Multifactoriële erfelijkheid Flashcards

1
Q

Complexe kenmerken en aandoeningen

A

Meer dan 1 gen of een combinatie van een of meer genen en omgevingsfactoren liggen aan de basis van een complexe aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Polygenetische

A

verschillende genloci onderling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Multifactorieel

A

genen met toevoeging van omgevingsinvloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Multifactoriële kenmerken

A

Bloedruk, lengte, intelligentie, huidskleur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Multifactoriële aandoeningen

A

Aanwezig geboorte: Hartafwijkingen, lipspleet, spina bifida

later in leven: astma, suikerziekte, kanker, hypertensie, psychiatrische aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Drempelplygenie

A

Discontinue variabelen: JA/NEE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Single-Nucleotide polymorfisme (SNP)

A

Deze SNP komen voor binnen de coderende sequenties van genen, en hebben soms een positieve of negatieve invloed op de werking van het overeenkomstige eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Quantitative trait locus

A

Gen betrokken bij een complexe aandoening

in een poly-gen model hebben ze elk een relatief klein effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dier modellen

A

Zowel genetische manipulatie van het proefdier als manipulatie van de omgeving
Huidskleur
SLC24A5 explains 25%-38% of the european- affrican differenter in skin melanine index

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Whole genome Association studies

A

Zoeken van QTLs geassocieerd aan het fenotype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Whole genome association studies

A

ondervragen van duizenden tot miljoenen variabele punten in ons genoom: SNP
Grote groep van personen: Aandoening vs controles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Technologie is beschikbaar: SNP arrays

A

Affymetrix

illumina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gekende QTL bij multifactoriële aandoeningen

A

Neurale buis defecten
Foliumzuur metabolisme
Ernst covid infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Foliumzuur metabolisme

A
MTHFR (Metyleen tetradydrofoliumzuur reductase) = enzym
2 allelen
c-allel: normale activiteit
T-allel: verminderde activiteti
3 mogelijke genotypes
cc
ct
tt= verlaagde concentraties foliumzuur verhoogde concentraties homocysteïne
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

neanderthaler genoom

A

20% van het neanderthaler genoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Darwiniaanse evolutie

A
1. mutatie
Europese homo sapiens verwerft nieuwe genetische varianten van de neanderthaler
2. selectie
shortcut in de evolutie
voordelige neanderthaler genen werden weerhouden
- bloedstolling
- kerantine
- immuniteit
17
Q

Functioneel Polymorfisme

A

Gewijzigde gen functie maar fenotypisch effect afhankelijk van bijkomende genetische en omgevingsfactoren.

18
Q

Mutatie

A

Sikkel cel anemie
ziekte van Huntington
achondroplasie

19
Q

Polymorfisme

A

silent substitues

meeste CA-repeats