Bestuursbevoegdheid en beginselen (abbb's) Flashcards

1
Q

Wat houdt ‘attributie’ in?

A

Attributie > nieuwe bevoegdheid

  • Toekennen nieuwe, oorspronkelijke bestuursbevoegdheid
  • Basis in wettelijk voorschrift
  • Bestuursorganen met/zonder verantwoordingsplicht & ambtenaren
  • Levert eigen bevoegdheid (naam/verantwoordelijkheid) op.

Attributie is het toekennen van een nieuwe, oorspronkelijke, ‘originaire’ bevoegdheid.

Voor attributie moet een basis in een wettelijk voorschrift te vinden zijn.

Attributie is mogelijk aan:
- Bestuursorganen met verantwoordingsplicht
- Bestuursorganen zonder verantwoordingsplicht (zelfstandige bestuursorganen)
- Ambtenaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt ‘delegatie’ in?

A

Delegatie > overdragen bevoegdheid

  • Overdragen (bestaande) bestuursbevoegdheid
  • Voor bevoegdheid wettelijk voorschrift vereist (10:15 Awb)
  • Delegatiebesluit
  • Geen delegatie aan ondergeschikten mogelijk
  • Levert eigen bevoegdheid (naam/verantwoordelijkheid) op.

Delegatie is het overdragen van een al bestaande bevoegdheid door een bestuursorgaan (delegans) aan een ander (delegataris), art. 10:13 Awb). Dat bestuursorgaan zal de bevoegdheid op eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid uitoefenen.

Voor de bevoegdheid tot delegatie is op grond van art. 10:15 Awb een wettelijk voorschrift vereist. Indien een bestuursorgaan gebruik maakt van de mogelijkheid tot delegatie, moet dit altijd worden vastgelegd in een delegatiebesluit.

Art. 10:14 Awb: delegatie aan ondergeschikten is niet mogelijk. Dat is het geval als tussen de delegans en de delegataris een hiërarchische verhouding bestaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt ‘mandaat’ in?

A

Mandaat > ‘namens bestuursorgaan’

  • Bestuursorgaan oefent op naam en juridische verantwoordelijkheid ander bestuursorgaan bestaande bestuursbevoegdheid uit.
  • Geen wettelijk grondslag vereist, TENZIJ….
  • Ondergeschikten & niet-ondergeschikten, MITS…
  • Levert GEEN eigen bevoegdheid op, maar machtiging.

Bij mandaat wordt een bestuursorgaan (de gemandateerde) gemachtigd om een al bestaande bevoegdheid op naam en onder juridische verantwoordelijkheid van een ander bestuursorgaan (de mandaatgever) uit te oefenen (art. 10:1 Awb). Er is sprake van machtiging om namens bestuursorgaan een bevoegdheid uit te oefenen.

Art. 10:3 lid 1 Awb: voor mandatering is geen wettelijk grondslag vereist, tenzij:
- Het wettelijk voorschrift een verbod tot mandatering bevat
- De aard van de bevoegdheid zich tegen mandatering verzet

Mandatering mogelijk aan:
- Ondergeschikten
- Niet-ondergeschikten, mits de niet-ondergeschikte zijn instemming verleent (art. 10:4 Awb)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvoor dienen abbb’s en welke zijn er?

A

= Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
1. Legaliteitsbeginsel
2. Specialiteitsbeginsel
3. Formele rechtszekerheidsbeginsel
4. Materiële rechtszekerheidsbeginsel
5. Gelijkheidsbeginsel
6. Evenredigheidsbeginsel
7. Vertrouwensbeginsel

Om de rechtstaat goed te laten functioneren, moeten bestuursorganen een aantal fundamentele rechtsbeginselen en uitgangspunten in acht nemen. Als een bestuursorgaan zich niet houdt aan deze ‘regels’, kunnen burgers en bedrijven daar bezwaar tegen maken door aan te tonen dat het bestuursorgaan zich niet aan de beginselen houdt. De rechter toetst dan aan de abbb’s of het bestuursorgaan juist of onjuist heeft gehandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen formele rechtsbeginselen en materiële rechtsbeginselen?

A

Formeel: bevoegdheid overheidsorgaan
Materieel: inhoud besluiten

Formele beginselen hebben betrekking op de bevoegdheden van overheidsorganen, zoals de gemeente om besluiten te hebben.
- Legaliteitsbeginsel
- Zorgvuldigheidsbeginsel
- Motiveringsbeginsel
- Rechtszekersheidsbeginsel

Materiële beginselen gaan over de inhoud van besluiten zoals onder meer het vertrouwensbeginsel en gelijkheidsbeginsel.
O.a. gelijkheidsbeginsel en vertrouwensbeginsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welke vormen kan het handelen van een bestuursorgaan worden onderscheiden?

A
  • Positief overheidsoptreden
  • Negatief overheidsoptreden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt ‘negatief overheidsoptreden’ in?

A

= belastend/beperkend
- Geboden en verboden

Al het handelen van een bestuursorgaan waarbij (eenzijdige) belangen van de burger kunnen worden geschaad en waarbij er dus wordt ingegrepen in de vrijheden en eigendommen van burgers.
Hier moet áltijd een wettelijke grondslag voor zijn (legaliteitsbeginsel).

Let op: verlenen van ontheffingen en vergunningen is ook negatief, omdat verlening enkel kan ontstaan als eerst een verbod is ingesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt ‘positief overheidsoptreden’ in?

A

= presterend

Al het handelen van een bestuursorgaan waarbij wordt gepresteerd/cadeautjes worden uitgedeeld. Voor positief overheidsoptreden is vaak ook een wettelijke grondslag nodig, omdat het meestal ingrijpend is (legaliteitsbeginsel)

Let op: verlenen van subsidie/uitkering (wat slechts mag bij wettelijk grondslag), maar ook het intrekken is positief overheidsoptreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt het legaliteitsbeginsel in?

A

In hoeverre is voor de uitoefening van een bestuursbevoegdheid een wettelijke grondslag vereist?

In beginsel dient negatief overheidsoptreden te berusten op een wettelijke grondslag.

Bij positief overheidsoptreden is vaak ook een wettelijke grondslag nodig, maar dit is niet altijd. Enkel bij ingrijpend optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt het ‘specialiteitsbeginsel’ in?

A
  • Belangenbehartiging / belangenafweging bij bestuursbesluit o.b.v. grondslag vanuit wet/regeling
  • Geen zaken buiten bevoegdheid
  • Bestuursorgaan heeft geen eigen belang
  • Detournement de pouvoir

Art. 3:4 lid 1 Awb: Bij dit beginsel mag een bestuursorgaan enkel de belangen behartigen waarvoor de betrokken wet of regeling een grondslag biedt. Het komt er dus op neer dat de overheid geen zaken mag regelen die buiten haar bevoegdheid liggen of waarbij sprake is van willekeur. Het specialiteitsbeginsel heeft invloed op de inhoud van een bestuursbesluit.

Art. 1:2 lid 2 Awb: Het bestuursorgaan heeft geen ‘eigen belang’ en mag alleen belangen behartigen die hem zijn toevertrouwd.

Art. 3:3 Awb: Het bestuursorgaan mag de bevoegdheid tot het nemen van een besluit niet voor een ander doel gebruiken dan die waarvoor de bevoegdheid is verleend (détournement de pouvoir)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt ‘détournement de pouvoir’ in?

A

Het bestuursorgaan mag de bevoegdheid tot het nemen van een besluit niet voor een ander doel gebruiken dan die waarvoor de bevoegdheid is verleend, art. 3:3 Awb.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het ‘formele rechtszekerheidsbeginsel’ in?

A
  • Duidelijke begrenzing bestuursbevoegdheid
  • Ondubbelzinnige bepalingen

Burgers moeten beschermd worden tegen overheidswillekeur. Er moet daarom een duidelijke begrenzing zijn van bestuursbevoegdheid. Tevens moeten bepalingen ondubbelzinnig worden geformuleerd, om zo de rechtspositie van burgers te beschermen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt het ‘materiële rechtszekerheidsbeginsel’ in?

