module 9 Flashcards

1
Q

wat is een emotie

A

emotie is een kortdurende reactie en er moet een bepaalde trigger zijn. Die trigger wordt op een bepaalde manier geïnterpreteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

universalisme vs relativisme emoties

A

alle emoties zijn universeel het zelfde vs emoties zijn verschillend tussen culturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

universality studies

A

een studie die de universaliteit van gezichtsuitdrukkingen van emoties ging onderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de basis emoties (ekman)

A
  • walging
  • verassing
  • blijdschap
  • boosheid
  • verdriet
  • angst
  • minachting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

emotie response system coherence

A

de verschillende responsiecomponenten, gezicht, stem fysiologie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

emotie antecedenten

A

gebeurtenissen of situaties die een emotie uitlokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

front-end calibration

A

reguleren waar mensen in de eerste plaatst emotioneel over worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

cultural display rules

A

cultuur specifieke normen over of en hoe een emotie geuit mag worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

(cultural display rules):
- deamplificatie
- amplificatie
- neutralisatie
- qualificatie
- maskeren
- stimuleren

A
  • verzwakken
  • versterken
  • niet laten zien
  • ander emotielabel eraan hangen
  • andere emotie laten zien
  • emotie tonen terwijl je er geen ervaart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

decoding rules

A

hoe je emoties van anderen moet interpreteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ingroup advantage

A

dat individuelen emoties van de leden in de in-group beter kunnen herkennen dan die van een andere cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

socially engaging emotions (weinig bewijs)

A

mensen in collectivistischere culturen ervaren deze emoties meer, dit zijn emoties die ontstaan door relaties met anderen en sociale constructen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

socially disengaging emotions (weinig bewijs)

A

mensen uit individualistischere culturen ervaren deze emoties meer, deze emoties ontstaan meer door thema’s over autonomie van de zelf en apartheid van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

emotionele complexiteit

A

het idee dat negatieve en positieve emoties tegelijk kunnen voorkomen en ervaren (oosterse culturen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

dimensional approach (culturele verschillen in emoties onderzoeken)

A

verschillende dimensies die nodig zijn voor het beschrijven van emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke dimensies zijn er bij het beschrijven van emoties

A
  • evaluation (positief/negatief)
  • potency (dominantie/controle over het concept)
  • activation (energie)
  • unpredictability
17
Q

emotion word approach (culturele verschillen in emoties onderzoeken)

A

hierbij wordt gekeken naar welke woorden gebruikt worden voor emoties

18
Q

afgunst en benijden verschil

A

afgunst is willen wat een ander heeft door de ander naar beneden te halen en benijden is willen wat de ander heeft door zelf beter te worden

19
Q

trots uiten bij en relevante condities vergeleken met niet-relevante condities

A

bij relevante condities wordt trots minder geuit want dan is het tegen iemand waar je om geeft. Bij niet-relevante condities uit je het meer want is het bij mensen die niet dichtbij je staan.

20
Q

back-end callibration

A

controleren hoe mensen hun emoties uiten