind
- Tussenvormen komen ook voor
- Middellang
- Lang
- Touw en koord - dreadlocks
- Topografisch - ter plaatsen - halskraag - beenbevedering - vlag
- Pronk - langsheen de ruggengraat, van achter de schouders tot aan de heupen treft men een dubbele haarstrook aan waarvan de haren in een andere richting ingeplant staan als de omgevende vacht - deze stroken zien er hierdoor donkerder uit
Hoofd, nek en hals
- Profiellijn - onderbroken door stop - overgang neusrug en voorhoofd
- Ramshoofd - vaak als fout gezien - uitzonderingen - rastypisch - geen stop
- Couperen oren en staart - vroeger - nu verboden
- Sint-Hubertus knobbel - bepaalde jachthonden - overgang achterhoof en schedeldak - knobbel
Oren - rastypisch
- Veel variatie - grootte - vorm - inplanting - richting - belangrijk bij herkenning
- Rozenoor - staat nogal hoog op het hoofd - is zijdelings en naar achter gericht - is redelijk klein en heeft een zichtbare binnenooropening die ook naar achter gevouwen is
- Beharing - niet noodzakelijk hetzelfde als lichaam
- Binnen en buitenzijde
Staart - variatie
- Weefselverval - ergens tussen gezeten - necrose
- Van nature uit korter - bobtale
Ledematen
- Tenen - aan elke voet 4 tenen met teenkussen - centraal teen kussen - totaal 5 kussens
- Sint-Hubertus klauw - op de achterbenen - 1 of 2 - hogerop en niet in steun - rudimentair - heterogeen voorkomen, kan volledig zijn of alleen nageltje - wolfsklauwen
Afwijkingen aan de ledematen
- Wijde ellebogen - los in elkaar - tonvormige borstkas
- Ellebogen naar binnen - smalle borst
- Zie paard
- Hazenvoeten - lange tenen - platte voeten - kan ook rastypisch zijn
- Kattenvoeten - kleine tenen - steile voet - kan ook rastypisch zijn
- Heupdysplasie - heupgewricht degenereert en de kop van het dijbeen laat progressief los uit de kom van het heupgewricht
Hond in beweging
- Meer aanleg lengtesprongen
- Stappen - benengebruik - zie paard
- Diagonale draf - varianten - hoe gestrekt of gebogen
- Gewone hondendraf - gestrekte benen
- Geworpen draf - heffing en buigen lijkt op paarden - eleganter
- Rendraf - overgetreden
- Typisch voor honden - sprong galop - beurtelings op voor en achterpoten met verzamelde zweeffase - soepele rug
- Telgang - bepaalde rassen - laterale draf
Groep 1 - bouviers en herdershonden
- Voor hoeden van runderen
Vlaamse koehond - Bouvies des Flandres
- Nooit bont - verschillende kleuren mogelijk
- Lange en ruige vacht
- Veel beharing op het hooft - wenkbrauwen en snor - baard
- Sprongen die laag tegen de grond zitten
- Goed behaarde staart
- Oren - krullerig behaard
Herdershond
fijn besneden hoofd - 4 grote, 1 kleine - lengte, kleur en kwaliteit van beharing - staart naar beneden en vrij recht
Groenendaal
- Langharig - behalve voorhoofd en neusrug
- Altijd helemaal zwart
- Relatief hoog
- Niet al te breed van bouw
Terveuren
- Basiskleur is geel - licht geel
- Langharig - behalve voorhoofd en neusrug
- Staart die behoorlijk fijn en volimineus bevederd is
- Tussen gele haren komen zwarte haren voor of haren die geel zijn aan de basis en donker aan de uiteinden - gelokaliseerd aan voorzijde
- Meeste hebben een masker - zwart gezicht - vaak gepaard met donkere oren
- Relatief fijne beharing
Mechelaar - Mechelse herder
- Lichter van bouw - lager gewicht dan Duitse herder
- Altijd kortharig - superkortharig op hoofd, oren en voorzijde voorbenen
- Masker mogelijk
- Staart heeft de vorm van een korenaar - dunne basis met uitwaaiing naar onder toe
- Basiskleur geel - ook variant met donkerdere uiteindes, vrij homogeen verspreid, veel of weinig - chardonnay
Lakense Herder
- Relatief hoogbenig
- Zelfde vorm hoofd - minder tot uiting
- Krullerig haar - hoofd en hele lichaam
- Basiskleur geel - bruine toesten, soms wat donkerder
Schipperke
- Kleine
- Meestal volledig zwart - zeldzaam donker bruin
- Herdershond - hoofd wijkt af - keeshonden invloed
- Halskraagje - duidelijker bij de mannelijke dieren
- Staart die sterk behaard is en opkrult - keeshond
- Vos achtig hoofd - keeshond
Duitse herder
- Bekende hond
- Smalle staart - weinig beharing - hangt af van haren
- Haarkwaliteit - stokharig, kort of lang - langharig
