hoofdstuk 3 Flashcards
kinderen leren cultuur via Socialisatie
het leren en internaliseren van bepaalde patronen en gedrag, actieve vormen van leren.
enculturation
cultuurspecifieke manieren overnemen door middel van afkijken van anderen.
socialization and enculturation agents
mensen, instituties en organisaties die bestaan om ervoor te zorgen dat socialisatie en enculturatie gebeurd.
nucleaire familie
het kind, ouders, broers en zussen
extended familie
naast de nucleaire familie bestaat het ook uit opa’s en oma’s, tante’s enz.
postfigurative cultures
in deze cultuur leren kinderen vooral via ouderen
configurative culture
ouderen en kinderen leren van hun leeftijdsgenoten
prefigurative culture
in deze cultuur leren kinderen aan ouderen ook dingen. Naast dat zij dingen leren van ouderen en leeftijdsgenoten
Çiğdem Kağıtçıbaşı
onderzoek gedaan naar veranderingen in de familie
modernisatie theorie
als culturen veranderen van collectief naar industrieel dan veranderd het familiemodel van extended familie naar nucleaire family.
convergence hypothesis
waarbij ze wil zeggen dat
als alle samenlevingen verstedelijken en industrialiseren, we in alle culturen hetzelfde
familiemodel zullen krijgen (namelijk de nucleaire)
value of children study
in collectieve culturen hebben kinderen economische
waarde, omdat je als ouder op hen terug kan vallen als het zelf niet zo goed gaat. In verstedelijkte culturen hebben kinderen een psychologische waarde
Family model of interdependence
collectivistische context, mensen zijn economisch en psychologisch afhankelijk van elkaar
Family model of independence
westerse industriële context, kinderen hebben een lage economische waarde, maar een hoge psychologische waarde
Family model of psych interdependence
collectivistische context, minder economische afhankelijkheid maar wel psychologische afhankelijkheid
opvoedingsstijlen authoritatrian/ authoritative neglectful/permissive
authoritatrian: high control, low responsiveness
- authoritative: hight control high responsiveness
- neglectful: low control, low responsiveness
- permissive: low control, high responsiveness
parental ethnotheories
ouders hebben bepaalde doelen en ideeën over hoe een kind opgevoed moet worden
protypische eco-sociale contexten
bepaalde contexten wat impact heeft op opvoedtechnieken
autonomous related strategie
gemixte strategie van interdependent en independent opvoedingsstijlen
goodness of fit
match tussen het temperament van het kind en omgeving/cultuur
behavioral inhibition
verlegenheid (wordt gewaardeerd in aziatische culturen)
secure attachment
kinderen zijn warm en responsief naar hun ouders
ambivalent attachment
kinderen zijn onzeker in hun respons naar de ouder. Zoeken contact en vermijden het weer. (moeders zijn minder betrokken en ongevoelig)
avoidant attachment
kinderen vermijden hun ouders die waarschijnlijk opdringerig zijn.
Yvgotsky
ging uit van de zone van naaste ontwikkeling
zone of proximal development
het gat tussen het werkelijke ontwikkelingsniveau van een kind versus het potentiële ontwikkelingsniveau van een kind wanneer het geholpen wordt door een ander
kohlsbergs
theorie over morele ontwikkeling
sensorimotor stage (cognitieve ontwikkeling)
kinderen snappen de wereld door hun zintuigen en bewegingen
preoperational stage (cognitieve ontwikkeling)
kinderen proberen de wereld te begrijpen om hun heen door middel van taal
operational stage (cognitieve ontwikkeling)
kinderen leren te denken over concrete objecten
formal operational stage (cognitieve ontwikkeling)
mensen leren te denken over abstracte objecten en concepten
moral development (kohlbergs)
-preconventional: werkt met regels en probeert straf te ontlopen en goedkeuring te krijgen
- conventional: probeert regels op te volgen voor goedkeuring van anderen
- postconventional: probeert het goede te doen omdat diegene er zelf in geloofd