Economie H4 Flashcards
Wanneer ben je in loondienst?
Als je in dienst voor iemand anders werkt en daarvoor loon of salaris ontvangt.
Wat is een werkgever?
Degene voor wie je werkt als je in loondienst bent. Jij bent dan een werknemer.
Wat is de omzet?
Het bedrag in geld dat de verkoper ontvangt van de kopers. Dit bereken je als verkoopprijs x afzet.
Wat is de verkoopprijs?
De prijs waarvoor je iets verkoopt.
Wat is de afzet?
De verkochte hoeveelheid.
Hoe bereken je de brutowinst?
De omzet - inkoopwaarde
Wat zijn bedrijfskosten?
Kosten die nodig zijn om je bedrijf uit te oefenen.
Wat is de nettowinst?
Het geld wat overblijft als je de bedrijfskosten van de brutowinst hebt afgetrokken.
Wat gebeurt er als de bedrijfkosten groter zijn dan de brutowinst?
Dan maak je nettoverlies.
Wat schrijf je in een ondernemingsplan?
Een startend ondernemer beschrijft hier in detail wat zijn of haar ideeën en plannen zijn voor de onderneming.
Wat is de brutowinstmarge?
De brutowinst in procenten van de omzet.
(Brutowinst ÷ Omzet) ×100%
Wat is de nettowinstmarge?
De nettowinst in procenten van de omzet.
(Nettowinst ÷ Omzet) × 100%
Wat staat er in een marketingplan?
Daarin staat hoe je jouw producten en diensten onder de aandacht van potentiële klanten brengt en hoe je dan op de markt inspeelt om de doelen van de onderneming te bereiken.
Wat doet een ondernemer in een SWOT-analyse?
Die geeft inzicht in de sterke en zwakke punten van zijn of haar bedrijf en welke kansen en bedreigingen er zijn in de markt waar het bedrijf op inspeelt.
Hoe worden de vier P’s genoemd die de marketingstrategie vormgeven?
De marketingmix.