- Zadel - weerszijde van romp tot schoft gekleurd
- Mantel - zadel dat uitgebreidt is naar achter en naar voor
- Kort stockharige kunnen beste tegen kou - insluiten van droge lucht
Beauceron - Berger de beauce
- Altijd black and tan - zwart met lichter bruin rond neus, mondhoeken, 2 spots boven ooghoeken, binnenzijde benen en voorborst
- Korte, maar relatief dikke vacht
- Geen rechtopstaande oren - hoog aangezet op hoofd
- Staart - naar beneden met flauwe bocht
- Altijd dubbele Sint-Hubertus klauwen - voorpoten
Briard - Berger de brie
- Langharig - uitbundig - benen lijken volumineus
- Oren hangen naar beneden en zijn ook lang behaard
- Haar hangt voor de ogen
- Staart naar beneden gedragen en goed behaard
Bobtail - old english sheepdog
- Herdershond voor schapen
- ‘Samson’
- Wit in combinatie met zwart
- Korte bob tail staart
- Snor
- Wilderige en fijne kuif
Collie - Schotse herder
- ‘Lassie’
- Langharig
- Komt ook kortharig voor - vrij zeldzaam
- Kleuren - wit-geel - wit-zwart - wit-zwart-bruin/black and tan bont - bleu merl, verdunning - grijs
- Tippende oren
- Lang en smal hoofd
- Relatief rechthoekig voorkomen
Border collie
- Schapenhond - begeleiden van kuddes
- Tippende oren - zijdelings of naar achter
- Kleur in combinatie met wit - zwart-wit - ook zwart-bruin-wit - red of yellow merle - bruin-rood-wit
Shetland sheepdog - Sheltie
- Langharig
- Wit-geel - wit-zwart
- Kleiner dan colie
- Relatief vierkant voorkomen
- Breder hoofd - minder lange en diepe snuit
Welsh corgi
- Langgerekt en kortbenig
- Kleine schapen
- Vosachtig hoofd - brede basis oren - hoek van 45 graden
- Zelfde kleuren als collie
- 2 soorten
Welsh corgi Cardigan
met staart
Welsh corgi Pembroke
staartstompje of geen staart
Kuvasz
- Altijd volledig wit
- Vrij hoogbenig - niet al te breed - imposante gestalte
- Staart zeer sterk bevederd - volumineus - vooral onderaan
- Relatief langharig - gedrongen aaneengesloten krullerige pakketjes tegen de huid
- Oren zijn vrij kort behaard - snuit en deel voorhoofd ook
- Zwarte neustop, lippen en omranding oogleden
Puli
- Koord- of touwvacht - dreadlocks - hele lichaam
- Lange ondervacht met fijne/wollige beharing - spontane vervilting - raken verstrengeld
- 2 kleuren
- Gebroken wit
- Donkergrijs tot zwart - Relatief kleine gestalte
- Staartbasis omhoog gericht
- Snuit relatief kort
Komondor
- Koord- of touwvacht
- Groter van gestalte
- Alleen gebroken wit
- Staartbasis naar beneden
- Koorden zijn veel zwaarder
Schnauzers
- Verschillende maten - 3
- 2 kleuren - zwart - peper-en-zout grijs
- Wangen niet echt goed ontwikkeld - smal - benig uitzicht zijkant
- Staart - matig lang en relatief rijn
- Oren - tippen zijdelings
Riesenschnauzer - niet - Groot
- Semi lange beharing
- Typisch hoofd - kortbehaarde oren en naar beneden hangend - ontwikkelde wenkbrauwen, snor en baard die recht behaard zijn
Standaard Schnauzer - niet
- Niet onderscheiden van dwerg
Dwergschnauzwer - niet
- Niet onderscheiden van standaard
Dobermann Pinscher
- Overwegend black and tan - chocolate and tan
Dwergpinscher
- Apart ras
- Vierkant gebouwd
- Kefferig ding
- Strak in huid - geen losse keelhuid
- Verschillende kleuren - ree-achtige gele kleur - black and tan
Molossers
- Doggen en dogachtigen
- Doggenhoofd - relatief platte schedel - veel huidplooien - korte snuit - zware lippen, voornamelijk bovenlippen, die niet aansluiten op onderlippen - duidelijke verticale streep aan neusstop - veel keelhuid - zware en korte neus - ademhalingsproblemen
- Milde doggenmuil - veel minder
- Ectropion - onderste ooglid zakt door - slijmvlies te zien
- Rozenoren - oren die niet te groot zijn - met stugge en kraakbenige basis - relatief slappe niet al te grote oorschelp die schuin naar achteren wijst naar de nek - binnen in oor te kijken
Engelse bulldog
- Doggenhoofd
- Ook Franse - freler en kleiner
- Robuuste bouw - breed - hangt tussen voorbenen - compact
- Huidplooien op lichaam - hals en rugstreek
- Rozenoren
- Varkensstaartje - niet te lang en opgekrult
Mastiff - Engels
- Imposante, grote dog - groot hoofd
- Gele basiskleur - variaties - abrikoos
- Uitgebreid donker hoofd - masker - bleker lichaam - op staart kunnen donkerdere haren voorkomen
Bordeuxdog - Frankrijk
- Intens geel - goudgeel tot mahoniekleur, donker goud-geel
- Doggenmuil
- Platte, brede schedel
- Hangende bovenlippen
- Variatie op kleur snuit en neustop - meest rode snuit (op examen) - ook wel zwarte snuit
Pyreneese berghond - Frankrijk
- Verwant aan koevasz
- Meestal volledig wit
- Andere vacht - haar staat meer van het lichaam af - luchtiger
- Zwarte neustop en lippen
- Hoofd is wat ronder van schedel en snuit is iets minder langgerekt - compacter
Newfoundlander - Canada
- Imposante hond - semigroot - relatief breed en lang
- Volumineus uitzicht - sterk behaard over hele lichaam
- Oren hangen - behaard - naadloos over in omgeving
- Duidelijke stop - praktisch verticaal
- Afgeronde scheden
- Korte beharing aan voorkant benen
- Goed behaarde staart
- Zwart - bruin
- Reddingshond - drenkelingen
Duitste dog - Duitsland (Deense dog)
- Hoog - imposant - elegant
- Windhondeninvloed - lange schenkelbeenderen - opgeschorde buik - diepe flanken - smal, benen dichtbij elkaar - knokig hoofd, schraal bespierde wangen - verticaal hangende lippen
- Haarkleed - kortharig - 1 kleurig, zwart, geel - donkere tijgerstrepen, gestroomd op bleke achtergrond (andersom ook mogelijk bij ander ras) - bont blue merle
- Harlekijn - alleen bij Duitse dog - zwart-wit - uiteenlopende grillig afgelijnde vlekken
- Milde doggenmuil
Boxer - Duitsland
- Milde doggenmuil
- Basiskleur - geel - kortharig - op gladharige af - ook tijgerstrepen, getroomd
- Ierse aftekening - kleine witte aftekeningen - neus, voorborst, tenen en topje staart
- Goede gespierdheid - komt tot uiting door huid door kortharige vacht
- Vaak achterstandig - afhelende ruglijn
- Achterhand minder ontwikkeld op volume
Rottweilier - Duitsland
- Altijd black and tan
- Stockharige vacht
- Robuust gebouwd - zwaar
- Brede staartwortel die versmalt en puntig eindigt - otterstaart
- Oren hangen naar beneden
Leonberger - Duitsland
- Langhariger - zeker in wintervacht - lichaamscontouren blijven wel te zien
- Opgaande borst-buiklijn
- Beenbevedering - lange haren aan de achterkant van achterste benen
- Milde doggenmuil - hoog aangezette oren die sterk behaard zijn
- Matige wangontwikkeling
- Met of zonder masker
Sint-Bernard - Zwitserland
- Middellangharig - langharig
- Hulphond - reddingshond
- Altijd bont met oranje-rood - donker pigment aan hoofd, soort masker - witte bles tot aan lippen
- Dwarse groeve over schedel
- Benige oogkassen
- Ingevallen wangen
- Uitbundig gevederde staart
Mastino napoletano - Italie
- Plomp - hoogbenig
- Meestal in donkere kleuren - kunnen tijgerstrepen hebben - bleke op donkere ondergrond
- Hoofd - sterke huidplooien - zeer zware bovenlippen - veel overtollige keel- en wanghuid
- Kleine oortjes
Shar-Pei - Hongkong
- Pas recent populair geworden
- Pup - veel te veel huid - veel huidplooien - groeit uit plooien - maar blijven op de kop
- Kleine driehoekige oortjes
- Neus - gezwollen, plompe indruk - neuskussen
- Varkensstaartje
- Variabele kleuren - nooit bont
Berner sennenhond
- Stoer - zwaar gebouwd - groot
- Langharig
- Goed bevederde staart
- Afgeronde schedel - goed ontwikkelde snuit
- Wit - voorborst - neus, bles - kan ook op tenen en puntje van staart
Appenzeller Sennenhond
- Kortharig
- Matige gestalte
- Wit spreid uit rond de hals
- Staart - lang behaard - krult op naar boven
Grote zwitserse sennenhond
- Groot
- Helemaal kortharig
- Groot hoofd
- Wit - tenen - voorborst - topje vande staart - neus, bles
Airedale terrier - Groot-Brittanie
Airedale terrier - Groot-Brittanie
- Donkere mantel op gele basis kleur
- Oren - kortharig - contrasteren met andere beharing
- Draadharige vacht - kronkelig garnituur
- Staart - rechtop - omhoog staand
Groep 3 - terriers
- Honden die iets hebben met grond/bodem - aarthonden
- Kortbenige - gebruikt voor jacht onder de grond - marters, wezels
- Bijterig - sterk karakter - graversinstinct - blafferig
Welsh terrier - Groot-Brittanie
- Identiek aan airedale, maar kleiner
- Op examen beide zeggen en dat deze 20cm kleiner is