Medicijnen Flashcards

1
Q

bronchodilatoren COPD

A

beta-2 agonisten: salbutamol SABA, terbutaline SABA, salmetrerol LABA, formoterol LABA

M3-receptor blokkers: ipratropium, triotropium

fosfodiesterase remmers: theofiline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

inhalatiecorticosteroiden

A

beclometasondiproprionaat, budesonide, ciclesonide, fluticason

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

protonpompremmers

A

omeprazol
behandeling bij GER (gastro oesophagale reflux)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

antistollingstherapie (DOAC)

A

dabigatran
= remt trombine

ribaroxaban
apixaban
edoxaban
= remt factor Xa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

LWMH

A

laag moleculair gewicht heparine
remt Xa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vitamine K antagonist

A

fenprocoumon
acenocoumarol
= rem factor II, VII, IX, X

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

glibencalmide

A

sulfonylureumderivaat
= stimuleert pancreas tot insulinesecretie en tot betere opname van glucose in spieren

  • werkt dus alleen bij diabetes mellitus type 2

!!! zorgt voor insuline afgifte onafhankelijk van bloedsuikerspiegel!!!

bij hypoglycaemie door dit medicijn bloedbeeld:
- insulineconcentratie verhoogd, c-peptide verhoogd

normaal bij hypoglycaemie
- insulineconcentratie verlaagd, c-peptide verlaagd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

pirfenidon

A

antifibrotisch medicijn
> remt productie ontstekingsfactoren en activiteit fibroblaseten

bijweringen:
- huidreacties, levertoxiciteit, vermoeidheid, maag-darm klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

nintedanib

A

tyrosinekinase remmer
> remt groeifactoren die activiteit fibroblasten stimuleert

bijwerkingen
- hypertensie, bloedingen, levertoxiciteit, maag-darmklachten, vermoeidheid, huidreacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ciprofloxacine

A

orale behandeling osteomyelitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

chloroquine

A

eerste keus malaria behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

makarons of mefloquine

A

plasmodium falciparum infecties malaria medicijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vancomycine

A

bij MRSA bacterie (resistentie s aureus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

augmentin + gentamicine

A

urosepsis behandeling (of tweede generatie cefalosporine + gentamicine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

nitrofurantoin of fosfomycin

A

eerste keuze urineweginfectie (mag bij zwangerschap en weefselinvasie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

dexamethason

A

bij ernstige covid 19 infectie

17
Q

ceftriaxon

A

gonorroe behandeling

18
Q

azitromycine

A

chlamydia behandeling

19
Q

5-fluorouracil, imiquod, ingenol mebutate

A

plaveiselcelcarcinoom

20
Q

isoniazide, rifampicine, pyrazinamide, ethambutol

A

medicijnen actieve tuberculose bestrijden voor 6 maanden

21
Q

valganciclovir

A

CMV behandeling

22
Q

cotrimoxazol

A

trimethoprim + sulfamethoxazol
behandeling PJP

23
Q

DMARDS

A

(methotrexaat, hydroxychloroquine, sulfasalazine)
bij reumatoïde artritis of juveniele idiopathische artritis

24
Q

primaire immuundeficientie

A

diagnose
- flowcytometrie (analyse van eiwitexpressie), analyse b-celdifferentieatie, analyse b-cel subsets

alarmsymptomen voor primaire immuundeficientie
*zie pag 91

25
Q

overgevoeligheid amoxicilline

A

doxycycline

26
Q

streptococcen pneumonie

A

eerste keus amoxicilline po of
benzylpenicilline iv

27
Q

cefalosporine

A

bij severe cap binnen 4 uur toedienen

28
Q

nitrofurantoine

A

toedienen bij uwi en allergie penicilline

29
Q

the golden 5

A

1 statines
(LDL/cholesterol verlagen)

2 ACE-remmers
(BD verlagen)

3 betablokkers
(vertragen hartslag/ BD verlagen)

4 calciumantagonisten
(ontspannen bloedvaten, verminderen BD)

5 bloedplaatjesaggregatieremmers = aspirine/ clopidogrel
(verminderen vorming bloedstolsel)

30
Q

aspirine/ clopidogrel

A

verminderen vorming bloedstolsel

31
Q

metoprolol, atenolol,

A

beta-blokkers

32
Q

isosorbidemononitraat, isosorbidedinitraat

A

nitraten

33
Q

verapamil, diltiazem

A

calciumantagonisten

34
Q

omeprazol

A

protonpomp rmmer
beschermt maag

35
Q

omeprazol

A

protonpomp rmmer
beschermt maag