Natuurkunde 6.3 Flashcards

1
Q

Hoe bereken je de totale weerstand in een serieschakeling?

A

Rtot = R1 + R2 + R3 + …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een vervangingsweerstand?

A

Een weerstand met de waarde van Rtot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe bereken je de spanning in een serieschakeling?

A

Utot = U1 + U2 + U3 + …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de formules voor R, U en I?

A

R = U : I
I = U : R
U = I x R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is stroomsterkte verdeeld/gelijk in een serieschakeling?

A

Gelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is stroomsterkte verdeeld/gelijk in een parallelschakeling?

A

Verdeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is spanning verdeeld/gelijk in een serieschakeling?

A

Verdeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is stroomsterkte verdeeld/gelijk in een parallelschakeling?

A

Gelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe bereken je de totale weerstand in een parallelschakeling?

A

1/Rtot = 1/R1 + 1/R2 + 1/R3 + …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe bereken je de totale stroomsterkte bij een parallelschakeling?

A

Itot = I1 + I2 + I3 + …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly