MT Flashcards

1
Q

Wanneer is de convergentiereflex intact?

A

Beide pupillen contraheren zodra de ogen moeten scherpstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de volgorde van de lymfklieren i/d hals?

A

submentaal
submandibulair
pre-auriculair
cervicaal vóór m. sternocleidomastoideus (superieur cervicaal?)
supraclaviculair
infraclaviculair
cervicaal achter m. sternocleidomastoideus
retro-auriculair
occipitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Volgorde inspectie etc.

A

Inspectie, palpatie, auscultatie, percussie
Behalve bij abdomen: inspectie, auscultatie, percussie, palpatie (van minst invasief naar meest)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is de ictus cordis verbreed?

A

Als die over meer dan 1 ICR palpabel is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hartonderzoek in grote lijnen

A

Inspectie: halsvenen, precordiale pulsaties, thoracale littekens, oedemen, symmetrische thorax (voeteneind)
Palpatie: thrills, ictus cordis, lat. hartgrens,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoofd- en halsonderzoek in grote lijnen

A

Hoofd:
- Voelen aan hoofd
- Ogen inspectie
- Oogreflexen met lampje
- Oogvolgbewegingen
- Oren: symmetrie, schelpen voelen, gehoorgang schijnen
- Mastoïd: voelen en schijnen
- Neus: recht, in neusgaten kijken en schijnen
- Mond: …

Hals:
- Bekijken en face + en profil
- Aa. carotides: auscultatie –> palpatie
- Schildklier: thyroïd, cricoïd, isthmus –> lateraal, beweeglijkheid met slokje (en hoofd omhoog!)
- Speekselklieren
- Lymfeklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de volgorde van lymfklieren i/d hals?

A

Submentaal, submandibulair, pre-auriculair, cervicaal voor m. sternocleidomastoideus, supraclaviculair, infraclaviculair, cervicaal achter m. sternocleidomastoideus, retro-auriculair, occipitaal (hoog: bij 2 knobbels/aanhechtingsplaatsen spieren)

Tegelijkertijd palperen, behalve bij m. sternocleidomastoideus.
Dus: submentaal, submandibulair L&R, pre-auriculair L&R, voor SCM R, voor SCM L, infraclaviculair L&R, achter SCM R, achter SCM L, retro-auriculair L&R, occipitaal L&R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoor je met de membraan v/d stethoscoop hoog- of laagfrequente geluiden? En met de kelk?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is palpatie van aa. carotes gecontra-indiceerd bij hoorbare souffles?

A

I.v.m. risico op trombo-embolieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de volgorde v/d vaten die je beoordeelt bij onderzoek van vaatboom / perifere circulatie?

A

A. carotis*
Aorta abdominalis*
A. femoralis* (diep palperen)
A. tibialis posterior
A. dorsales pedes

Radialis niet?

Allemaal beiderzijds beoordelen.

*Eerst ausculteren (evt. souffles), daarna pas palperen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn: ulcus cruris, atrofie blanche, subcutaan emfyseem, …

A

Ulcus cruris; ‘een wond a/h (onder)been die zonder behandeling slecht geneest’
Atrofie blanche: ‘een patroon van witte atrofische huid met daarin rode puntjes (maculae), a/d rand v/h ulcus. Kenmerk van veneuze insufficiëntie.’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Auscultatiepunten hartonderzoek: uitstroomgebieden etc.

A

In rugligging, met membraan:
- 3 ICR links: punt van Erb
- 2 ICR rechts: uitstroomgebied aortaklep
- 2 ICR links: “ pulmonalisklep
- 4 ICR links: “ tricuspidalisklep
- Apex cordis / 5 ICR links: “ mitralisklep
In rugligging, met kelk:
- 4 ICR links
In linker zijligging, met kelk:
- Apex cordis
Zittend en voorovergebogen, met membraan:
- 2 ICR links
- 2 ICR rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke metingen doe je bij welk station?

A
  • Hoofd hals: pols & BD
  • Longen: pols & AF
  • Hart- en vaatstelsel: BD & CVD
  • Abdomen/liezen/okselklieren: AF & CVD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke hoogte liggen de longgrenzen (a/d achterzijde dus) t.o.v. wervels?

A

Thoracaal 10 (bovenste grens) en 12 (onderste)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een normale CVD?

A

R - 2 tot R - 9 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een normale leverspan?

A

6 tot 15 cm

14
Q

Mate van uitkleden bij iedere onderdeel

A

Hoofd en hals:
Hart en vaatstelsel: tot op ondergoed
Longen: alleen bovenkleding
Abdomen/liezen/oksels: tot op ondergoed

15
Q

Naar welke speekselklieren voel je bij hoofd- en halsonderzoek?

A

Glandula submandibularis
Glandula parotis

16
Q

Abdomen, auscultatie: Wat kun je zeggen over kwaliteit en kwantiteit van peristaltiek?

