module 4 Flashcards
self-construal
zelfconcept
independent self-construal
apart van anderen, interne attributie van gedrag en anderen zijn comparison standards
interdependent self-construal
verbondenheid met anderen, relaties maken onderdeel uit van hoe iemand zichzelf ziet.
twenty statement test (kitayama & markus)
hierbij moet een proefpersoon 20 zinnen die beginnen met ik ben aanvullen
idiocentrisch en allocentric
idiocentrisch gaat over een persoonlijke kwaliteit en allocentric over relatie met anderen
inclusion of other in self scale
mensen moeten aangeven welke circel het beste de relatie definieert. De circel is een circel met het self en een circel met other, en dan elk plaatje is die circel steeds dichterbij.
self esteem en self enhancement
self esteem is evaluaties van jezelf en self-enhancement is verzameling van psychologische processen waarmee je je self esteem probeert te vergroten of verbeteren.
better than average effect
mensen die zichzelf overschatten.
mutual self-enhancement
het geven en ontvangen van complimenten tussen partners in hechte relaties.
tactical self-enhancement
het idee dat mensen van verschillende culturen allemaal aan self-enhancement doen, maar dat ze er voor kiezen om dit op verschillende manieren te doen.
collectieve identiteit
we behoren tot sociale categorieën zoals beroep of cultuur
biculturalisme
twee culturele frames hebt
alternation model
competent zijn in twee culturen zonder daarbij haar identiteit te verliezen of 1 cultuur boven de ander te stellen
bicultural identitiy integration
hoe goed sluiten de twee identiteiten op elkaar aan.
acculturatie
een groep neemt culturele of sociale kenmerken over van een andere groep
domein-specifiek cultureel
iemand gebruikt andere culturele uitingen in het ene domein dan in het andere.
cultural frame switching (CFS)
er wordt een culturele mindset geactiveerd, en dit zou dan het zelfconcept moeten activeren. (top down)
Culture as situated cognition (CSC) (pen experiment)
er wordt een zelfconcept geactiveerd en gaan er van uit dat dit een culturele mindset activeert (bottum-up)
Welke target groep gebruik je voor CSC en CFS
voor CSC gebruik je monoculturen en voor CFS gebruik je biculturen
Wat voor frames kun je activeren bij monoculturen
interdependent en independent, en individualistisch vs collectivistisch. In bepaalde situaties is de een prominenter aanwezig