Economie H4 Flashcards

1
Q

Wanneer ben je in loondienst?

A

Als je in dienst voor iemand anders werkt en daarvoor loon of salaris ontvangt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een werkgever?

A

Degene voor wie je werkt als je in loondienst bent. Jij bent dan een werknemer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de omzet?

A

Het bedrag in geld dat de verkoper ontvangt van de kopers. Dit bereken je als verkoopprijs x afzet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de verkoopprijs?

A

De prijs waarvoor je iets verkoopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de afzet?

A

De verkochte hoeveelheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe bereken je de brutowinst?

A

De omzet - inkoopwaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn bedrijfskosten?

A

Kosten die nodig zijn om je bedrijf uit te oefenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de nettowinst?

A

Het geld wat overblijft als je de bedrijfskosten van de brutowinst hebt afgetrokken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er als de bedrijfkosten groter zijn dan de brutowinst?

A

Dan maak je nettoverlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat schrijf je in een ondernemingsplan?

A

Een startend ondernemer beschrijft hier in detail wat zijn of haar ideeën en plannen zijn voor de onderneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de brutowinstmarge?

A

De brutowinst in procenten van de omzet.
(Brutowinst ÷ Omzet) ×100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de nettowinstmarge?

A

De nettowinst in procenten van de omzet.
(Nettowinst ÷ Omzet) × 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat staat er in een marketingplan?

A

Daarin staat hoe je jouw producten en diensten onder de aandacht van potentiële klanten brengt en hoe je dan op de markt inspeelt om de doelen van de onderneming te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet een ondernemer in een SWOT-analyse?

A

Die geeft inzicht in de sterke en zwakke punten van zijn of haar bedrijf en welke kansen en bedreigingen er zijn in de markt waar het bedrijf op inspeelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe worden de vier P’s genoemd die de marketingstrategie vormgeven?

A

De marketingmix.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar staan de 4 P’s voor?

A
  • product
  • prijs
  • plaats
  • promotie
16
Q

Wat houdt de P van product in?

A

Hierbij gaat het om de kenmerken van het product, dus bijvoorbeeld uiterlijk, technische eigenschappen, betrouwbaarheid en zelfs het merk, de service en de verpakking horen erbij.

17
Q

Wat houdt de P van prijs in?

A

Je moet een goede en eerlijke prijs vaststellen. “Als jouw prijs hoger is dan die van de concurrent, dan prijs je jezelf uit de markt.”

18
Q

Wat houdt de P van plaats in?

A

Waar kunnen klanten het product kopen en hoe komt het product op deze plaats terecht?

19
Q

Wat houdt de P van promotie in?

A

Hoe horen potentiële klanten over jouw product? Reclame is hierbij een belangrijk middel.

20
Q

Wat is massamedia?

A

De media waarmee een groot aantal mensen kan worden bereikt. (televisie, internet, kranten etc.)

21
Q

Wat is direct marketing?

A

Bij direct marketing richt het bedrijf zich direct tot de klant door bijvoorbeeld een folder of mail te sturen.