Forensische Geneeskunde Flashcards

1
Q

Wat weegt zwaarder? De medische zorgplicht van de overheid of het uitvoeren van een zo een goed mogelijk politieonderzoek?

A

Medische zorgplicht van de overheid heeft altijd voorrang boven het
belang politieonderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke gebieden is arrestantenzorg anders dan de Huisartsgeneeskunde?

A
  • Geen langdurige zorg
  • Minder gelegenheid om een vertrouwensband op te bouwen
  • Gemiddelde leeftijd lager
  • Veel verslavingszorg
  • Veel psychiatrie
  • Simulanten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is arrestantenzorg geïnduceerd?

A
  • Er is een aanwijzing waarbij er een noodzaak is voor medische bijstand
  • De arrestant heeft medicijnen nodig
  • De arrestant is onder invloed van middelen
  • Er is of zijn aanwijzingen voor een psychiatrische stoornis
  • De arrestant vraagt om medische zorg
  • Een arrestant wil de arts spreken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de de 4 verschillende petten/rollen van een forensisch arts?

A
  • Behandelend arts
    –> Hier treed ook het beroepsgeheim in werking
  • Gemeentelijk lijkschouwer
  • Sporenzoeker
  • Medisch adviseur van de politie en justitie
    –> Echter alleen voor relevante informatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt het zwijgplicht voor een arts in?

A

de arts heeft de plicht te zwijgen over al hetgeen hem
tijdens zijn beroepsuitoefening over een patiënt bekend wordt. Dit
moet ruim uitgelegd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het verschoningsrecht in?

A

het recht om zich te verschonen (te weigeren)als getuige vragen te beantwoorden van een rechter of van politie en justitie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer is er sprake van Misbruik van een middel?

A

IN de periode van 12 maanden ten minste 1 van de volgende items:
- Herhaaldelijk gebruik leidt tot:
–> Problemen (werk, school, thuis)
–> Fysiek gevaarlijke omstandigheden (autorijden)
–> Aanraking met politie/justitie
–> Ondanks problemen toch doorgebruiken

  • Geen afhankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer is er sprake van Afhankelijkheid van een middel?

A

In periode van 12 maanden ten minste 3 van de volgende items:
- Tolerantie
- Onthouding
- Gebruik meer en langer dan gepland
- De wens het gebruik te minderen
- Gebruik kost steeds meer tijd
- Beïnvloedt sociale/beroepsmatige tijdsbesteding
- Continueren ondanks druk van de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de onthoudingsverschijnselen van alcohol?

A

Licht:
- Slapeloosheid, hevig dromen, kater
Matig:
- Zweten, hartkloppingen, trillen, misselijkheid,
hypertensie, tachycardie, angst, onrust
Ernstig:
- Ontrekkingsinsult (kan al vroeg!)
- Ontrekkingsdelier = delirium tremens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de symptomen van Delirium tremens?

A
  • Hevige angst, agitatie en achterdocht.
  • Plukkerig gedrag.
  • Wisselend in ernst, bewustzijnsstoornis
  • Hallucinaties
    ▫ Zien, voelen, horen
    ▫ “Allemaal beestjes”
  • Desoriëntatie
  • Tachycardie, hypertensie, hyperthermie
  • Niet in cel  naar somatisch ziekenhuis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de klinische kernmerken van een opiaten intoxicatie? (e.g. heroïne)

A
  • Bewustzijnsdaling
  • Pupilvernauwing
  • Ademhalingsdepressie
  • Vertraagde hartslag
  • Obstipatie
  • Pijnstilling
  • Onderdrukken emoties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de behandeling van een opiaatintoxicatie?

A
  • Soms afwachtend met wekadvies bij goede
    wekbaarheid en onbedreigde vitale functies
  • Diagnostisch naloxon ter overweging
  • Therapeutisch naloxon i.v.
    ▫ Altijd insturen i.v.m. korte halfwaardetijd
     Patiënt zal na één tot anderhalf uur opnieuw geïntoxiceerd raken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een opiaatverslaving?

