Multifactoriële erfelijkheid Flashcards
Complexe kenmerken en aandoeningen
Meer dan 1 gen of een combinatie van een of meer genen en omgevingsfactoren liggen aan de basis van een complexe aandoening
Polygenetische
verschillende genloci onderling
Multifactorieel
genen met toevoeging van omgevingsinvloed
Multifactoriële kenmerken
Bloedruk, lengte, intelligentie, huidskleur
Multifactoriële aandoeningen
Aanwezig geboorte: Hartafwijkingen, lipspleet, spina bifida
later in leven: astma, suikerziekte, kanker, hypertensie, psychiatrische aandoeningen
Drempelplygenie
Discontinue variabelen: JA/NEE
Single-Nucleotide polymorfisme (SNP)
Deze SNP komen voor binnen de coderende sequenties van genen, en hebben soms een positieve of negatieve invloed op de werking van het overeenkomstige eiwit
Quantitative trait locus
Gen betrokken bij een complexe aandoening
in een poly-gen model hebben ze elk een relatief klein effect.
Dier modellen
Zowel genetische manipulatie van het proefdier als manipulatie van de omgeving
Huidskleur
SLC24A5 explains 25%-38% of the european- affrican differenter in skin melanine index
Whole genome Association studies
Zoeken van QTLs geassocieerd aan het fenotype
Whole genome association studies
ondervragen van duizenden tot miljoenen variabele punten in ons genoom: SNP
Grote groep van personen: Aandoening vs controles
Technologie is beschikbaar: SNP arrays
Affymetrix
illumina
Gekende QTL bij multifactoriële aandoeningen
Neurale buis defecten
Foliumzuur metabolisme
Ernst covid infectie
Foliumzuur metabolisme
MTHFR (Metyleen tetradydrofoliumzuur reductase) = enzym 2 allelen c-allel: normale activiteit T-allel: verminderde activiteti 3 mogelijke genotypes cc ct tt= verlaagde concentraties foliumzuur verhoogde concentraties homocysteïne
neanderthaler genoom
20% van het neanderthaler genoom