Néerlandais Voc 6 Flashcards
Geweldig
Formidable
gerust
tranquillement
ordenen
ordonner, mettre de l’ordre
aan.passen
ajuster, personnaliser
betrouwbaar
digne de confiance
geschiktheid
aptitude
nuttig
utile
de eigenschap
la caractéristique
bedienen
utiliser
aan.bieden
offrir, proposer
de dienstverlening
le service
geluidloos
silencieux, sans bruit
ten slotte
pour finir
bereiden
préparer
de voorstelling
la présentation
bedoelen
vouloir dire, signifier
de aanbod
l’offre
onder andere
entre autres
de beeld
l’image
bezig zijn
être occupé
zorgen voor
s’occuper de
terug.verdienen
rentabiliser, regagner
bij.werken
actualiser, mettre à jour, retoucher
over.gaan
procéder
het genoegen
le plaisir, la satisfaction
versterken
renforcer, améliorer
bekend.maken
rendre connu
aan.geven
indiquer, préciser
gebruik.maken
utiliser
voordelig
avantageux
de aanpassing
l’ajustement, l’adaptation
het verkeer
la circulation
eigenlijk
en fait, vraiment (=actually)
rekening houden met
prendre en compte
omgaan met
gérer
foutief
faux
de uitdaging
le défi
in handen nemen
prendre les choses en main
op.richten
établir
het inkomen
le revenu
de werkdruk
la charge de travail
de ondernemer
l’entrepreneur
slagen
réussir
leiden
mener, conduire
strikt
strict
de vergaderzaal
la salle de réunion
op voorhand
au préalable
de benedenverdieping
le rez-de-chaussée
de gang
le couloir
verdelen
diviser
zich bevinden
se trouver, se situer
bezorgen, leveren
livrer
vastleggen
déterminer, établir
tegelijk
au cours de
aan de slag gaan
se mettre au boulot
bezet
occupé
verkopen
vendre
vertrouwd
familiarisé
in.pakken
emballer
het product
le produit
kopen
acheter
welkomen, welkom heten
accueillir, souhaiter la bienvenue
“dat klopt”
“c’est juste”
de kennismaking
le fait de rencontrer qqun
verwelkomen
accueillir
op.wijzen
souligner, signaler
de visie, de opinie
le point-de-vue, l’opinion
persoonlijk
personnellement, en personne
bespreken
discuter DE
wederzijds
mutuel, partagé
de schaal
l’échelle
nogmaals
une fois encore, à nouveau
het ijs breken
briser la glace
in kwestie
en question
formuleren
formuler
om.schrijven, uit.leggen
décrire, expliquer
toe.lichten
clarifier
het hebben over
parler de
voor.stellen
présenter
voorstellen
proposer
bescheiden
modeste
op.scheppen
se vanter
af.lopen
terminer
overeen.komen
être d’accord
af.sluiten, beëindigen
finir
na.gaan
vérifier
de aanwerving
le recrutement
gewoonlijk
généralement
op.sommen
résumer
sammen.vatten
résumer
de inbreng
l’apport (de qqun)
(on)beleefd
(im)poli
de uitdrukking
l’expression
“zoals u kunt vaststellen”
“comme vous pouvez le remarquer”
de dankbetuiging
la reconnaissance, la gratitude
toe.voegen
ajouter
behandelen
discuter DE
traag, langzaam
lent, lentement
het ding
la chose
vermoeden
soupçonner, penser