A

Verslaving aan heroïne of methadon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de voordelen van een een methadonbehandeling?

A

▫ Halfwaardetijd lang
 Minder doses per dag
 In staat tot normale baan
 Minder risico overdosering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn belangrijke items om mee nemen tijdens de behandeling van een opiaatverslaving in de cel?

A
  • Belangrijke items anamnese:
    ▫ Wanneer voor het laatst gebruikt?
    ▫ Medicatiegebruik?
    ▫ Methadonprogramma?
    ▫ Wanneer aangehouden?
    ▫ Hoe lang gaat iemand nog blijven?
  • Belangrijke items lichamelijk onderzoek (4):
    ▫ Wekbaarheid, pupillen, abdomen, huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de de verschillende graden van opiaat ontwenning. Geef daarbij per graad aan wat de symptomen zijn.

A

Graad 0:
- geen klachten, craving
Graad 1:
- gapen, ziek voelen, warm/koud, spierpijn
Graad 2:
- (+)peristaltiek, pilo-erectie, (+)pols, pupilverwijding (4P)
Graad 3:
- braken, diarree, dehydratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de medicamenteuze behandeling bij een opiaatverslaving?

A
  • Bij patiënt in geverifieerd methadonprogramma:
    ▫ In principe geen medicatie 1e 24u na insluiting tenzij ontwenningsverschijnselen
    ▫ Start na 24uur met de gebruikelijke dosering
  • Patiënten die geen programma volgen:
    ▫ Bij objectieve onthoudingsverschijnselen kan gestart worden met een lage dosering methadon (bv 20 -30mg).
    Verhoging op klinische symptomen.
    ▫ Bij zeer milde afhankelijkheid kan getracht worden met diazepam te onthoudingsverschijnselen te onderdrukken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de behandeling van cocaïne intoxicatie in de politiecel?

A

Sedatie met benzodiazepinen kan wenselijk zijn.
Voldoende vochtintake.
Wees bedacht op mengintoxicaties.
Bij ernstige onrust: cameraobservatie
Bij POB of hyperthermie –> laagdrempelig insturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat houdt het Excited Delirium Syndroom (EDS) in?

A
  • Delirante toestand door stimulerend middel
  • Groot risico op autonome dysregulatie:
    ▫ HR(+), AH(+), RR(+), temp(+)
    ▫ Metabole acidose,
    rhabdomyolyse
    ▫ Plotse dood / ritmestoornissen
  • Kenmerken:
  • extreem agressief en sterk - vaak naakt - vernielt
    glas – transpiratie – vernielt glas – onrust - maakt dierlijke geluiden – ongevoelig voor pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke drie stappen zijn van belang bij EDS?

A
  1. Opvang regelen
  2. Overmeesteren
  3. Direct sederen: 5mg midazolam iv/im, of neusspray.

Daarna afvoeren naar ziekenhuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de effecten van GHB? (Gamma Hydroxy Boterzuur)

A

Zeer smalle therapeutische breedte.
Eenvoudig thuis te maken.
Euforie, angst dempend, ontremming, ontspanning, seksuele opwinding.
Slaperig, duizelig, hoofdpijn, amnesie, misselijkheid en braken
Ademhalingsdepressie, coma, overlijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de behandeling van een GHB intoxicatie?

A

Monitoren volstaat bij een gewone intoxicatie:
- Restloos herstel binnen 6u te verwachten

Overdosering met verstoring van vitale functies vergt opname.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe merk je en hoe behandel je GHB onthouding?

A

Effecten vergelijkbaar met alcoholonthouding maar heviger en sneller optredend.

Sneller psychose, hyperthermie, hypertensie, insulten, hartritmestoornissen, rhabdomyolyse.

Beginnende ontwenning: Diazepam
Gouden standaard: medicinale GHB
- Niet in politiecel wegens smalle therapeutische breedte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn de uitzonderingen op het beroepsgeheim? Wanneer mag deze verbroken worden?

