Neuroanatomie Flashcards

1
Q

Uit welke drie embryonale structuren bestaan de hersenen?

A

Prosencephalon (voorhersenen), mesencephalon (middenhersenen) en rhombencephalon (achterhersenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit deze drie embryonale structuren ontwikkelen zich uiteindelijk nog meer structuren. Welke zijn dit (bedenk zelf even uit welke structuur zij ontwikkelen)

A

Telencephalon, diencephalon, mesencephalon, metencephalon, myelencephalon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn belangrijke functies van liqour?

A

Ondersteunen gewicht brein, homeostase, bescherming, afval afvoer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf de telencephalon, welke structuren komen hier in voor?

A

De telencephalon zijn de buitenste structuren van de hersenen. Dit zijn de frontale, parietale, occipitale en temporale kwabben. De centrale sulcus scheidt de frontale en parietale kwabben van elkaar. De laterale fissure scheidt weer de temporale kwab van de frontale en parietale kwabben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke gebieden liggen er voor en achter de centrale sulcus?

A

Voor: primaire motorische cortex
Achter: primaire somatische sensorische cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar ligt Broca’s gebied en waar is het verantwoordelijk voor?

A

Het ligt op de frontale kwab, verantwoordelijk voor motorische spraakcontrole.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar ligt Wernicke’s gebied en waar is het verantwoordelijk voor?

A

Het ligt op de temporale kwab, verantwoordelijk voor sensorische spraakcontrole.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar is de prefrontale cortex verantwoordelijk voor?

A

Planning, aandacht, besluitneming en sociaal gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij welke ziekte is de prefrontale cortex het target?

A

Frontotemporale dementie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij welke ziekte wordt de hippocampus aangedaan?

A

Alzheimer’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar is de basale ganglia verantwoordelijk voor?

A

Voor bewuste beweging en bewust gedrag en procedureel leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke structuur in de basale ganglia wordt bij welke ziekte aangetast?

A

De dopaminerge neuronen bij de ziekte van Parkinson’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem de 4 symptomen van Parkinsonisme:

A

Tremor, bradykinesia, stijfheid en onstabiele houding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ongecontroleerde bewegingen, onstabiele manier van lopen, spraakgebrek en dementie. Bij welke ziekte passen deze symptomen?

A

Huntington

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly