Ontwikkelingspsychologie Flashcards
Welke 3 hoofdfasen heeft de theorie van gefaseerde ontwikkeling (Piaget)?
- Schema : samenhangend beeld van de wereld om je heen
- Interactie tussen assimilatie en accommodatie
- Stadia van cognitieve ontwikkeling
Wat is Assimilatie?
Het toevoegen van nieuwe elementen in bestaande structuren.
Wat is Accommodatie?
(aanbrengen van kennis):
Het schema wordt veranderd door middel van assimilatie.
(De structuur kleding bevatte eerst alleen de sokken van het kind, nu is het kind er door assimilatie achter gekomen dat broeken ook kledingstukken zijn. Hierdoor is zijn structuur
uitgebreid)
Waarvan is datgene wat kinderen bewust kunnen leren en ervaren afhankelijk? Hoe wordt dit ook wel genoemd?
De leeftijdsfase waarin zij zich bevinden. Dit wordt de ‘cognitieve ontwikkelingstheorie’ genoemd.
Welke 4 typen van schemata zijn er?
- Persoon schema
- Sociaal schema
- Zelf schema
- Evenementen schema
Jongere versus oudere kinderen reageren anders op dezelfde
objecten of situaties door minder of meer ontwikkelde schema’s
Wat past er in de gedragsschemata (sensori motor schemata)?
gedragspatronen in relatie tot omgeving
Wat past er in de symbolische schemata?
interne mentale symbolen representeren aspecten van ervaringen
Wat past er in de operationele schemata?
interne mentale activiteit uitgevoerd op bepaald object van gedachte
Bij operationeel schema gaat het bijvoorbeeld ook over conservatie van volume. Wat wordt hiermee bedoeld?
= inzien dat een hoeveelheid onveranderd blijft zolang er niets
wordt bijgevoegd of weggenomen, wat men er verder ook aan verandert.
Welke 4 stadia van ontwikkeling zijn er? Benoem hierbij de leeftijd
- Sensorimotorische fase
(0 – 2 jaar) - Preoperationele fase
(2 – 7 jaar) - Concreet operationele fase
(7 – 12 jaar) - Formeel operationele fase
(adolescent & volwassene)
Wat ontwikkelt er in de Sensomotorische fase, 0-2 jaar? Benoem 4 dingen
- Ontwikkeling van het functioneren op lichaamsniveau, tasten, voelen, proeven.
- Ontwikkelen van de motoriek.
- Ontwikkelen van het geheugen.
- Objectpermanentie is ontwikkeld. Voor het kind blijven objecten bestaan die zich niet in zijn gezichtsveld bevinden. Dit gebeurt rond de 8 tot 12 maanden
Wanneer is de ontwikkeling van motoriek het meest spectaculair?
In eerste 2 levensjaren
Wat valt er onder de grove motoriek?
de balans, de voortbeweging en coördinatie van het gehele
lichaam en de ledematen als geheel.
Wat is de fijne motoriek?
Het functioneren van de handen (kleine handelingen)
Sensomotorische fase. 0-2 jaar
Wat gebeurt er in de volgende maanden:
- 0-1 maanden:
- 1-4 maanden:
- 4-8 maanden:
- 8-12 maanden:
- 12-18 maanden:
- 18-24 maanden:
- ongecoördineerde reflexhandelingen
- herhalen van eenvoudige lichamelijke activiteit.
- herhalen van activiteiten in relatie tot objecten.
- intentioneel gedrag en beginnende objectpermanentie.
- intentionele variatie en actief experimenteren.
- gevestigde objectpermanentie en mentale coördinatie.