A

Wettelijk:
- Geboorteaangifte, zwangerschapsverklaring, overlijden, infectieziekten, BOPZ, NODOK procedure
- Toestemming
- Conflict van plichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wie geeft/mag toestemming geven bij kinderen jonger dan 12? En bij kinderen tussen de 12-16? Bij wilsonbekwame mensen?

A

kinderen jonger dan 12 jaar -> ouders (uitzonderingen)
* kinderen tussen 12-16 jaar -> kind + ouders
(sneller uitzonderingen)
* wilsonbekwaam (= redelijke waardering
van de belangen) <-> vertegenwoordiging
(curator, mentor, partner, ouders, kinderen, etc.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wanneer speelt het conflict van plichten?

A

Het conflict van plichten is overmacht
- Er dreigt ernstig gevaar
- Waaronder kindermishandeling
- Het gevaar is niet op andere wijze af te wenden
- U heeft er ‘alles’ aan gedaan toestemming te verkrijgen
- Doorbreken van uw zwijgplicht wendt het gevaar af
- Arts komt in gewetensnood door handhaven zwijgplicht
- Het beroepsgeheim wordt zo beperkt mogelijk gebroken (zo mogelijk overleg met collega)

27
Q

Wat is het verschil in beroepsgeheim voor een behandelend arts en een niet-behandelend arts.

A

Behandelend:
- Alleen in het belang van de patiënt
- Informeren patiënt
- Handelen volgens professionele standaarden
- Dossiervorming
- Beroepsgeheim

Niet-behandelend:
- Primair in het belang van de opdrachtgever
- Objectieve rapportage
- Voorkomen van onaanvaardbare schade
- Toestemming van betrokkene in ‘vrijheid’ bij uitwisseling
- Handelen toetsen aan professioneel kader arts

28
Q

Wat is de morele basis van de WGBO

A
  • Zelfbeschikking van de patiënt/autonomie
  • Lichamelijke integriteit
  • Privacy
  • Bescherming patiënt (weldoen, niet schaden)
  • Professionele verantwoordelijkheid.
29
Q

Wat zijn de uitzonderingen op informatieplicht?

A
  • In het belang van de patiënt: therapeutische exceptie.
  • Recht op niet-weten
  • Noodsituatie
30
Q

Hoe stel je wilsonbekwaamheid vast?

A

Criteria:
- Maakt de patiënt een keuze kenbaar?
- Begrijpt de patiënt de relevante informatie?
- Beseft en waardeert de patiënt wat deze informatie betekent voor zijn eigen situatie?
- Redeneert de patiënt logisch en betrekt hij de informatie in het overwegen van behandelopties?

Vuistregel: Hoe ingrijpender de beslissing, hoe hoger de eisen.

31
Q

Wie beslist er bij wilsonbekwaamheid? En in welke volgorde?

A

WGBO:
1. Curator of mentor
2. Schriftelijke gemachtigde
3. Echtgenoot, partner
4. Ouder, kind, broer, zus

32
Q

Wat is de wettelijke definitie van verkrachting?

A

Het met geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met
geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingen tot het ondergaan
van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel
binnendringen van het lichaam, wordt gezien als verkrachting

33
Q

Wat is de definitie van aanranding?

A

Het ongewenst ondergaan, toelaten of plegen van seksueel geladen handelingen.

Verkrachting is aanranding, echter aanranding is geen verkrachting.

34
Q

Wat is de nummer 1 drug die gebruikt wordt bij Drug Facilitated Sexual Assault (DFSA)

A

Alcohol

35
Q

Waar moet de Forensisch arts allemaal rekening mee houden als hij/zij zedenslachtoffers moet onderzoeken?

A

Anamnese / Intake volgens instructie zedenkit
Algemene indruk / houding slachtoffer
Inschatting geestelijke gesteldheid
Toestand van de kleding van het slachtoffer
Lichamelijk onderzoek algemeen
Lichamelijk onderzoek specifiek
- Externe genitalia, vagina en cervix, anus en rectum

36
Q

Waar moet op gelet worden bij de forensische letselbeschrijving bij seksueel geweld?

