Nederlands Flashcards
Wat is de setting?
De setting is de tijd en ruimte waarin een verhaal zich afspeelt.
Wat is een biografie?
Een biografie is het levensverhaal van een persoon, geschreven door iemand anders.
Wat is een autobiografie?
Een autobiografie is een levensverhaal dat door de persoon zelf is geschreven.
Wat is een ontwikkelingsverhaal?
Verhaal over het volwassen worden van een jonge hoofdpersoon.
Hoe vind je het thema van een verhaal?
Deze vind je door zo kort mogelijk te beschrijven waar het verhaal over gaat.
Wat is een motief?
Een motief is een terugkerend element of idee in een verhaal dat bijdraagt aan het thema. Het kan een object, gebeurtenis, of gedachte zijn.
Wat is vertelde tijd?
Vertelde tijd is de hoeveelheid tijd die in het verhaal verstrijkt (bijvoorbeeld een week).
Wat is verteltijd?
De tijd die nodig is om het verhaal te lezen of vertellen (bijvoorbeeld 5 bladzijdes).
Wat is een terugverwijzing?
Bij een terugverwijzing vertelt een hoofdpersoon iets over vroeger. Het verhaalheden wordt niet onderbroken en het verhaal blijft in de chronologische volgorde.
Wat is een proloog?
Een apart hoofdstuk voorafgaand aan het eerste hoofdstuk. Hierin wordt vaak iets verteld over de afloop, maar pas aan het eind van het verhaal begrijp je wat er bedoeld wordt.
Wat is een epiloog?
Een epiloog speelt zich vaak na de gebeurtenissen van het hoofdverhaal af. Het biedt afsluiting, toont de gevolgen van de gebeurtenissen, of geeft een blik op de toekomst van de personages.
Hoe beschrijf je je leeservaring?
Je vertelt wat je vindt van het verhaal door middel van beoordelingswoorden (spannend, herkenbaar, schokkend etc.) en je beargumenteert de beoordelingswoorden.
Hoe herken je een verhaal?
- Er zijn personages met wie je kunt meeleven
- Er is een aanleiding die iets in beweging brengt
- Er is een volgorde van gebeurtenissen, met oorzaak, gevolg, begin en eind.
Wat is een levensecht personage?
Een personage in een verhaal dat tot in de kleinste details wordt beschreven, bij de hoofdpersoon is dat het meest.
Wat is beeldspraak?
Bij beeldspraak bedoel je niet letterlikk wat je zegt, maar figuurlijk.
Wat zijn de 5 soorten beeldspraak?
- vergelijking met als
- vergelijking zonder als
- metafoor
- personificatie
- metonymia
Wat is een vergelijking met als?
Je vergelijkt 2 dingen met elkaar verbonden door het woord “als”. In plaats hiervan zijn ook andere woorden mogelijk: zoals, alsof, net als, net.
“Wat ben je toch een mafkees, zei ik waarop ik, als een punt achter mijn uitspraak mijn deur dichtdeed.”
Wat is een vergelijking zonder als?
Je vergelijkt 2 dingen met elkaar, maar een verbindingswoord ontbreekt.
“Albanen! Ik ken dat soort lui. Het zijn neuzen met idioten eraan vast.”
Wat is een metafoor?
Je noemt iets wat lijkt op datgene wat je eigenlijk bedoelt, maar wat je niet noemt. Er is een overeenkomst tussen de 2.
“Ons voetbalteam had met gps hun doel nog niet kunnen vinden.”
Wat is personificatie?
Voorwerpen of verschijnselen worden voorgesteld als levende personen of krijgen menselijke eigenschappen.
“De trekker van Lars had niet zijn beste dag vandaag.”