Medicatie Ba1B1 Flashcards

1
Q

Waarvoor en hoe wordt SALBUTAMOL gebruikt? (EGML)

A

Soort: Beta-2, sympaticomimetica
- Wordt gegeven in de vorm van pufjes en heeft een
bronchodilaterend effect.
- Is een fysiologische antagonist van Histamine
- Vaak gegeven aan astmapatiënten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvoor en hoe wordt HEMICHOLIUM gebruikt?

A

Hemicholium is een medicijn dat ervoor zorgt dat Choline niet meer wordt opgenomen in een neuron.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvoor en hoe wordt TRIETHYLCHOLINE gebruikt?

A

Triethylcholine lijkt erg op choline, hierdoor wordt het als een soort vals substraat opgenomen en kan ervoor zorgen dat er geen Acetylcholine meer gevormd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvoor en hoe wordt TETRODOTOXINE gebruikt?

A

Tetrodotoxine remt de Na-kanalen, hierdoor kan er weinig Na opgenomen door een neuron en kan deze niet depolariseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarvoor en hoe wordt NEOSTIGMINE gebruikt?

A

Neostigmine is een Cholinesterase remmer. Het zorgt ervoor dat Acetylcholine minder snel wordt afgebroken in de synapsspleet. Dit heeft als gevolg een grotere respons als een neuron vuurt.

Gebruik bij:
Herstel spierverslapping
Myasthenia gravis (auto-immuunziekte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarvoor en hoe wordt PHYSOSTIGMINE gebruikt?

A

Physostigmine is een Cholinesterase remmer. Het zorgt ervoor dat Acetylcholine minder snel wordt afgebroken in de synapsspleet. Dit heeft als gevolg een grotere respons als een neuron vuurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarvoor en hoe wordt PILOCARPINE gebruikt?

A

Pilocarpine is een choline agonist.
Dit medicijn kan de oogdruk verlagen in het geval van Glaucoom*

*Verhoogde oogdruk door beschadiging oogzenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarvoor en hoe wordt BETHANECHOL gebruikt?

A

Bethanechol zorgt voor samentrekking van de blaas in geval van Urineretentie*

*Het niet kunnen legen van de blaas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarvoor en hoe wordt RIVASTIGMINE gebruikt?

A

Rivastigmine is een acetylcholinesterase remmer en werkt op de Muscarine receptors in het CZS. Dit wordt gebruikt tegen Alzheimer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarvoor en hoe wordt ATROPINE gebruikt? (EGML)

A

Atropine is een Parasympaticolytica. Het is een Muscarine receptor antagonist en zorgt bijvoorbeeld voor Mydriase*

*Het vergroten van de pupil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarvoor en hoe wordt RESERPINE gebruikt?

A

Reserpine voorkomt de heropname van Noradrenaline in blaasjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvoor en hoe wordt GUANETHIDINE gebruikt?

A

Guanethidine zorgt ervoor dat de blaasjes geen noradrenaline afgeven. Met als gevolg depletie van noradrenaline.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doen COCAÏNE en TRICYCLISCHE ANTIDEPRESSIVA?

A

Deze stoffen remmen de noradrenaline uptake waardoor er meer noradrenaline achter blijft in de synapsspleet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat voor medicijn is FENYLEPHRINE?

A

Alfa-1-Agonist (selectief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat voor medicijn is AMFETAMINE?

A

Alfa-Agonist (aselectief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat voor medicijn is CLONIDINE?

A

Alfa-2-Agonist (selectief)

17
Q

Wat voor medicijn is DOBUTAMINE?

A

Beta-1-Agonist (selectief)

18
Q

Wat voor medicijn is FENTOLAMINE?

A

Alfa-Antagonist (aselectief)

19
Q

Wat voor medicijn is PHENOXYBENZAMINE?

A

Alfa-Antagonist (aselectief)

20
Q

Wat voor medicijn is PRAZOSINE?