A

Objectieve omschrijving
Geen medische termen
Lokalisatie
Grootte
Vorm
Type letsel
Indien mogelijk causaal verband
Te verwachten genezingsduur

37
Q

Waar staat PROVOKE voor?

A

Plaats, Rangschikking, Omvang (aantal, grootte), Vorm, Omtrek, Kleur, Efflorescentie(s)

38
Q

Waarop beoordeeld een Forensisch arts letsel?

A

Schatting van het moment waarop het letsel is ontstaan
schatting van de tijd die nodig zal zijn voor genezing
Inschatting of het letsel restloos zal genezen
Inschatting of het letsel blijvend beperkingen zal opleveren
Beoordeling of het waargenomen letsel past bij de opgegeven toedracht
Inschatting van de ernst van het letsel.

39
Q

Welke soorten letsels worden er gehanteerd?

A

0: Postmortale veranderingen
1. Roodheid
2. Schaafverwonding/krasverwonding
3. Kneuzingen/bloeduitstorting
4. Scheurwond/barstwond
5. Snijwond
6. Steekwond
7. Beetwond
8. Schotwond
9. Brandwond

40
Q

Hoe ontstaat een schaafwond?

A

Een voorwerp dat langs de huid gaat of samenpersing

41
Q

Hoe onderscheid je een oppervlakkige schaafwond van een diepe schaafwond?

A

Oppervlakkig: Velletjes (richting)
Diep: Puntbloedinkjes

42
Q

Wat is het tijdsbeloop van de genezing van een schaafwond?

A

<6 uur: Sijpelend, exsudaat
> 6 uur: Begint te drogen en wordt rood
> 24 - 48 uur: Korstvorming

43
Q

Hoe ontstaat een bloeduitstorting?

A

Een directe kracht die indien aangewend op de huid of slijmvliezen leidt tot beschadiging van de bloedvaten, alsmede het uittreden van bloed uit de beschadigde vaten in het omgevend weefsel.

44
Q

Hoe bepaal je de ouderdom van een bloeduitstorting?

A

Donkerrood/rood: Vers (0 tot een paar uur oud)
Paars: Ouder (Uren tot een dag oud)
Groenpaars: Nog ouder (een paar dagen oud)
Geel: Veel ouder (meer dan een week oud)

Indien geel/bruin waarneembaar dan is het letsel in het
algemeen > 18-24 uur oud, het omgekeerde geldt echter
niet: afwezigheid van geel/bruin betekent niét < 18-24 uur
oud

45
Q

Hoe ontstaat een scheurwond/barstwond?

A

Ten gevolge van een kracht die de huid of slijmvliezen verder oprekt dan de natuurlijke elasticiteit van dat weefsel toelaat, waardoor er scheuring optreed.

46
Q

Hoe herken je een scheurwond/barstwond?

A

Rafelige randen, vaak samen met kneuzing
Vaak samen met schaafverwonding
Bewegelijke huidranden (ondergrond los)
Mogelijk vreemd materiaal in de wond

47
Q

Hoe ontstaan en hoe herken je snijwonden?

A

Snijwonden zijn wonden die ontstaan zijn ten gevolge van een scherp voorwerp; Messen, stukken glas, schroevendraaiers.

De wonden zijn meer lang dan diep
Gewoonlijk verlopen de wonden recht
In weke weefsels soms ‘zigzag’
Wondranden zijn recht
Vaak gapend
Vorm van de snijwond zegt weinig over het oorzakelijk voorwerp

48
Q

Hoe ontstaan en herken je steekwonden?

A

Steekwonden zijn wonden die ontstaan ten gevolge van een scherp voorwerp dat via de huid of slijmvliezen het lichaam binnentreed.

De wonden zijn meestal dieper dan lang
de breedte van de wond is meestal kleiner dan de breedte van het wapen (afhankelijk van de beweging)
De vorm van de wond is soms een indicatie voor het gebruikte wapen

Kans op inwendig letsel!

49
Q

Hoe ontstaan en hoe herken je bijtwonden?

