Natuurkunde 6.2 Flashcards

1
Q

Wat is de weerstand?

A

Weerstand is de mate van tegenstand die stroom ondervindt in een stroomkring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de weerstand in formulevorm?

A

De weerstand is gelijk aan de spanning (U) in Volt (V) gedeeld door stroomsterkte (I) in Ampére (A).

R = U : I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een (I,U) diagram?

A

Een diagram wat op de X-as de spanning weergeeft en op de Y-as de stroomsterkte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het metaal constataan?

A

Een legering van koper, nikkel en mangaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de wet van Ohm?

A

De spanning en de stroomsterkte zijn recht evenredig.

Echter klopt deze niet altijd - maar je kunt met de formule altijd de weerstand berekenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Van welke factoren kan een weerstand afhangen?

A
  • De temperatuur van de draad
  • De lengte van de draad (l)
  • De doorsnede van de draad (A)
  • Het materiaal van de draad, dus de soortelijke weerstand (ρ)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe noteer je de soortelijke weerstand (ρ)?

A

(Ω ⋅ mm²/m)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe bereken je de weerstand van een draad in formulevorm?

A

R = ρ ⋅ l : a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe vind je dus de weerstand R in Ω op een draad?

A

Als je ρ invult in Ω ⋅ mm²/m), l in m en A in mm²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn componenten?

A

Onderdelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de NTC, PTC en LDR?

A

Voorbeelden van componenten met een veranderlijke weerstand die in schakelingen worden gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de NTC en PTC specifiek?

A

Weerstanden die gevoelig zijn voor veranderingen in temperatuur. Als de temp van een NTC stijgt, daalt zijn weerstand. Bij een PTC stijgt de weerstand juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een LDR?

A

Een LDR is gevoelig voor veranderingen in de hoeveelheid licht. Als er meer licht op een LDR valt, daalt zijn weerstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de variabele weerstand.

A

Die bestaat uit een lange opgerolde draad. De stroom loopt maar door een deel van de draad.

De waarde van die lengte waar de stroom doorheen loopt kun je veranderen, en zo ook de weerstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly