Nadere normstelling, consistentie en beleid Flashcards
Waaruit vloeien de eisen van stelselmatigheid en consistentie voort en wat veronderstellen deze?
- Gelijkheidsbeginsel
- Bewust richting geven
- Algemene gedragslijn
- Algemene beslissingscriteria
Het vloeit voort uit het gelijkheidsbeginsel.
Het veronderstelt dat het bestuur bewust richting geeft en een algemene gedragslijn volgt t.a.v. het handelen in vergelijkbare gevallen.
Op grond daarvan moeten algemene beslissingscriteria worden ontwikkeld, die kunnen vastgelegd worden in wettelijke regels en niet-wettelijke regels. Er zijn daarom verschillende manieren van normstelling bedacht.
Welke manieren van normstelling zijn er allemaal?
- Beleidsregel
(overige vormen van beleid): - Instructie
- Vaste gedragslijn
- Richtlijn
- Algemeen verbindend voorschrift (AVV)
Wat is de definitie van ‘beleidsregel’, welke bestuursorganen zijn bevoegd deze te maken en wie zijn eraan gebonden?
Definitie: art. 1:3 lid 4 Awb
Bevoegd tot het vaststellen van beleidsregels: Bestuursorganen (art. 4:81 Awb)
lid 1: geattributeerde, delegantaris (delegans: art. 10:16 Awb, mandataris: mits apart mandaat.
Wettelijk voorschrift art. 4:81 lid 2 Awb
Gebonden aan beleidsregels: In beginsel bestuursorganen (art. 4:84 Awb). Tenzij: bijzondere omstandigheden, onevenredig benadeeld
- schriftelijk
- Grondslag, art. 4:81 Awb
= besluit
Wat is de definitie van ‘instructie’, welke bestuursorganen zijn bevoegd deze te maken en wie zijn eraan gebonden?
Definitie: een aanwijzing voor of informatie over hoe iets moet worden gedaan.
Bevoegd: Instructies kunnen worden gegeven aan ondergeschikten (art. 10:22 Awb) en gemandateerden (art. 10:6 Awb). Instructies aan gedelegeerden is NIET mogelijk, art. 10:16 Awb)
Art. 10:22 Awb - attributie aan ondergeschikte
Art. 10:6 Awb - mandaatgever
Gebondenheid: Degene tot wie de instructie is gericht (instructie heeft interne werking)
Bestuursorganen zijn gebonden aan een vaste gedragslijn o.g.v. het gelijkheidsbeginsel (gelijke gevallen, gelijk behandelen)
- Onderscheid:
1) Redelijke rechtvaardigingsgrond
2) Objectieve rechtvaardigingsgrond
Wat is de definitie van ‘vaste gedragslijn’, welke bestuursorganen zijn bevoegd deze te maken en wie zijn eraan gebonden?
Een vaste gedragslijn is een (ongeschreven) lijn van vast gedrag die door het bestuursorgaan wordt gevolgd.
Bevoegdheid: de vaste gedragslijn komt impliciet voort uit de eigen bevoegdheid van het bestuursorgaan.
Gebondenheid: Bestuursorganen zijn gebonden aan een vaste gedragslijn o.g.v. het gelijkheidsbeginsel (gelijke gevallen, gelijk behandelen)
- Onderscheid:
1) Redelijke rechtvaardigingsgrond
2) Objectieve rechtvaardigingsgrond
- Ongeschreven
- Grondslag impliciet uit eigen bevoegdheid
- Gebonden o.g.v. rechtsgelijkheid/rechtszekerheid
Wat is de definitie van ‘richtlijn’, welke bestuursorganen zijn bevoegd deze te maken en wie zijn eraan gebonden?
- Bevoegdheid; n.v.t. (geen wettelijke grondslag vereist)
- Gebonden aan zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel
Een richtlijn bevat algemene regels die niet tot art. 4:81 Awb te herleiden zijn, maar wel gebruikt worden voor de normering van bestuurshandelen.
Bevoegdheid: Het maken van een richtlijn berust op geen enkele bevoegdheid. Bestuursorgaan maakt beleid voor ander bestuursorgaan
(ongevraagde advisering).
Er is geen wettelijke grondslag vereist.
