Geschiedenis 2.1 Flashcards

1
Q

Wat doet Amerika qua economiehandeling na de 1e Wereldoorlog?

A

Ze gaan terug naar hoe men voor de oorlog: Isolationisme. Dit zorgde ervoor dat de economie in 10 jaar met 40% steeg. Ik ruik winst!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is isolationisme?

A

Amerika bemoeit zich minder tot bijna niet meer met het buitenland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat word er bedoeld met vrije markt?

A

Een economie waarin bedrijven en consumenten zelf bepalen wat er geproduceerd en gekocht wordt, zonder veel overheidsbemoeienis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is oorlogseconomie?

A

Een economie waarin de overheid productie en middelen volledig richt op het ondersteunen van een oorlog, zoals het maken van wapens en het bevoorraden van soldaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom waren de Amerikanen in 1928 optimistisch?

A

Omdat President Hoover zei dat de armoede in de VS binnenkort helemaal zou verdwijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het interbellum?

A

De tijd tussen de wereldoorlogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werden de meeste fabrieksproducten (bijv auto’s) gemaakt in de jaren 1920?

A

Er stonden arbeiders achter een lopende band die dan steeds dezelfde montering moesten herhalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een consumptiemaatschappij?

A

Een samenleving waarom veel consumptiegoederen worden gekocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke moderniseringen waren er kenmerkend op sociaal gebied in de roaring twenties?

A

Meer vrijheid voor vrouwen (kleding, werk, stemrecht) en opkomst van de jongerencultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke moderniseringen waren er kenmerkend op economisch gebied in de roaring twenties?

A

Massaproductie (zoals auto’s van Ford), technologische vooruitgang en groei van consumptiegoederen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke moderniseringen waren er kenmerkend op cultureel gebied in de roaring twenties?

A

Bloei van jazzmuziek, filmindustrie (Hollywood) en modernere kunststijlen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat waren de drie schaduwijzen van de roaring twenties?

A
  • Stedelijke liberalen en conservatieve
    platteland groeien uit elkaar.
  • Conservatieven richten zich tegen de
    toename van drankgebruik - drooglegging
  • Arm en rijk groeien
    verder uit elkaar
  • Racisme (Ku Klux Klan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat waren de drie zwakke plekken die de economische groei van de VS bedreigden?

A
  1. Veel Amerikanen waren te arm om voldoende te consumeren.
  2. Bedrijven produceerden meer goederen dan ze konden verkopen.
  3. Mensen investeerden met geleend geld, wat een instabiele financiële situatie veroorzaakte.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat veroorzaakte zwarte donderdag?

A

Zwarte Donderdag ontstond doordat veel mensen aandelen kochten met geleend geld, wat een zeepbel veroorzaakte. Toen de prijzen daalden, kregen beleggers paniek en probeerden massaal hun aandelen te verkopen, wat de markt volledig deed instorten. (beurskrach)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat was de beurskrach? (24 oktober 1929)

A

Op Wall Street in NY, de belangrijkste beurs destijds, schoten de aandelen ineens omlaag. Dit zorgde voor een economische crisis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat had de economische crisis te betekenen voor de VS?

A

Een tijd van achteruitgang en werkloosheid, zoals nog nooit was voorgekomen.

17
Q

Wat had de economische crisis te betekenen voor de wereld?

A

Overal gingen banken en bedrijven failliet. De wereldhandel verminderde tot een derde van wat het eerder was geweest.

18
Q

Waarom werd de crisis erger?

A

Omdat veel Amerikanen geld hadden geleend om aandelen, auto’s, etc. te kopen. Dit kopen op krediet was normaal geworden, maar toen het crisis werd konden veel mensen de rente niet betalen.

19
Q

Wat zei president Hoover over de economische crisis en wat betekent het?

A

“Prosperity is just around the corner” (De welvaart ligt om de hoek)

Hij geloofde dat de crisis vanzelf voorbij zou gaan. Dit gebeurde niet en zo heeft hij de volgende verkiezingen verloren.

20
Q

Wie werd er in plaats van Hoover gekozen als nieuwe president?

A

Franklin Delano Roosevelt van de Democratische partij.

21
Q

Wat was de “New Deal”?

A

Franklin Delano Roosevelt zijn aanpak om de crisis te bestrijden.

22
Q

Wat hield de “New Deal” in?

A
  • De overheid gign zich intensief met de economie bemoeien en ging daarvoor als nodig meer uitgeven dan wat ze binnenkregen.
  • Miljoenen mensen werden aan het werk gezet met openbare werken. (Wegen, overheidsgebouwen, stuwdammen, parken etc.)
23
Q

Wat kregen boeren die hun productie beperkten?

A
  • Subsidie. (Financiele steun van de overheid)
  • Ook kocht de overheid hun producten in voor hoger dan de marktprijs.
24
Q

Waarom ging de overheid toezicht houden op banken na de “New Deal”?

A

Zodat de mensen hun vertrouwen in de banken terugkregen.