Opposites (V) Flashcards
0
Q
Vallen
A
Opstaan
1
Q
Vader
A
Moeder
2
Q
Vandaag
A
Morgen
3
Q
Vast
A
Los
4
Q
Veel
A
Weinig / Een beetje
5
Q
Veilig
A
Onveilig
6
Q
Veranderen
A
Hetzelfde blijven
7
Q
Verleden
A
Toekomst
8
Q
Verschijnen
A
Verdwijnen
9
Q
Verschillen
A
Hetzelfde zijn
10
Q
Verstand
A
Gevoel
11
Q
Vis
A
Vlees
12
Q
Vlug
A
Langzaam
13
Q
Voldoende
A
Onvoldoende
14
Q
Voor
A
Achter