Module 8: EMDR Flashcards

1
Q

EMDR

A

Eye Movement Desensitization and Reprocessing
–> Francine Shapiro 1989
- Een handmatige behandelingsmethode voor de reductie van symptomen die gestart zijn na of gerelateerd zijn aan gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is EMDR

A

Traumatische gebeurtenis: perceptie van de gebeurtenis wordt gerlateerd aan angst en distress en creeert een lange term geheugen
- geheugen van de gebeurtenis en gerlateerde triggers leiden tot distress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er tijdens EMDR

A

Opgeslagen geheugen van gebeurtenissen worden opgehaald en dankzij EMDR minder vivid
- therapeut is een ‘facilitator’ van een natuurlijk processing mechanisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is EMDR nodig

A
  1. PTSD
  2. trauma, gebeurtenis gerelateerde symptomen of stoornis
  3. dysfunctionele core beliefs
    - wanneer er een concrete herhalende geheugen is van een gebeurtenis
    - wanneer er een duidelijke link tussen een gebeurtenis en de start/verslechtering van de symptomen is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

PTSD
- EMDR

A

EMDR is de eerstelijn behandeling aanbevolen door:
- World Health Organization
- National Institute for Health and Clinical Excellence
- Internation Society of Traumatic Stress Studies
- U.S> Department of Veterans Affairs and Department of Depense

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dysfunctionele core beliefs

A

Negatieve zelfwaarde of negatieve perceptie van mensen in het algemeen
- Axis 1 stoornissen zoals sociale angst stoornis of depressie
- complexe PTSD en persoonlijkheidsstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer geen EMDR

A
  • wanneer de traumatische gebeurtenis nog bezig is
  • client kan niet binnen het raam van tolerantie blijven:
    –> sedatievengebruik, geen goede band met therapeut, client voelt zich niet veilig, hoge ontwijking, crisis die de aandacht nodig heeft
    Wat kun je doen: coping mechanismen, relaxing en stabilisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een traumatische gebeurtenis

A

Voorbeelden van duidelijke psychologische trauma
- auto-ongeluk
- seksueel misbruik
- gewapende overval
- aardbeving
–> maar ook: scheiding, dierenverlies, ontslag, pesten, schaamte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Posttraumatische stress disorder
- DSM 5

A

A. Exposure to actual or threatened death, serious injury, or sexual violence
B. Presence of one or more intrusion symproms associated with the traumatic event beginning after the traumatic event occurred
1. Recurrent, involutary and intrusive distressing memories
2. Recurrent, involuntary and intrusive distressing dreams
3. dissociative reactions
4. Intense or prolonged psychological distress at exposure to internal or external cues that symbolize or resemble an aspect of the traumatic event
5. Marked physiological reactions to internal or external cues
C. Persistent avoidance of internal or external stimuli associated with the traumatic event beginning after the traumatic event occurred
D. Negatice alterations in cognitions and mood associated with the traumatic events beginning or worsening after the traumatic event occurred
E. Marked alterations in arousal and reactivity associated with the traumatic event beginning or worsening after the traumatic event occured
–> Duration of criteria B, C, D and E is more than one month, cause significant distress and funcitonal impairment, and is not attributable to physiological effects of a substance or medical condition

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Brain model of PTSS

A

Hyperactief: Amygdala
–> fight-flight-freeze. stress hormonen, neurotransmitters
–> systeem wordt overladen en gesensitiseerd
–> continue feedback loop
Hypoactief: prefrontale cortex en hippocmpus
–> hindert gebeurtenisverwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandelingen voor PTSS

A

Exposure therapie: afbeelding exposure en verlengde exposure
Cognitieve gedragsbehandeling voor trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Effectiviteit van EMDR

A

Meerdere emta-analyses van RCT studies concluderen: EMDR is equivalent aan exposure en andere cognitieve gedragsbehandelingen. Ook in kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Effectiviteit in vegelijking met andere studies

A
  • waiting list
  • relaxation therapy
  • imaginary rescripting
  • pharmacotherapy
  • trauma-focused CBT
    –> EMDR laat een grote effectgroottes zien voor het reduceren van PTSD symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