A
  • Geldende recht moet worden toegepast
  • Besluiten mogen niet met terugwerkende kracht aan burgers worden tegengeworpen

Burgers moeten beschermd worden tegen overheidswillekeur.
Het geldende recht moet daarom daadwerkelijk worden toegepast (zie vertrouwensbeginsel). Tevens mogen besluiten niet met terugwerkende kracht aan burgers worden tegengeworpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt het ‘gelijkheidsbeginsel’ in?

A
  • Art. 1 Grondwet
  • Gelijke behandeling
  • Algemene beslissingscriteria
  • Eis van stelselmatigheid

Het gelijkheidsbeginsel vloeit voor uit art. 1 van de Grondwet. In het kader van dezelfde bevoegdheid van één en hetzelfde bestuursorgaan moeten gelijke gevallen gelijk behandeld worden. Daarom moeten er algemene beslissingscriteria tot stand komen. Er is dus een eis van stelselmatigheid: consequente en consistente toepassing van (beleids)regels.

Handelen van zelfde bestuursorgaan
- Daadwerkelijke gelijke gevallen = zeldzaam
- Juridische kader kan wijzigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt het ‘eventredigheidsbeginsel’ in?

A
  • Gevolgen besluit mogen niet onevenredig zijn

Art. 3:4 lid 2 Awb: “De voor één of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit moeten niet onevenredigheid zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doel.”

Arrest: Woningsluiting Harderwijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Arrest: Woningsluiting Harderwijk

A

Evenredigheidsbeginsel

3 staps toets:
Driestaptoets:

1) Geschiktheid
-Effectiviteit
-Coherentie

2) Noodzakelijkheid

3) Evenwichtigheid
-Niet onredelijk bezwarend voor betrokkene(n)?

Oriëntatiepunten
-Aard + gewicht betrokken belangen
-Ingrijpendheid besluit/ mate aantasting fundamentele belangen

17
Q

Wat houdt het ‘vertrouwensbeginsel’ in?

A
  • Wanneer er een verwachting wordt geschept, moet dit worden gehonoreerd
  • Let op! Afhankelijk van of dat er daadwerkelijk is en er moet alsnog wel een belangenafweging plaatsvinden.

Gerechtvaardigd vertrouwen moet zo mogelijk - afhankelijk van een belangenafweging - worden gehonoreerd. Het beginsel is een verschijningsvorm van het materiële rechtszekerheidsbeginsel. Een absolute verplichting bestaat echter niet. Zwaarwegende belangen kunnen namelijk wel het gewekte vertrouwen opzij zetten. Het bestuursorgaan kan eventueel ook het nadeel compenseren.

Arrest: Amsterdams Dakopbouw
“Aan de hand van 3 vragen kan worden beoordeeld of er sprake is van schending van het vertrouwensbeginsel”

18
Q

Welke drie stappen moeten doorlopen worden bij het vertrouwensbeginsel?

A

1) Toezegging - Juridische kwalificatie van de uitlating en/of gedraging door een ambtenaar waarop de betrokkene zich beroept. Kan die uitlating en/of gedraging worden gekwalificeerd als een toezegging?
a. Doorgaans is de gedraging en/of uitlating van de ambtenaar leidend, maar dit kan ook door anderen zoals een wethouder of derden die worden ingeschakeld door het bestuursorgaan.
b. Hierbij ligt de nadruk meer op hoe een uitlating bij een redelijk denkend burger overkomt.

2) Aan het bestuursorgaan toerekenbaar? – Hierbij is van belang of die toezegging aan het bevoegde bestuursorgaan kan worden toegerekend.
a. Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is vereist dat er door het bestuursorgaan toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend.

