Mendeliaanse overerving Flashcards
Mendeliaanse erfelijkheid
Monogeen - autosomaal dominant - autosomaal recessief - X-gebonden Polygeen/multifactorieel
Niet-Mendeliaanse erfelijkheid
- Mosaicisme
- Genomische imprinting & epigenetische erfelijkheid
- Uniparentele disomie
- Mitochondriële erfelijkheid
- Onstabiele trinucleotide repeats
Homozygoot
2 allelen hetzelfde
Dominant
Heterozygoot
2 allelen verschillend
Recessief
Hemizygoot
Slechts 1 allel
Co-dominant
Autosomaal recessief
aangetast kind = homozygoot = ziek
Autosomaal dominant
50 procent opeenvolgende generaties
een allel dan al ziek
De novo mutatie
ineens een variant die autosomaal is
Kiembaanmozaicsme of gonadaal mozaicisme
Normale ouders probleem in de pre sperma cell
Homozygoot voor dominante mutatie
vaak lethaal of heel ernstig
mortaliteit mannen en vrouwen
op elk ogenblik van het leven mortaliteit bij man is groter dan bij vrouw
X-inactivatie
inactivatie x1
inactivatie x2
Random inactivatie
Skewing
> 90 % van de cellen houdt dezelfde X actief