Richtlijnen zijn geen eigen beleid en hebben daarom geen bindende werking op grond van het materiële rechtsbeginselen. Ze kunnen wel bindende werking hebben op grond van deze formele rechtsbeginselen:
- Zorgvuldigheidsbeginsel (art. 3:2 Awb)
- Motiveringsbeginsel (art. 3:46 Awb)
- schriftelijk
Wat is de definitie van ‘algemeen verbindend voorschrift (AVV) ‘, welke bestuursorganen zijn bevoegd deze te maken en wie zijn eraan gebonden?
- Bevoegd: wetgevende bevoegdheid (wettelijk voorschrift vereist)
- Gebonden: bestuursorganen en burgers
Een AVV is een naar buiten werkende algemene regel.
Bevoegdheid: AVV’s worden gemaakt o.g.v. een wetgevende bevoegdheid, hier is wettelijk voorschrift vereist.
Gebonden: AVV is bindend voor bestuursorganen en burgers.
Wat betekent de inherente afwijkingsbevoegdheid?
Bij het hanteren van beleidsregels waarin een vaste gedragslijn is neergelegd, is het bestuursorgaan bevoegd en verplicht in concrete bijzondere gevallen af te wijken van deze criteria, art. 4:84 Awb. Indien zij niet afwijkt, wordt er gesproken van ondeugdelijke besluitvorming.
Twee voorwaarden:
1) Bijzondere omstandigheden
2) Onevenredige gevolgen
Zie arrest: Inherente afwijkingsbevoegdheid
Arrest: Inherente afwijkingsbevoegdheid
- Art. 4:84 BW
“Alle omstandigheden van het geval betrekken.”
= (verdisconteerde) + (niet- verdisconteerde omstandigheden)
Verdisconteerde omstandigheden: omstandigheden die in beleidsregels zijn opgenomen, die de beleidsregel al noemt en hoe gehandeld moet worden.
Niet-verdisconteerde omstandigheden: omstandigheden die niet in beleidsregels zijn opgenomen
Let op! Inherente afwijkingsbevoegdheid geldt alleen bij het [afwegen van belangen] en niet bij vaststelling van feiten of uitleg van wetgevende voorschriften.
Buitenwettelijk begunstigend beleid
“Beleid in strijd met de wet is mogelijk”
Stap 1) kwalificeer of er sprake is van beleid/ welke vorm:
1. Beleidsregel of;
2. Instructie
Stap 2) voorwaarden afgaan
1. Financiële beschikkingen
2. Geen derde- belanghebbende
3. Begunstigend (= gaat verder dan de andere wet)
! beleidsregel kan middels conversie schriftelijk buitenwettelijk begunstigend beleid
worden !
Intrekken of wijzigen van besluiten
1) Welke overwegingen liggen aan intrekking ten grondslag?
- Herstel- of bestraffende sanctie?
2) In hoeverre wettelijke grondslag vereist?
- Specifieke bevoegdheid o.g.v. legaliteitsbeginsel
3) Consequenties intrekking?
- Terugwerkende kracht
4) Welke normen?
- Rechtszekerheid + vertrouwensregel
Stappenplan: Mag een beschikking worden ingetrokken door het bestuursorgaan?
- Is er een wettelijke grondslag?
Ja > zie betreffende bepaling voor reikwijdte
Nee > kijk naar ‘aard van de bevoegdheid’
- Sanctie? Intrekking NIET toegestaan
- Gebonden bevoegdheid? Intrekking louter toegestaan bij kenbare fout
- Discretionaire bevoegdheid? Geïmpliceerde intrekkingsbevoegdheid. Intrekking mogelijk op basis van gronden waarop beschikking had kunnen worden geweigerd. Intrekking ook mogelijk bij kenbare fout.
Ne bis in idem
- Art. 4:6
- Herhaalde aanvraag of verzoek
Lid 1: Nieuw gebleken feiten over Veranderde omstandigheden?
Ja?
- Sprake van nova
- Aanvraag inhoudelijk behandelen door bestuursorgaan + heroverweging
Nee?
- Ontbreken nova
- Twee keuzes voor bestuursorgaan:
1) Aanvraag inhoudelijk behandelen (rechter toetst dit besluit als het ware eerste besluit)
2) Vereenvoudigde afdoening (verwijzen naar eerder rechtens onaantastbare besluit, art. 4:6 lid 2 Awb)
Zie arrest Ne bis in idem
Arrest Ne bis in idem
- “Bo mag herhaalde aanvraag altijd behandelen ongeacht nova of niet
- “Vereenvoudigde afdoening alleen mogelijk zonder nova”
- “Volle toetsing rechter”
Overgansrecht
- Art. 167 Ar
- Art. 169 Ar
- Art. 174 Ar