Indien voldaan aan de eerste en tweede stap > stap 3

3) Belangenafweging – Wat is de betekenis van het gewekte vertrouwen bij de uitoefening van de betreffende bevoegdheid. Zwaarder wegende belangen kunnen aan het honoreren van de verwachtingen in de weg kunnen staan. De belangen zijn:
a. In strijd met de wet
b. Algemeen belang
c. Belangen derden

Bijv. het in woningen plaatsen van vluchtelingen

19
Q

Conta legem-werking abbb

A

“Wat gaat voor: wet of rechtsbeginsel?”

Hangt af van..
› Aard van te nemen beslissing
› Gewicht algemeen belang
› Gewicht belang betrokken burger
› Gewicht belang mogelijke belangen derde

20
Q

Schaarse vergunningen

A

De som van de omvang van de aanvragen overtreft het aantal beschikbare publieke rechten

Plafond: vooraf bekend wat aantal vergunningen wordt
Criteria: vooraf bekend waar burgers aan moeten voldoen

Verdelingsprocedure:
1) Verdeling op volgorde van binnenkomst
2) Loting
3) Vergelijkende beoordeling

Let op: Geen schaarse vergunningen voor onbepaalde tijd !

Toepassing: Bo moet de verdelingscriteria voor schaarse vergunning gelijktijdig toepassen op alle aanvragen en mag niet meer wisselen van verdelingsprocedure/criteria.

21
Q

Passende mate van openbaarheid

A

BO moet tijdig informeren over de beschikbaarheid van het recht, de verdelingsprocedure, het aanvraagtijdvak en de toe te passen criteria.

22
Q

Zorgvuldigheidsbeginsel

A
  • Art. 3:2 Awb
    “Bij de voorbereiding van een besluit vergaart het bestuursorgaan de nodige kennis
    omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen”
23
Q

Twee varianten onderzoek

A

1) Onderzoekslast bij bestuursorgaan
- BO: onderzoekt feiten
- Burger: medewerkingsplicht

2) Onderzoekslast bij burger
- BO heeft ‘formele onderzoekslast’
- BO beoordeelt aangeleverde gegevens

24
Q

Onvolledige aanvraag

A
  • Art. 4:5 lid 1 sub: bestuursorgaan kan aanvraag buiten behandeling laten
    wanneer:

a) Niet is voldaan aan wettelijk voorschrift
b) De aanvraag is geweigerd op grond van art. 2:15 Awb
c) Onvoldoende gegevens

“Buiten behandeling laten” = een besluit

25
Q

Opschorttermijnen aanvraag

A

BO geeft redelijke opschorttermijn, drie mogelijkheden:
1) Aanvrager herstelt binnen termijn
2) Aanvrager levert, maar onvoldoende
3) Aanvrager laat termijn verstrijken

26
Q

Motivering

A

Art. 3:46 Awb
 Correcte interpretatie (wett) voorschrift
 Kloppen de feiten?
 Conclusie

27
Q

Bekendmaking

A
  • Art. 3:47 Awb: deugdelijke bekendmaking
     Lid 1: vermelding
     Lid 2: wett. Voorschrift
     Indien spoed
  • Art. 3:48 Awb: uitzondering
     Lid 1: geen behoefte redelijkerwijs
     Lid 2: binnen redelijke termijn verzoeken om motiveren = zsm geven
28
Q

Advisering

A

Afd. 3.3: adviseur op grond van wettelijk voorschrift

Zorgvuldigheidseisen:
 Objectieve onderzoeksmethode
 Schriftelijk en met voldoende diepgang
 Deskundigheid deskundige? Onafhankelijkheid?

Overnemen advies?  art. 3:9 Awb: Vergewisplicht = controleren van advies
› Art. 3:49 Awb: bij motivering verwijzen naar een advies

Afwijken advies?  art. 3:50 Awb: Motivering!

29
Q

Horen belanghebbende

A

Zie plaatje

  • Art. 4:7 Awb: Bo moet horen als het gebruik wil maken van gegevens van
    aanvrager die afwijken
  • Art. 4:8 Awb: Bo moet horen als het gebruik wil maken van andere gegevens

Uitzonderingen:
- Art 4:11 Awb spoed
- Art. 4:12 Awb financiele beschikking