MRI 3 Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen diffusie en perfusie

A

Diffusie: random. Er is geen netto verplaatsing

perfusie: niet random (vb: bloedstroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kan je de mobiliteit van water gebruiken voor contrast?

A
  • kleine cellen of weinig extracellulaire vocht -> weinig brownse beweging (random beweging van protonen)

op basis hiervan: de beweging van het water is verschillend onder weefsels:

isotrope vs anisotrope diffusie

vb: spiervezels, myeline hebben vaak anisotrope diffusie


beweging van water is hier verschillend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen isotrope en anisotrope diffusie?

A

Isotrope diffusie: diffusie is gelijk in alle richtingen

Anisotrope diffusie: er is meer diffusie in een specifieke richting (vb in vezelstructuren, axonen, spieren,..)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een

diffusie gewogen beeld? (diffusion tensor imaging) Wat kan je ermee doen?

A

Ahv de diffusie van water, de contrast maken, ahv specifieke RF pulsen

functie: tracts maken van zenuwvezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe bekijk je perfusie in bloedvaten? Bespreek Arterial spin labeling

A

Gebruikt voor angiografie, door de spins in het bloed te labelen met radiofrequente pulsen

vb: je geeft bloed in de carotis een RF puls. Je meet vervolgens in de hersenen. ALs er goede perfusie is, zal je het bloed dat je in de carotis bent tegengekomen, terugvinden in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het voordeel van arterial spin labeling?

A

Je hoeft geen contrast te gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

BOLD: blood oxygenation level dependant contrast

A
  • gebruik eigenschap:

Hb= paramagnetisch -> T2 contrast drop

HbO= diamagnetisch

wanneer er hersen activiteit is, zal er een verandering zijn in ratio oxy/deoxy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gedeoxygeneerde hemoglobine

A
  • 4 ongepaarde elektronen (4 ijzer moleculen die geen zuurstof hebben gebonden)

Deze elektronen zorgen voor versnelde defasering van protonen -> snelle verval van T2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zou je naast BOLD de cerebrale bloedtoevoer kunnen meten met mri?

A
  • arterial spin labeling

- contrast vloeistof toedienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek: Ph-MRI

St-fMRI

rs-fMRI

A

Ph-MRI (pharmaceutical)
veranderingen in hersenactiviteit door drugs

St-fMRI (stimulus )
>sensorische stiumulus,
>elektrode
>optogenetica

rs-fMRI (resting state)

resting state activtiet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke condities moet je letten bij BOLD contrast imaging?

A
  • hoge bloedkoolstof waardes
  • lichaamstemperatuur verhoogt door anesthesie (bij proefdieren) .

deze zaken zorgen voor verlaagde contrast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is optogenetica

A
  • het inbrengen van opsines (uit algen) , in proefdieren , door virale vectoren. Vervolgens door belichting activeren.

(opsine knalen , kunnen ook inhibierend wrken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een optrode

A
  • een combinatie van optische fiber , en elektrode.
  • gebruikt in optogenetica: wanneer je met de optische fiber een opsine activeert, kan je met de elektrode metingen doen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

delete

A

-mbv fotonen kunnen opsines geactiveerd worden . Deze opsines zorgen voor een depolarisatie in de neuron. Neuronale activiteit zorgt voor een hemodynamische respons -> deze meten we op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werkt opt-fmri. Tot welke categorie behoort het?

A

_behoort tot de st-fmri

-mbv fotonen kunnen opsines geactiveerd worden . Deze opsines zorgen voor een depolarisatie in de neuron. Neuronale activiteit zorgt voor een hemodynamische respons -> deze meten we op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de temporale correlatie in BOLD response?

A

verbonden hersenregios, hebben temporeel dezelfde BOLD patroon in rust.

= functioneel geconnecteerd

17
Q

Wat zijn low frequentie fluctuations in Rs-fmri?

A

in rust zijn er kleine fluctuaties in bloed oxygenatie waardes in de hersenen

18
Q

Wat is het default mode netwerk?

A

een regio van geconnecteerde regios, die in rust actief en gesynronyseerd is. Eens dat men actief wordt, wordt er een nieuwe netwerk gestart

19
Q

Wat is het interessantste voordeel van rs-fmri op dit moment?

A

Men kan bij veranderingen in resting state connectiviteit, bepaalde pathologieen zoals alzheimers ontdekken, op een vroege stadium.

-> kan ingrijpen voor dat er neuronale celdood optreedt.