A

Alfa-1-Antagonist (selectief)

21
Q

Wat voor medicijn is DOXAZOSINE?

A

Alfa-1-Antagonist (selectief)

22
Q

Wat voor medicijn is YOHIMBINE?

A

Alfa-2-Antagonist (selectief)

23
Q

Wat voor medicijn is PROPRANOLOL? (EGML)

A

Beta-Antagonist (aselectief)
Beta-sympathicolytica
(Betablokkers)

24
Q

Wat voor medicijn is PINDOLOL?

A

Beta-Antagonist (aselectief)

25
Q

Wat voor medicijn is ATENOLOL? (EGML)

A

Beta-1-Antagonist (Selectief)
Beta-sympathicolytica
(Betablokkers)

26
Q

Wat voor medicijn is METOPROLOL? (EGML)

A

Beta-1-Antagonist (selectief)
Beta-sympathicolytica
(Betablokkers)

27
Q

Wat voor medicijn is BUTAXOL?

A

Beta-2-Antagonist (Selectief)

28
Q

Wat zijn de effecten van Alfa-1-Agonisten?

A
  • Vasoconstrictie
  • Verhoging perifere weerstand
  • Verhoging Bloeddruk
  • Mydriasis
  • Sluiting urineblaas sphincter
29
Q

Waarvoor kunnen Alfa-1-Agonisten therapeutisch voor worden gebruikt?

A
  • Lokale bloeding
  • Verkoudheid
  • Shock
30
Q

Wat zijn de effecten van Alfa-2-Agonisten?

A
  • Verminderde transmitter afgifte
  • Vasoconstrictie
  • Verminderde insuline afgifte
31
Q

Wat zijn de effecten van Beta-1-Agonisten?

A
  • Verhoging HF
  • Verhoging contractiliteit
  • Verhoging geleiding hart
  • Verhoging renine afgifte
32
Q

Wat doet een ACE-remmer?

A

Dit remt de vorming van Angiotensine II en zorgt voor een bloeddrukverlaging

33
Q

Waarvoor en hoe wordt NITROGLYCERINE gebruikt? (EGML)

A

Nitroglycerine is een nitraat dat wordt gebruikt tegen Angina Pectoris

34
Q

Waarvoor en hoe wordt DILTIAZEM gebruikt? (EGML)

A

Diltiazem is een calcium antagonist (+ anti-aritmica) en zorgt voor een mindere contractiliteit van het cardiovasculaire systeem.

Gebruikt bij bijvoorbeeld Angina Pectoris

35
Q

Waarvoor en hoe wordt VERAPAMIL gebruikt? (EGML)

A

Verapamil is een calcium antagonist (+ anti-aritmica) en zorgt voor een mindere contractiliteit van het cardiovasculaire systeem.

Gebruikt bij bijvoorbeeld Angina Pectoris

36
Q

Waarvoor en hoe wordt NIFEDIPINE gebruikt? (EGML)

A

Nifedipine is een calcium antagonist en zorgt voor een mindere contractiliteit van het cardiovasculaire systeem.

Gebruikt bij bijvoorbeeld Angina Pectoris

37
Q

Waarvoor en hoe worden ISOSORBIDEMONONITRAAT (ISMN) en ISOSORBIDEDINITRAAT (ISDN) gebruikt? (EGML)

A

Dit zijn nitraten en worden vooral gebruikt tegen Angina Pectoris. Deze stoffen geven NO af wat onder andere zorgt voor een verwijding van de veneuze bloedvaten.

38
Q

Waarvoor en hoe wordt HEPARINE gebruikt? (EGML)

A

Heparine is een Anticoagulantia. Het is anti-thrombotische medicatie en kan dienen als initieel medicijn bij een ACS

39
Q

Waarvoor en hoe wordt CLINDAMYCINE gebruikt? (EGML)

A

Clindamycine is een antibiotica die gebruikt kan worden om infecties te verwijderen of te verminderen in een diabetische voet.