Opposites (L) Flashcards
0
Q
Land
A
Zee
1
Q
Laat
A
Vroeg
2
Q
Later
A
Nu
3
Q
Leeg
A
Vol
4
Q
Lekker
A
Vies
5
Q
Lente
A
Herfst
6
Q
Leraar
A
Leerling
7
Q
Leuk
A
Saai / Vervelend
8
Q
Licht
A
Donker
9
Q
Licht
A
Zwaar