A

Bijtwonden ontstaan door de inwerking van het gebit van een mens of dier op de huid .
Soms alleen een vlek (hematoom of roodheid)
Soms tandafdrukken
Vaak in combinatie met schaaf- en scheurwonden en bloeduitstorting
Te herkennen aan zijn vorm

Kans op infectie!

50
Q

Wat is volgens de Wet op de lijkbezorging (WLB) een stoffelijk overschot van een persoon?

A

Kind dat geboren is na 24 weken zwangerschap
Een kind dat geboren is na minder de 24 weken zwangerschap, maar langer dan 24 uur geleefd

51
Q

Wat is het doel van de Wet op de lijkbezorging?

A

Voorkomen van onopgemerkte misdrijven:
- Artsen scheiden natuurlijk en niet-natuurlijk (A-verklaring)
- Officier van Justitie scheidt strafrecht van niet-strafrecht
Statistiek
- Data voor CBS (B-verklaring)

52
Q

Wat is de definitie van een lijk? en een doodgeborene?

A

Lijk: Het lichaam van overledene of doodgeborene
- Addendum Hoge Raad: “Stoffelijk overschot van enige importantie”
Doodgeborene: Na een zwangerschapsduur van ten minste 24 weken levenloos ter wereld gekomen menselijke vrucht.

Menselijke vrucht, indien korter dan 24 weken zwangerschap, levenloos
dan wel overleden binnen 24 uur betreft geen lijk

53
Q

Wanneer mag een behandelend arts zijn eigen vlees niet schouwen?

A

Hij/zij is bloed- of aanverwantschap tot in de derde graad aan het lijk
Een huwelijk of een geregistreerd partnerschap bestond of bestaat

54
Q

Wanneer schakelt een behandelend arts de gemeentelijk lijkschouwer in?

A

Als de arts er niet overtuigd kan zijn van een natuurlijk overlijden
Bij levensbeëindiging op verzoek/hulp bij zelfdoding
Bij de schouw van een minderjarige

55
Q

Wanneer is er sprake van Lijkvinding in de zin der wet?

A

Indien de plaats van overlijden en/of de datum van overlijden niet of onvoldoende nauwkeurig kan worden vastgesteld.

56
Q

Wat is de definitie van een Natuurlijk overlijden?

A

Uitsluitend overlijden door spontane ziekte of ouderdom

57
Q

Wat is de definitie van een niet-natuurlijk overlijden?

A

Ieder overlijden dat het gevolg is van (fysisch, chemisch, biologisch…) geweld, ook wanneer dit niet door menselijk toedoen is veroorzaakt, alsmede overlijden waarbij sprake is van opzet of schuld.

58
Q

Wat is het doel van de lijkschouw?

A

Vaststellen aard van overlijden
- Natuurlijk of niet-natuurlijk
Vaststellen datum en plaats overlijden
- Onvoldoende zekerheid: Lijkvinding
Vaststellen identiteit

59
Q

Noem 5 zeer vroege postmortale veranderingen

A

Bleekheid turgorverlies huis
Lichtstijve pupillen
Vervormbare pupillen
Daling intra-oculaire druk
Verlies van spiertonus

60
Q

Noem 4 vroege postmortale verschijnselen

A

Lijkvlekken
- na 30 min tot 2 uur. Wegdrukbaarheid tussen de 12 en 24 uur na overlijden
Lijkstijfheid
- 2 tot 3 uur na overlijden, verdwijnt variabel
Afkoeling
- Normogram van Henssge
Indroging

61
Q

Noem 6 late post-mortale verschijnselen

A

Ontbinding en rotting
Marmorisatie
- Venen tekening
Mummificatie
Adipocire
- Vervetting / waterlijken
Maceratie
Skelettering

62
Q

Wat is de aangewezen stap bij een niet natuurlijke doodoorzaak van een minderjarige? En aan welke voorwaarde moet dit voldoen?

A

De NODOK (Nader Onderzoek Doodsoorzaak Overleden Kind)
- Met toestemming van de ouder(s)
- Multidisciplinaire aanpak

63
Q
A