EMDR en zelfvertrouwen

A

EMDR - desensitiseert negatieve herinneringen geassocieerd met laag zelfvertrouwen
COMET - activeert en benadrukt positieve herinneringen om zelfvertrouwen te verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voordelen van EMDR

A
  • het werkt snel (5 of 8-12 sessies)
  • geprotocoliseert (blijft het zelfde)
  • geen thuiswerk
  • minder belastende therapie
  • grootendeels non-verbaal
  • hoeft trauma niet te verbaliseren
  • lagere dropout
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nadelen van EMDR

A

Symptomen zullen eerst verergeren voordat ze beter worden
- geen negatief effect op behandelingsuitkomst
- 73% ervaart verhoging van symptomen
- na 2 sessies verminderen deze
–> door avoidance in dagelijks leven
–> avoidance gedrag in behandeling

17
Q

Working mechanism opnieuw overnemen

A

slide 23-27

18
Q

EMDR protocol
- 8 stappen

A
  1. patient history en behandelplan
  2. voorbereiding
  3. assessment
  4. desensitisatie
  5. installatie
  6. body scan
  7. closure
  8. reevaluatie
19
Q

Stap 1 Introductie
- EMDR

A
  • algemene uitleg van het proces
  • Tested van snelheid en stoelpositie
  • Uitleggen van geassocieerde proces –> patient is de observer
  • Alles wat naar boven komt is oke (gedachten, emoties, fysieke reacties)
20
Q

Stap 2 Ophalen van de gebeurtenis
- EMDR

A

Algemene herinnering zonder te veel details
‘vanaf het moment dat je voelt dat het start, totdat je voelt dat het eindigt’

21
Q

Stap 3 Target afbeelding kiezen
- EMDR

A

Film of fotoalbum metafoor
‘Wat is het moment het meest verstorende beeld van de herinnering?’ –> op dit moment

22
Q

Stap 4 Selectie van negatieve cognitie
- EMDR

A

‘Wat maakt voor jou op dit moment de abeelding nog ze verstorend?’
A. Controle
B. Veiligheid
C. Zelfwaarde / schuld

23
Q

Stap 5 Selectie van de positieve cognitie
- EMDR

A

‘Als je de afbeelding nog eens voorhaald, wat zou je liever over jezelf denken/geloven in plaats van …?’
A. Controle
B. Veiligheid
C. Zelfwaarde / schuld

24
Q

Stap 6 Activatie van het neurale geheugenstelsel
- EMDR

A

Van heet naar koud cognitie
1. Emotie tijdens het ophalen
2. Verstoring (hoe verstorend is het nu)
3. Waar voel je (in je lichaam) de emotie het meest

25
Q

Stap 7 Desentisatie fase
- EMDR

A

Houdt de herinnering in gedachte en laat de patient concentreren –> Eye movement: 25 cm afstand vor 30 sec
Associatie –> associeer eye movement met iets anders
- blijf doorgaan tot de herinnering niet meer storend is

26
Q

Stap 8 Installatie van PC
- EMDR

A

Go back to the image we started with, as it is stored in your mind now, and say to yourself … PC. On a scale from one to seven, how true does this statement feel?
- herhaal tot 7

27
Q

Stap 9 Body scan
- EMDR

A

Bodyscan totdat spanning weg is

28
Q

Stap 10 FLash forward
- EMDR

A

Desensitisatie van toekomstige catastropherende scenarios

29
Q

Stap 11 Future template
- EMDR

A

Desensitsatie van toekomstige afbeeldingen waar patient functioneel gedrag vertoont

30
Q

Stap 12 Positieve closure
- EMDR

A

Wat is de meest positieve ervaring over jezelf in de therapie
-> memory inflation

31
Q

EMDR training

A

Basic course -> type I, sometimes type II PTSD, other event-related
symptoms/disorders
Supervision
Advanced course -> complex PTSD (type II PTSD and personality disorders, BPD)
Advanced supervision
50 sessions, 20 patients.
Only registered mental health psychologists (GZ-psychologen) or psychologists with
similar qualifications are allowed to become EMDR practitioner.