A

Kwaliteit: hoogklinkend, normaal, gootsteengeruis
Kwantiteit: spaarzaam, normaal, levendig

17
Q

A. femoralis: eerst palperen of eerst ausculteren?

A

Eerst palpatie (ter lokalisatie), daarna auscultatie

18
Q

Wat zijn caput medusae en spider naevi?

A

Tekenen van portale hypertensie
Benoem je bij inspectie van abdomen

Caput medusae: ‘uitgezette venen op de buikhuid rondom navel’ (Fysische Diagnostiek)
Spider naevi: verwijding van klein bloedvat

19
Q

Wat zijn bijgeluiden die je bij auscultatie v/d longen kunt horen?

A

Ronchi (passend bij …), crepitaties (passend bij pneumonie?), verlengd expirium (passend bij astma), pleurawrijven (passend bij …)

20
Q

Longgrenzen: wat is normale beweeglijkheid (afstand tussen longgrens normaal en tijdens max. inspiratie)

A

4 tot 6 cm

21
Q

Waarom ligt de rechter longgrens hoger dan de linker?

A

Vanwege de positie v/d lever

22
Q

Wat zeg je bij inspectie van abdomen?

A

Wilt u op de achterkant van uw hand blazen? Wilt u dat nog een keer doen, terwijl u uw rechter broekspijp optilt? En nog eens, links? Ik zie geen zwellingen [bij drukverhoging].
U mag gaan liggen op de onderzoeksbank.
De navel bevindt zich in midline, de buik is symmetrisch. Ik zie geen striae, littekens, caput medusae of spider naevi. De buikademhaling is normaal, voldoende diep. Ik zie geen darmperistaltiek. Ik zie wel pulsaties van de abdominale aorta. Ik zie geen lokale of diffuse zwellingen.

23
Q

Wat zeg je bij inspectie van longen?

A

Ik zie geen afwijkende thoraxbouw. Ik zie geen littekens, opgezette halsvenen of subcutaan emfyseem. De verhouding tussen borst- en buikademhaling is normaal. Ik zie regelmatige thoraxexcursies/ademhalingen, die ook symmetrisch en voldoende diep zijn. Er wordt geen gebruik gemaakt van hulpademhalingsspieren en er is geen hoorbare ademhaling.

24
Q

Wat zeg je bij punt van Erb?

A
  • Tel 3de ICR uit
  • Punt van Erb
  • Mag ik uw pols?
  • De eerste harttoon komt overeen met de pulsatie van de arteria radialis. Er is geen polsdeficit. Ik hoor normale harttonen, S1 en S2, zonder splijting, extra harttonen of pericardwrijven.
25
Q

Wat voor uitvloed kun je in oorgang zien?

A

Liquor, bloed, oorsmeer, pus

26
Q

Gebruik van hulpademhalingsspieren

A
  • Neusvleugelen bij kinderen
  • (Sub-)intercostale intrekkingen
  • Intrekkingen in jugulo
  • Gebruik van m. SCM/pectoralis/scalenus
27
Q

Wat zeg je na auscultatie van de longen?

A

Ik hoor normaal, vesiculair ademgeruis, zonder bijgeluiden, verlengd expirium of pleurawrijven

28
Q

Wat zeg je na vergelijkende percussie van de longen?

A

Er is sonore percussie over alle longvelden.

29
Q

Ictus afwijkingen

A

Lateraal van MCL: gedilateerde LV
Lateraal van MCL, heffend en verbreed: LV-hypertrofie met dilatatie

30
Q

Welke instructies geef je bij longonderzoek?

A

Ademexcursie/ademarbeid: een keer diep in- en uitademen
Auscultatie: rustig ademen met uw mond open

31
Q

Wat zeg je over de aa. temporales en wat over het mastoid?

A

A. temporalis: niet rood, verdikt of pijnlijk
Mastoid: niet rood, gezwollen of drukpijnlijk

32
Q

Wat is de volgorde van ‘features’ bij hoofd- en halsonderzoek?

A
  • Hoofd
  • Aa. temporalis / slapen
  • Ogen
  • Oren + mastoïd
  • Neus
  • Mond
  • Hals
  • Carotiden
  • Thyroïd
  • Lymf- en speekselklieren
33
Q

Ictus en laterale hartgrens: eerst palperen/percuteren daarna 5de ICR uittellen of andersom?

A

Ictus:
- Eerst ictus palperen
- Daarna 5de ICR uittellen

Laterale hartgrens:
- Eerst 5de ICR uittellen
- Daarna percuteren

34
Q

Wanneer vraag je ‘Deed dat pijn?’

A

Hoofd-hals:
- Palpatie van aa. temporales
- Palpatie van mastoïd
- Palpatie van schildklier

Abdomen:
- Oriënterende palpatie van 9 regio’s
- Diepe palpatie van 9 regio’s

35
Q
A